Reeks aanslagen op Lodewijk Filips I van Frankrijk
Als zogenaamde ‘burgerkoning’ van Frankrijk was Lodewijk Filips (1773-1850) bij een groot deel van de Franse bevolking populair. Tijdens zijn bewind groeide het verzet tegen zijn heerschappij echter gestaag en er werden tientallen aanslagen op zijn leven gepleegd, die hij allemaal overleefde.
Nadat Napoleon verslagen was in 1814 begon de zogenaamde Restauratie, het herstel van de Bourbons op de Franse troon. De Restauratie was eigenlijk een conservatieve reactie op de voorgaande jaren van revolutie en verandering. In 1830 leidde dit uiteindelijk tot de Julirevoltutie. Het volk kwam hierbij in opstand omdat koning Karel X (een Bourbon) de persvrijheid afschafte en de burgerij het stemrecht afnam na een verkiezingsoverwinning van de liberalen. Tijdens de revolutie werd Karel afgezet en benoemde het parlement de populaire Lodewijk Filips in 1830 tot koning der Fransen.
Populariteit
Aanvankelijk regeerde Lodewijk Filips op een milde wijze, zonder de door het volk zo gehate pracht en praal van de hoogste klassen. Omdat hij zo geliefd was kreeg hij de bijnaam burgerkoning (le roi citoyen). Ook stond hij toe dat het stoffelijk overschot van de onder het volk nog steeds populaire Napoleon naar Frankrijk werd gebracht, waar deze uiteindelijk begraven werd.
Ontevredenheid en eerste aanslag
Doordat Frankrijk in een economische crisis verkeerde en de arbeidersklasse steeds armer werd, kwam er ook meer protest tegen de regering van Lodewijk Filips, die steeds meer als conservatief en monarchaal werd gezien. Toen Lodewijk Filips op 19 november 1932 te paard naar de Kamer van Afgevaardigden reed, werd hij dan ook voor het eerst beschoten. Een oplettende generaal wierp zich meteen voor de koning en niemand raakte gewond. De dader van deze eerste aanslag werd nooit gepakt. Lodewijk Filips bleef volkomen kalm onder de gebeurtenissen, stapte niet eens van zijn paarden sprak even later gewoon de Kamer toe.
Meer aanslagen
In juli 1835 was het wederom raak toen Lodewijk Filips de troepen van de Nationale Garde controleerde in Parijs. Al voor 8 juli waren waarschuwingen van een op handen zijnde aanslag bij het hof aangekomen en daardoor was de beveiliging aangescherpt. Toch wist de jonge Corsicaan Joseph Fieschi met een geweer door de menigte te dringen en een aantal schoten te lossen. Eén daarvan raakte de koning, maar het was een schampschot dat weinig schade aanrichtte. Hij bleef wederom koelbloedig en ging ondanks de consternatie gewoon door met het inspecteren van de troepen.
Fieschi werd, samen met twee andere samenzweerders, datzelfde jaar nog ter dood gebracht. Nog geen jaar later probeerde weer iemand de Franse koning van het leven te beroven. Op 25 juli 1836 werd de koets waarin Lodewijk Filips met zijn vrouw en zuster zat beschoten door ene Alibaud, die vrijwel meteen door de politie gepakt werd. Hij verklaarde dat het hem misschien niet gelukt was de koning te vermoorden, maar dat er met hem duizenden anderen waren die het leven van Lodewijk Filips wilden beëindigen.
Aftreden
Revolutie 1848
Alibaud leek gelijk te hebben want tot 1848 werden er nog tientallen aanslagen op het leven van Lodewijk Filips gepleegd. Hij overleefde ze echter allemaal. Lodewijk Filips verbaasde vriend en vijand toen hij in 1848 aftrad, nadat de kritiek op hem en zijn bewind een enorme omvang had aangenomen en was uitgemond in de Februarirevolutie. Lodewijk Filips vreesde toestanden als in 1789, dus vermomde hij zich en vertrok stiekem uit Parijs. Hij maakte de overtocht naar Engeland door zich voor ‘Mister Smith’ uit te geven. Hier verbleef hij met zijn familie tot aan zijn dood op 16 augustus 1850.
