Geen afbeelding beschikbaar

Militaire missie in 1658

‘Ik vind het nog steeds raar dat Kunduz geen militaire missie mag heten, terwijl het bijna alleen maar militairen zijn', aldus minister van defensie Hans Hillen vandaag. Vroeger deden wij daar niet zo moeilijk over, bijvoorbeeld toen de Republiek in de Gouden Eeuw een militaire missie stuurde om bondgenoot Denemarken te helpen in de Noordse oorlog.

De missie werd door bevelhebber Jacob van Wassenaer Obdam uitgelegd in één zin: Kopenhagen redden en iedereen op haar bakhuis [bakkes] slaan die ons dat willen beletten.

Context

De Republiek der Zeven verenigde Nederlanden lag op een kruispunt van oost-west en noord-zuid routes en had bovendien aan Duitsland een groot achterland voor de afzet van goederen. De handel op de Oostzee was het fundament van de welvaart en de economie van de republiek der Nederlanden tijdens de Gouden eeuw. De rivier de Sont is één van de drie zeestraten die de Noord- en de Oostzee met elkaar verbinden. De doorgang is slechts 4,5 kilometer en het is één van de drukst bevaren waterwegen ter wereld. De Sont was daardoor van groot strategisch belang. Op het smalste punt van de rivier stonden twee burchten: bij het Deense Helsingør en bij het Zweedse Helsingborg. De koning van Denemarken controleerde de Sont en was een belangrijke bondgenoot van de Republiek. Hij werd rijk door de Sonttol die hij daar hief vanaf 1429.

Slag bij de Sont

Maar in 1658 probeerde buurland Zweden in de Vierde Noordse Oorlog de hele Oostzee te beheersen. Tot groot ongenoegen van de Republiek: de handel op de Oostzee kwam hierdoor namelijk in gevaar. Het lukte Zweden om een groot deel van Denemarken te veroveren. De opmars stokte bij de Sont. Er volgde een strijd die zich concentreerde rond de steden Helsingor, Helsingborg en het eiland Ven ten noorden van Kopenhagen dat geregeerd werd door Karel X Gustaaf van Zweden. Hij  belegerde met zijn troepen de forten bij de Sont en omsingelde de Deense Koning Frederik III. De Republiek had al eerder een bondgenootschap gesloten met de Deense koning en schoot te hulp.

Militaire actie

Aangezien de handel op de Oostzee de belangrijkste bron van inkomsten was voor de Republiek, voer een Nederlandse troepenmacht uit om de Denen te hulp te schieten. De Nederlandere troepen stonden onder bevel van luitenant-admiraal Jocob van Wassenaer van Obdam en Egbert Bartolomeusz Kortenaer. De vloot trok met 35 zware slagschepen, bewapend met 1413 kanonnen naar de Sont om 'vigoreuselijk' huis te houden. De Zweedse koning had maar liefst 45 schepen en 1838 kanonnen verzameld. Gelukkig stonden de Nederlanders niet alleen in de strijd en hadden de Denen zelf ook nog een vloot bestaande uit zeven schepen met ongeveer 280 kanonnen bij elkaar gesprokkeld.  Maar het noodlot sloeg toe. Vanwege een tegenwerkende noorderwind konden de Deense schepen de plaats van samenkomst niet bereiken en stonden de Nederlandse troepen er alleen voor.

De Slag

Op 8 november 1658 vond de Slag in de Sont plaats. Obdam vatte de missie die hij van Johan de Witt kreeg in één zin samen: Kopenhagen redden en iedereen op haar bakhuis [bakkes] slaan die ons dat willen beletten. Hij zou zelf de slag niet meemaken omdat hij werd getroffen door de Jicht en tijdens de slag onderin de kajuit in zijn bed lag. De strijd begon toen de Zweedse koning zelf het eerste schot afvuurde vanuit kasteel Kronborg bij Helsingor.Terwijl uit de forten aan beide zijden kanonvuur losbarstte, zeilde de vloot in kiellinie door het midden van de straat. geen enkele kogel kon hun treffen. De Zweden waren dus de aanval begonnen, maar het noodlot sloeg gtoe. De Nederlanders hadden een gunstigere wind, de loef.

Het schip de Eendragt vocht in de voorste rangen en speelde een centrale rol onder vlag-kapitein Kortenaer.De Nederlanders konden zo ondanks dat zij in de minderheid waren de Zweedse vloot dwingen om de blokkade van de Deense stad op te heffen en de belegering te beëindigen. De Zweedse koning moest toezien hoe zijn vloot door de Nederlandse vloot 'in de pan werd gehakt'. Frederik III van Denemarken was de Nederlandse troepen zeer erkentelijk en decoreerde bevelhebber Van Wassenaer van Obdam met de "Orde van de Olifant". Ook Kortenaer werd door de Deense koning tot ridder in de Orde van de Witte Olifant benoemd.

Bron: Panhuysen. L., De Ware Vrijheid. De levens van Johan en Cornelis de Witt (Amsterdam 2005)

Rubrieken: 

Landen: 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt