Geen afbeelding beschikbaar

Onafhankelijkheidsdag in Jamaica

Jamaica. Het land van reggae, rasta en Bob Marley. Van bananen en suiker. Het land van de boekaniers en Henry Morgan. Het land dat op 6 augustus 1962 onafhankelijk werd.

Jamaica, één van de grootste Caraïbische eilanden, werd oorspronkelijk bewolkt door de Arawaks. De vastgelegde historie van het eiland begint echter bij de ontdekking ervan door Christoffel Columbus op 3 mei 1494. In 1503 kwam Columbus onvrijwillig voor de tweede keer op het eiland terecht: hij leed schipbreuk en het duurde een jaar voor hij in staat was Jamaica weer te verlaten. In 1510 arriveerden de eerste kolonisten, in eerste instantie op zoek naar goud. Toen dat niet gevonden werd stichtten de Spanjaarden er nederzettingen om landbouw te bedrijven. Daarnaast was Jamaica belangrijk als aanvoerhaven voor andere Spaanse kolonies, zoals die op Cuba en op het vasteland van Amerika. In de tijd dat de Spanjaarden het eiland in bezit hadden verdween de oorspronkelijke bevolking door ziekte, honger en uitbuiting. In 1517 importeerden de Spanjaarden de eerste Afrikaanse slaven om die als arbeidskracht te werk te stellen.

Slaven en boekaniers

In 1655 veroverden de Engelsen het eiland. De Spanjaarden boden weinig tegenstand en trokken zich terug op Cuba, met achterlating van hun slaven. Veel van die slaven trokken het binnenland in en voerden van daaruit strijd tegen de Engelsen. Ze ontwikkelden zich tot een eigen samenleving: de Maroons. Hoewel de Spanjaarden het eiland in eerste instantie probeerden te heroveren, moesten zij het in 1670 definitief prijs geven. Onder Engels bestuur ontwikkelde het eiland zich geleidelijk tot een succesvolle kolonie, die onder andere suiker, hout en vlees produceerde voor het Engelse moederland. In de tweede helft van de 17e eeuw kwamen de boekaniers naar Jamaica. Deze jagers, avonturiers en zeerovers opereerden oorspronkelijk vanaf het eiland Hispaniola (Haïti) en streden, min of meer gesteund door de Engelse regering, tegen de Spanjaarden. Eén van hun leiders, Henry Morgan, bracht het zelfs tot gouverneur van Jamaica. Slavernij bleef een belangrijke pijler voor de Jamaicaanse plantage-economie, ook onder Engels bewind. De plantage-eigenaren hadden echter veel last van de Maroons, die voortdurend aanvallen pleegden en slavenopstanden in gang zetten. Dat was niet alleen op Jamaica zo, maar overal in in het Caraïbisch gebied. Op Hispaniola stichtten voormalige slaven in 1804 de eerste onafhankelijke staat in de Caraïben: Haïti. Het zou echter nog decennia duren en verschillende opstanden vereisen voordat de slaven van Jamaica hun vrijheid konden winnen. Pas in 1838 was de slavernij op het eiland definitief verleden tijd.  

Onafhankelijk onder de Britse kroon

In 1958, midden in de jaren van dekolonisatie, stichtte Groot Brittannië de Federatie van West Indië, net zoals de Fransen die iets dergelijks in West -Afrika probeerden. Maar net als in Afrika was ook het Engelse initiatief geen succes. Jamaica verliet in 1961 alweer de federatie en streefde vanaf dat moment naar onafhankelijkheid. Op 6 augustus 1962 kregen ze die. Wel is de Engelse koningin nog steeds formeel staatshoofd van Jamaica. Haar rol is echter louter ceremonieel.

Rubrieken: 

Landen: 

Tijdperken: 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.