Kolonisatie van het Australische achterland
Tegenwoordig staat Australië vooral bekend om de kangoeroes, koala’s en boemerangs. Australië is echter het oudste, platste en droogste bewoonde continent op aarde. The Land Down Under heeft een rijke geschiedenis, waarvan zij er veel van hebben besteed als een Britse kolonie. Onder het Britse regime kreeg de inheemse bevolking het zwaar te verduren.
Oorspronkelijke bewoners
De eerste menselijke bewoners van Australië migreerden zo’n 65.000 jaar geleden via landbruggen en korte zee-overtochten vanuit Zuidoost-Azië. De Aboriginals van Australië is een van de oudste voortdurende beschavingen op aarde. Archeologisch bewijs suggereert dat de bezetting van het achterland van Australië door Aboriginal volkeren tijdens het barre klimaat van het Laatste Gletsjer Maximum (tussen 30.000 en 18.000 jaar geleden) zeer levendig was. Alle dorre landschappen werden slechts ongeveer 10.000 jaar geleden permanent bezet. Ten tijde van de eerste Europese ontdekking van Australië, waren de meeste inheemse Australiërs jagers-verzamelaars met complexe economieën en samenlevingen.
Europese ontdekking
Op 26 februari 1606 zette de Nederlandse kapitein Willem Janszoon voet aan wal op een tot dan toe voor Europeanen onontdekt continent. Hierna bezochten de Nederlanders, Fransen en Engelsen het gebied verschillende keren, maar er was weinig behoefte om het onherbergzame gebied te verkennen en te koloniseren.
In 1770 bracht James Cook de oostkust van Australië in kaart, die hij New South Wales noemde en voor Groot-Brittannië koloniseerde. Met het verlies van haar Amerikaanse koloniën in 1783 stuurde de Britse regering een vloot van schepen naar New South Wales om een nieuwe gevangeniskolonie op te richten omdat de gevangenissen in Groot-Brittannië overvol raakten. Nederzettingen werden vervolgens gevestigd in Tasmanië (1803), Victoria (1803), Queensland (1824), West-Australië (1826) en de Kolonie van Zuid-Australië (1836). Australië was een uitzondering op Britse imperiale kolonisatiepraktijken, omdat er geen verdrag werd opgesteld tussen de kolonisten en inheemse inwoners, zoals het geval was in Noord-Amerika en Nieuw-Zeeland.
De kolonisten hadden echter veel moeite met het in kaart brengen van het Australische achterland. In de tweede helft van de negentiende eeuw zijn er vele, meestal onsuccesvolle, expedities uitgevoerd om het achterland te bereiken. Ontdekkingsreizigers bleven echter ambitieus om nieuw land voor landbouw te ontdekken of wetenschappelijke vragen te beantwoorden. Sommige van deze groepen waren grote, goed uitgeruste teams bestaande uit smeden, timmerlieden, arbeiders en Aboriginal gidsen met paarden, kamelen en ossen. Vanaf 1858 speelden de zogenaamde "Afghaanse" kamelen een belangrijke rol bij het in kaart brengen van het achterland en het helpen opbouwen van infrastructuur. In 1872 was hierdoor het grootste gedeelte van Australië in kaart gebracht.
Discriminatie van de Aboriginals
Een onmiddellijk gevolg van de kolonisatie was een reeks epidemieën onder de inheemse bevolking van Europese ziekten zoals mazelen, pokken en tuberculose. In de negentiende eeuw was pokken de belangrijkste oorzaak van Aboriginal sterfgevallen. Tevens namen de Britten beslag op land- en waterbronnen. Hierdoor nam het aantal kangoeroes en andere inheemse voedingsmiddelen af. Kolonisten namen ook deel aan de verkrachting en gedwongen prostitutie van Aboriginal vrouwen.
Ook kregen de inheemse inwoners van Australië te maken met verregaande discriminatie. De discriminatie van de oorspronkelijke bewoners werd onder andere duidelijk gemaakt door verwijzingen in bepaalde plaatsnamen, zoals Mount Jim Crow (nu Mount Baga), of de Boundary Streets van Brisbane, die vroeger aanduidde waar Aboriginals op bepaalde tijden niet mochten oversteken. Een overheidsbeleid van "assimilatie", bijvoorbeeld de Aboriginal Protection Act 1869, resulteerde in het weghalen van veel Aboriginal kinderen uit hun families en gemeenschappen – wat bekend staat als de Gestolen Generaties – om hen bij witte pleeggezinnen onder te brengen.
Gedurende deze periode waren veel Aboriginals het slachtoffer van slavernij. Tussen 1860 en 1970 werden, onder het mom van protectionistisch beleid, mensen vanaf 12 jaar gedwongen om te werken onder gruwelijke omstandigheden zonder loon. Als onderdeel van het kolonisatieproces waren er op het hele Australische continent veel gewelddadige conflicten tussen kolonisten en Aboriginals. Ongeveer 20.000 Aboriginals stierven vanwege deze conflicten.
Onafhankelijkheid
Aan het begin van de twintigste eeuw was het aantal Aboriginals gedaald naar ongeveer 80.000 van de ongeveer half miljoen oorspronkelijke bewoners. Langzamerhand liep dit nummer omhoog nadat de leefomstandigheden van Aboriginals langzaam verbeterden. De jaren ‘60 was een cruciaal decennium voor de rechten van Aboriginals, met in 1962 de invoering van het stemrecht voor de inheemse bevolking en het referendum van 1967, waarin de Australische bevolking zich uitsprak voor de juridische erkenning van de Aboriginalbevolking. Pas sinds 1986 is Australië volledig onafhankelijk van Groot-Brittannië en sindsdien is de situatie voor Aboriginals verbeterd. Anno 2020 vormen zij een bevolkingsgroep met een populatie van zo’n 700.000 mensen.
Leestip:
De figuranten van de geschiedenis – Hoe het verleden van andere culturen wordt verbeeld en in herinnering gebracht
Auteur: Antoon de Baets
Uitgeverij: Verloren
ISBN: 9065503897
Winkelprijs: €29,-
Bestel De figuranten van de geschiedenis
Bronnen:
- Australian War Memorial: Colonial period
- National Geographic: Aboriginal Australians
- Britannica: Australian Aboriginal peoples
- Australian Bureau of Statistics: Estimates of Aboriginal Australians
Afbeeldingen:
- Group of Natives of Tasmania via Wikimedia Commons
- Afbeelding van het eerste contact met de Aboriginal-bevolking en James Cook aan de kust van het schiereiland Kurnell, New South Wales via Wikimedia Commons