Libanon, de PLO en de Falangisten
DEEL II
De enorme explosie in de haven van Beirut heeft veel oude spanningen blootgelegd. De Libanese overheid wordt geplaagd door enorme corruptie en is uit pure onmacht opgestapt. Daarmee is een oud probleem weer pijnlijk zichtbaar geworden: wie heeft de macht in Libanon? In het vorige deel van deze artikelenreeks hebben we besproken hoe Libanon tijdens de Tweede Wereldoorlog onafhankelijk werd en in 1958 een landelijke crisis doormaakte. Als gevolg van deze crisis intervenieerde het Amerikaanse leger voor het eerst in het Midden-Oosten. In dit deel zullen we Libanon gedurende de jaren 60 bespreken. Vanaf het einde van het decennium zouden de Falangisten, een Maronitische politieke partij, een steeds belangrijkere rol gaan spelen in het land. Daarom zullen we de ontstaansgeschiedenis van de Falangisten ook kort behandelen.
Jaren 60
Gedurende de jaren 60 bestond er in Libanon een relatief stabiele periode waarin het land grote economische groei doormaakte. Vooral de toeristische en de bankensector deden het goed. Libanon was een van de snelst groeiende economieën ter wereld. De voorspoedige tijden zouden slechts aanhouden tot 1966, toen de eerste wereldwijde economische crisis sinds de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Hierbij viel Libanons grootste financiële institutie, de Intra Bank. Het was een grote klap voor de Libanese economie.
Om zaken erger te maken zochten Palestijnse militanten en vluchtelingen hun toevlucht in het zuiden van Libanon, min of meer onder leiding van Yasser Arafats Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (beter bekend onder de Engelse afkorting PLO). Dit als gevolg van het verliezen van de Zesdaagse Oorlog. Het veroorzaakte onder de Libanese bevolking een diepe tweesplitsing tussen zij die de Palestijnen steunde en zij die hen liever zagen vertrekken. Grofweg kunnen deze twee kampen beschouwd worden als islamitisch en christelijk respectievelijk.
De PLO zou Zuid-Libanon als uitvalsbasis gebruiken om aanvallen op Israël uit te voeren. Aangezien de Libanese regering militair gezien niet sterk genoeg was om de Palestijnen te verdrijven, werd na een aantal schermutselingen tussen regeringstroepen en Palestijnse troepen, in 1969 het Caïro-akkoord getekend. De PLO zou zeggenschap krijgen over de verschillende Palestijnse vluchtelingenkampen in Libanon; als wederdienst zou de PLO de Libanese regering als soeverein erkennen. In feite werd er binnen Libanon een soort mini-staatje onder leiding van Arafat opgericht. Dit verdrag zorgde onder Maronieten voor veel onvrede. Regeringstroepen mochten de Palestijnse militanten nu niet meer aanvallen. Als gevolg hiervan zouden verscheidene Maronitische paramilitaire organisaties in actie komen die dat wel zouden doen. De voornaamste hiervan was de Falangistische partij.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
De Falangisten
De Falangistische partij werd in 1936 opgericht als paramilitaire jeugdorganisatie door Pierre Gemayel. Hij woonde als atleet de Olympische spelen van 1936 in Berlijn bij en was daarbij diep onder de indruk van de discipline en orde van de Nazi’s. De organisatie die hij oprichtte zou hij inrichten naar het voorbeeld van de Spaanse fascistoïde Falange partij van Francisco Franco. Deze stond voor eenheid van het volk en orde. De naam is afgeleid van het Griekse falanx; een leger-opstelling van de oude Grieken waarbij de soldaten met lange speren, dicht bij elkaar stonden en elkaar beschermden met diens schilden. De Libanese Falangistische partij was van begin af aan zeer anticommunistisch en later ook anti-pan-arabistisch. De partij stond en staat vandaag de dag nog steeds voor het behoud van een onafhankelijk Libanon met een eigen cultuur, waarin christenen openlijk en vrij kunnen bestaan. Ze zouden zich op den duur ontwikkelen tot best georganiseerde militie van Libanon en opereren als een privéleger voor de Gemayel dynastie.
In eerste instantie bemoeide de partij zich niet al te veel met de politiek. Tegen het einde van de jaren 40 zouden de Falangisten pas de politieke arena betreden als volwaardige politieke partij. De militaire tak bleef ook voortbestaan. Deze zou van groot belang zijn tijdens de korte periode van onlusten in 1958. Dankzij hun verdiensten om Libanon onafhankelijk van Syrië te houden, zwol het ledenaantal van de Falangisten flink aan. Ook waren zij zeer populair in de daaropvolgende verkiezingen en vaak onderdeel van de Libanese regering.
Aangezien Gemayel ook genoeg tegenstanders had in Libanon, werd er in 1975 een liquidatiepoging op hem gedaan. Daarbij zouden vier Falangisten om het leven komen. Deze gebeurtenis zou uiteindelijk de vijftien jaar lange Libanese burgeroorlog ontketenen.
Lees hierover in het derde deel.
Bronnen: Ghazi, Levy Institute.