Foxhole Libanon

Onrust in Libanon en de eerste Amerikaanse interventie in het Midden Oosten

DEEL I

De enorme explosie in de haven van Beirut heeft veel oude spanningen blootgelegd. De Libanese overheid wordt geplaagd door enorme corruptie en is uit pure onmacht opgestapt. Daarmee is een oud probleem weer pijnlijk zichtbaar geworden: wie heeft de macht in Libanon? Een vraag die al tot meerdere gewelddadige confrontaties heeft geleid en zelfs de eerste Amerikaanse militaire ingreep in het Midden-Oosten veroorzaakte.

Libanon is een zeer pluriform land. Maronitische christenen, soennieten, sjiieten, druzen en andere religieuze groeperingen wonen hier door elkaar in een gebied van zo’n 10.000 km². Ter vergelijking: Nederland heeft een oppervlakte van 41.543 km². Dit heeft voornamelijk in de 20ste eeuw geleid tot heel wat geweldadig conflict.

Libanon als Frans gebied

In 1920 werd tijdens de conferentie van San Remo - gehouden door de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog - het midden oosten verdeeld tussen Frankrijk en Groot-Brittannië. Besloten werd dat zowel Libanon als Syrië Frans mandaatgebied zouden worden. Meerdere keren werd er over onafhankelijkheid gesproken, maar telkens weer werden de plannen uitgesteld. In 1936 gebeurde dit bijvoorbeeld door de toenemende oorlogsdreiging in Europa.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Frankrijk bezet en werd de nazistische vazalstaat Vichy Frankrijk opgericht, welke het mandaat over zowel Libanon als Syrië overnam. In een reactie daarop trad de Libanese gouverneur af, maar de regering in Vichy installeerde meteen een nieuwe gouverneur die ervoor zorgde dat Vichy-Franse, Italiaanse en Duitse troepen de Britten in Irak aan konden vallen. Libanon zou echter in 1941 alweer veroverd worden door de geallieerden. Gelijk werd door de nieuwe Franse gouverneur-generaal de onafhankelijkheid van Libanon op de agenda gezet.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


Onafhankelijkheid en nationaal pact

In 1943 was het zover. Libanon werd onafhankelijk onder een Maronitische president. Om de macht in het land enigszins eerlijk tussen de verschillende bevolkingsgroepen te verdelen, werd het ‘nationaal pact’ in het leven geroepen, een afspraak die vandaag de dag nog steeds geldt. Volgens dit pact is de president van Libanon altijd een Maroniet, de premier een soenniet en de voorzitter van het parlement altijd een sjiiet.

Oplopende spanningen

Het land was na de oorlog relatief stabiel tot 1958. De Maronieten waren een kleine meerderheid in het land, maar zij hadden verreweg de meeste macht in de regering. De Soennieten waren met ongeveer 20% van de bevolking de op een na grootste bevolkingsgroep in het land. Over het algemeen waren zij niet bereid mee te werken met de regering van het land. Dit was omdat vele van hen het bestaan van Libanon in zijn toenmalige vorm, met onevenredig veel macht voor de Maronieten, onrechtvaardig vonden. Ook de sjiieten hadden relatief weinig invloed binnen de nieuwe regering gekregen. Hierdoor kon het land praktisch gezien bestuurd worden door de Maronieten.

Onder de Libanese moslimgemeenschap, zowel de soennitische als sjiietische, bestond een grote aanhang voor de incorporatie van Libanon in de nieuw opgerichte Verenigde Arabische Republiek (VAR). Dit was een unie tussen Syrië en Egypte die bestond van 1958 tot 1961, waarin de twee landen samen een grote Arabische staat vormden. De VAR was het gevolg van Panarabisme, een politieke beweging die de Arabische wereld verenigd wilde zien binnen één staat. De Libanese moslims wilden zich niet alleen bij deze republiek aansluiten vanwege nationalistische sentimenten. Ook voelden zij zich economisch gezien gediscrimineerd. In de Maronitische gebieden van het land werden miljoenen geïnvesteerd om de infrastructuur te verbeteren, maar de islamitische gebieden bleven achter.

Aangezien de VAR gesteund werd door de Sovjet-Unie, was het voor de Verenigde Staten onaanvaardbaar dat Libanon zich bij deze republiek zou voegen. In 1957 had president Eisenhower de Eisenhowerdoctrine voorgelegd aan het Amerikaans congres. Hierin verklaarde hij dat de VS de onafhankelijkheid van landen in het midden-oosten zou waarborgen door middel van economische en militaire hulp, om de groeiende communistische invloed in de regio in te dammen.

Opstand en Amerikaanse interventie

Als gevolg van de opgelopen interne spanningen braken er in 1958 protesten los die al snel ontaardden in een gewelddadige opstand. De opstandelingen riepen de regering op om zich aan te sluiten bij de VAR, maar de overwegend Maronitische regering moest hier niets van hebben. Zij schakelden de hulp in van de VS, die een troepenmacht stuurde, de eerste militaire interventie van de VS in het midden-oosten. De VS stuurde een aanzienlijke troepenmacht, ondersteund door een grote vloot die voor de kust van Beirut bleef liggen. De Amerikaanse troepen namen posities in, in Beirut en bij het vliegveld, waar ze waren voorbereid op een zwaar gevecht. Grote gevechten bleven echter uit, de Amerikaanse aanwezigheid bleek genoeg om de strijdende partijen tot een overeenkomst te brengen en na drie maanden trokken de Amerikanen zich weer terug.

Relatieve rust

Na deze opstand keerde de rust een tijdlang terug in Libanon. Tot halverwege de jaren ’60 zou het land grote welvaart kennen en zelfs een van de meest snelgroeiende economieën ter wereld worden. Toch bleven de spanningen tussen de verschillende bevolkingsgroepen onderhuids altijd aanwezig, zoals zou blijken toen in buurland Israël de Zesdaagse Oorlog uitbrak.

Lees hierover in het tweede deel.

Bronnen: Brookings, SAV.

Ook interessant: 

Landen: 

Religie: 

Tijdperken: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt