Jules Schelvis

Jules Schelvis: een menselijk monument

Holocaustoverlevende en historicus Jules Schelvis, overleden op 3 april 2016, krijgt een straat naar zich vernoemd in Amstelveen. Het is bijzonder dat iemand zo snel na zijn dood een straat naar zich vernoemd krijgt. Het leven en de verdiensten van Schelvis zijn dan ook uniek. Niet alleen overleefde hij 7 nazivernietigingskampen, maar zorgde hij ervoor dat het verhaal van Sobibór verteld werd.


Het verhaal van Jules Schelvis


Op 1 juni 1943 werd de 22-jarige Jules Schelvis samen met zijn jonge vrouw Rachel Borzykowski en schoonfamilie vanuit Westerbork op transport gesteld. De joodse Schelvis nam zijn rugzak en gitaar mee als ‘welkome afleiding om je gedachten ergens anders te hebben’. Bij aankomst in Sobibór werden mannen en vrouwen gescheiden. Schelvis werd te werk gesteld en getransporteerd naar Kamp Dorohucza. Rachel en haar ouders werden in Sobibór vergast. Schelvis wist in twee jaar tijd zeven verschillende nazikampen te overleven. Aan deze martelgang kwam een einde bij de  bevrijding van Kamp Vaihingen in de Vogezen op 8 april 1945. Op dit moment woog Schelvis nog slechts 40 kilogram en had hij de vlektyfus. Op 30 juni 1945 keerde Schelvis eindelijk terug in Amsterdam.


Vergeten na de oorlog


Schelvis werd na zijn bevrijding uit het werkkamp opgenomen in het ziekenhuis. Direct begon Schelvis met het neerpennen van zijn ervaringen. Eenmaal teruggekomen in Amsterdam was er echter weinig ruimte voor overlevenden om hun verhaal te doen. De Nederlanders focusten zich op de wederopbouw en probeerden de oorlog zo snel mogelijk te vergeten. Ook Schelvis probeerde zijn leven nieuwe invulling te geven: ‘Aanvankelijk keek ik niet terug, ik wilde vooruitkijken, een nieuw leven beginnen. Ik had in die tijd wel nachtmerries over mijn kampjaren.’  Schelvis hertrouwde met zijn nieuwe liefde Jo en ging tot zijn pensioen aan het werk bij het dagblad het Vrije Volk waar hij opklom tot hoofd personeelszaken.



Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!



Getuige en geen slachtoffer


Pas in 1982, na zijn pensionering, begon Schelvis met terugkijken op de oorlog. In een drang om het verhaal van Rachel op juiste wijze te vertellen reisde hij door heel Europa op zoek naar getuigenissen en documenten over Sobibór. Hij zocht in archieven en sprak met overlevenden om zo een compleet beeld van Sobibór te vormen. Schelvis weigerde om zichzelf als een slachtoffer te zien, dit woord had volgens hem iets passiefs in zich. Liever zag hij zichzelf als een getuige. In 1982 verscheen van zijn hand het boek Binnen de Poorten, hier vertelde hij over zijn persoonlijke kampervaringen. Na vijf jaren van onderzoek publiceerde Schelvis in 1993 het boek Vernietigingskamp Sobibor, in Nederland en Duitsland ontvangen als een wetenschappelijk werk. Door Schelvis’ inspanningen raakte de gruwelijke geschiedenis van Sobibór bij steeds meer Nederlanders bekend. Deze nieuwe belangstelling leidde in 1999 tot de oprichting van Stichting Sobibor door Schelvis. Het doel van deze stichting werd om de herinnering aan vernietigingskamp Sobibór levende te houden. Een kamp waar 34.313 Nederlandse Joden door vergassing om het leven kwamen.


Bijzondere herdenkingsprojecten


De Stichting Sobibor vond vele nieuwe manieren om de herinnering aan Sobibór levend te houden. Schelvis gaf door heel Nederland en Duitsland lezingen aan een, veelal jeugdig, publiek over zijn ervaringen. De stichting initieerde ook verschillende theaterproducties en in de jaren 2013-2015 werd het herdenkingsconcert Er reed een trein naar Sobibor twaalf maal uitgevoerd. De ervaringen van Schelvis werden op muziek gezet en zo op indrukwekkende wijze verteld.  Ironisch genoeg ontving Sobibór pas echt wereldwijde aandacht bij het proces tegen de oorlogsmisdadiger John Demjanjuk. Schelvis was mede-aanklager tijdens dit proces, maar koestert geen wrok jegens Demjanjuk. ‘Dankzij het proces kennen inmiddels miljoenen mensen de gruwelijke realiteit van het vernietigingskamp Sobibor en dat is veel belangrijker dan je druk te maken om Demjanjuk zelf.’, vertelde Schelvis aan Vrij Nederland. Op 3 april 2016 overleed Schelvis op 95-jarige leeftijd in zijn woonplaats Amstelveen. Als een van de slechts 18 Nederlandse overlevenden van Sobibór zorgde hij ervoor dat het verhaal van Sobibór alsnog verteld werd.

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt