Recept voor appeltaart uit de 17e eeuw
Appels zijn er in alle soorten en maten, kleuren, geuren en smaken. Sommige appels zijn ideaal voor het bakken van taarten. Daar was men in de middeleeuwen ook al van op de hoogte. Er waren verschillende appelrassen geschikt, waaronder de Kantjes-appel, Dolphyn, en enkele varianten van de Renet, een appel die we nog steeds gebruiken. Het oudst bekende gedrukte Nederlandse recept voor appeltaart is te vinden in het Notabel Boecxken van Cokeryen (ca. 1514).
Gedurende de opkomst van de kruiden- en specerijenhandel werd het de gewoonte om ook verschillende kruiden en specerijen toe te voegen aan appeltaarten, zoals blijkt uit het onderstaande recept uit het midden van de 17e eeuw.
Om een appeltaerte te maecken
Maeckt u Deech, capt u Appelen cleijne, doetse in een schotel, strooijter wel Suijcker, Caneel, ende Ghijnebeer op, met wat Rooswaters, mengelet wel tsamen onder de Appelen, legtg dese spijse in u Deech, steeckt hier ende daer, tusschen u spijse een stucxken versche Boters, leght het scheel daer op, ende backet in de panne als een Spenage-taerte, als sij nu ghenoech ghebacken is, soo stroijter Suijcker, ende Caneel op. Ghij meucht oock Venckelzaet, ende Corinten in des Taerte doen.
Om een appeltaart te maken
Voor het maken van het deeg kunt u gebruik maken van een pak Appeltaartmix dat in iedere supermarkt te vinden is. U kunt echter ook taartdeeg maken op een 17e eeuwse manier:
Neemt terwenblom, een eye twee of dry naer de quantiteyt die ghy maecken wilt, een stuck versche boters, wat roosenwater of hamelensop, oft in plaetse van dienander schoon water, ende wilt ghy een weynich suyckers, kneedt het onder malcanderen. Men moet weten, dat den deech vande pasteijen harter moet wesen, als die van de Taerten oft Toerten. (Magirus 1655, 78).
Johanna Maria van Winter heeft ingrediënten van dit recept in haar boek Van Soeter Cokene weten om te zetten naar de volgende eenheden:
Neem 200 gram bloem, 100 gram boter, 75 gram poedersuiker, een ei en een snufje zout. Voeg geen vocht toe. Meng dit alles goed door elkaar. Laat het deeg een half uur rusten. Rol het vervolgens uit en bedek de taartvorm.
Een klein beetje paneermeel over de bodem zorgt er voor dat het vocht van de vulling de bodem niet week maakt.
Gebruik voor het maken van de vulling van een appeltaart zoet/zure appels (bijvoorbeeld Jonagold). Iets zuurdere en stevigere appels als Ganny Smit kunnen ook gebruikt worden.
Schil de 6 tot 8 appels, verwijder het klokhuis en snijdt de appels in kleine partjes.
Meng de appelpartjes met 75 gram suiker, twee eetlepels kaneel en ongeveer een 1/3 potje gember (gemberpoeder kan ook worden gebruikt, neem dan een halve theelepel).
Meng dit alles goed door elkaar met een klein scheutje rozenwater.
Stort dit mengels op het deeg en steek hier en daar een paar heel kleine blokjes boter tussen de vulling.
Mocht er nog deeg over zijn, kan dit gebruikt worden voor het bedekken van de appeltaart met reepjes of het maken van een verdikte rand.
Voor de glans moet het deeg worden ingestreken met een beetje losgeklopt ei of een beetje koffiemelk.
Bak de appeltaart in een voorverwarmde oven gedurende ongeveer 60 - 75 minuten op 170 graden.
Strooi na afloop een beetje suiker of poedersuiker en wat kaneel over de appeltaart.
Warm of koud opdienen, met of zonder slagroom, het smaakt altijd.
Variatie: voeg aan het appeltaartmengsel wat venkelzaadjes of krenten toe.
Wanneer de appelen te veel vocht vast lijken te houden, kunnen ook gedroogde vruchten worden toegevoegd.