Recensie: Julian Fellowes – Belgravia
Julian Fellowes’ Belgravia snijdt – wellicht onbedoeld – belangrijke thema’s aan en bekijkt de Engelse aristocratie en de opkomende middenklasse op een interessante manier. Maar het werk bevredigt noch als roman, noch als vervanging van het grote gapende gat dat Downton Abbey achterliet.
Dansen op de vulkaan
Op 15 juni 1815 verzamelen 200 van de gravin van Richmond’s beste vrienden (en de Prins van Oranje) zich voor een door haar georganiseerd bal in Brussel. Het grote gezelschap edelen en officiëren was toch in de buurt, want de Zuidelijke Nederlanden moesten nu maar eens het eindpunt worden van Napoleon’s Eurotrip. Ook aanwezig op het bal is de Engelse Sophia Trenchard, dochter van James en Anne Trenchard. De komst van de familie Trenchard wordt niet door iedereen gewaardeerd, omdat James Trenchard slechts een proviandmeester is die via-via een kaartje heeft weten te bemachtigen. Alsof het allemaal nog niet schandalig genoeg was, is daar ook nog de ontluikende en onmogelijke liefde tussen de simpele Sophia Trenchard en erfgenaam Lord Bellasis, zoon van Lord en Lady Brockenhurst.
Het beroemde bal aan de vooravond van de slag bij Waterloo, waarbij het geweld en de ellende van alledag (of liever gezegd, de volgende dag) even vergeten werden, is het decor van de openingsacte van Belgravia, het laatste boek van de man achter de succesvolle en met prijzen overladen tv-serie Downton Abbey. Het is tegelijkertijd ook een voorbode van de rest van het verhaal. Dat gaat namelijk niet over oorlog en politiek, maar over dinner parties en luncheons, over jurken en de laatste haarmode, over schandalen en over roddels. De veldslag waarbij Napoleon eindelijk verjaagd werd wordt met één zin afgedaan: “We’ve done it. Boney’s on the run. But not everyone is safe.” Daarna keert de Britse adel weer terug naar Engeland, maar zelfs daar zijn ze niet veilig voor het oprukkende leger van de middenklasse.
Belgravia pikt het verhaal vervolgens 25 jaar later weer op, als een goed bewaard geheim rondom het beruchte bal aan de oppervlakte dreigt te komen. Een geheim dat de reputaties van de familie Trenchard én de familie Brocenhurst dreigt te verwoesten. Belgravia is, kortom, een melodrama, zonder academische ambities. Toch had het boek interessant kunnen zijn als Fellowes een betere romanschrijver was geweest.
Achterstand
Het is onmogelijk om Belgravia niet met Downton Abbey te vergelijken. De vete tussen Anne Trenchard en Lady Brockenhurst (die verdacht veel lijkt op die tussen Isobel Crawley en de Dowager Countess of Grantham), de strenge butler die zijn personeel verbiedt om over hun werkgevers te roddelen en het dienstmeisje dat te laat is met het aanvegen van de openhaard: het voelt allemaal wel heel vertrouwd. Het is geen toeval dat de gelijkenis zo treffend is: het boek is duidelijk bedoeld voor fans van de serie. Maar doordat die serie daardoor constant in het achterhoofd blijft, loopt het boek meteen vanaf het begin al een achterstand op. Fellowes schreef Belgravia in samenwerking met een raadgevend historicus en een raadgevend redacteur. Zo’n team van schrijvers is veel gebruikelijker voor televisie dan voor literatuur, en de merkbare toonwisseling (soms melodramatisch verhaal, soms historische context) is storend. Je kunt bovendien geen kamer binnenlopen of iemand mijmert wel over de naam van de schilder van het schilderij boven de pui van groen marmer. Het zijn uiteraard juist deze details die Downton Abbey populair maken, maar het is in een boek nog wel de kunst om ook nog een goedlopend verhaal met echte mensen te schrijven, in plaats van alleen figuranten waar je historische kettingen aan kunt hangen. De losse alinea’s over de gebeurtenissen die zich elders in Europa op hetzelfde moment afspelen, die het boek waarschijnlijk meer historisch gewicht moeten geven, voelen geforceerd en fragmentarisch. Doordat Belgravia in eerste instantie als een serie ‘afleveringen’ in een app werd uitgebracht, bevat het bovendien onnodig veel cliffhangers. Belgravia leest af en toe dus meer als een script voor een serie dan als een roman. Zonder het immense talent van de cast van Downton Abbey hebben de personages (en het zijn er nogal wat) echter maar weinig gelaagdheid, en zijn Fellowes’ commentaren bij de quasi-dubbelzinnige dialogen te uitleggerig.
Het Nieuwe Geld
Toch hebben de uitvoerige beschrijvingen van waaiers en ‘tiny egg sandwiches’ voor sommige personages in het boek wel degelijk een functie. Belgravia gaat namelijk ook over de opkomende middenklasse in de 19de eeuw. En juist voor hen zijn de regels, de details, de opsmuk van de High Society zo belangrijk. Om echt iets van jezelf te maken moet je altijd op de hoogte blijven van de nieuwste trends op het gebied van dineren (à la Russe: de voetmannen brengen elke gang naar de tafel en wachten geduldig aan de linkerzijde van elke gast zodat die zelf kan opscheppen), gespreksregels (niet over geld praten) en haarmode (gepoederd haar is uit, gekruld haar is in). Een heel klein foutje kan de teloorgang van een familie veroorzaken. Zo worden ogenschijnlijk triviale details voor de adel een manier om zich – zolang het nog kan – te onderscheiden van iedereen onder hen en voor de middenklasse een manier om hogerop te komen. Al deze gedetailleerde nuanceringen kunnen historici wel degelijk helpen om de opkomende middenklasse beter vorm te geven.
Helaas is Belgravia nog te veel een poging om de geschiedenis, en met name de Britse adel, voor het grote publiek interessant te maken. Het boek is hoofdzakelijk bedoeld als Victoriaans melodrama, als soap, als gekostumeerd escapisme waarin je je kunt vergapen aan de rijkdom, de grandeur, de gekte en de manier waarop de Engelse bon ton de dingen vroeger deed –om je tegelijkertijd te beseffen dat de edelen ‘ook maar mensen zijn’ met ‘dezelfde problemen die we nu hebben’ (aldus de inleiding). Bovendien blijven de personages te oppervlakkig en ontbreekt de diepgang in het algemeen. Dat maakt het boek voor historici slechts in theorie interessant en ook het grote publiek zal na Downton Abbey meer verwachten.
Julian Fellowes, Belgravia (A.W. Bruna Uitgevers, 2016), ISBN 97894 005 07814, € 19,99.
Vera Oosterom (1988) studeerde eerst Engels (bachelor en master) en studeert nu Geschiedenis. De raakvlakken tussen verhalen en feiten blijven interessant voor haar, maar ook de dingen die juist niet verteld worden. Om die reden ging haar bachelorscriptie over de nog steeds onderbelichte de problematiek in voormalig Nederlands-Indïe. Ze wil geen lerares worden.
Dit stuk verscheen eerder op de website van Jonge Historici. Op de hoogte blijven van onze publicaties en activiteiten? Kijk dan hier:
www.jongehistorici.nl
Facebook.com/jongehistorici
https://issuu.com/jongehistorici
Twitter: @JongeHistorici