Geen afbeelding beschikbaar

Spionnennest 1914-1918

Het excentrieke verleden van de spionnenwereldDit najaar ging de nieuwste James Bond film in première. Net als de ou­dere films heeft ook Skyfall gezorgd voor een groeiende belangstelling voor de wereld van spionage met haar eigen­aardige geheim agenten. Hoe zijn de geheime diensten ontstaan? En klopt het beeld van James Bond als stereo­type geheim agent wel? Of heeft Ian Fleming alles uit zijn duim gezogen?Spionnennest 1914-1918. Spionage vanuit Nederland, in België, Duitsland en Engeland tracht een antwoord op deze steeds terugkerende vragen te ge­ven.

Joeri Tolboom

In het debuut van Edwin Ruis, historicus met een voorliefde voor mi­litaire geschiedenis, staan de uitzonder­lijke positie van Nederland in de Eer­ste Wereldoorlog en de eerste geheime diensten van zowel de Entente als de Centralen centraal.

Spionnennest 1914-1918  is door Ruis chronologisch ingedeeld in vier periodes. Elke periode wordt inge­leid met een kenmerkend citaat. Zo begint deel II over de periode 1914-1915, de opstartfase van de geheime diensten, met: “Het spionagespel dat van Rotterdam het grootste internati­onale spionnencentrum ter wereld zal maken, is begonnen.” Elk deel bestaat weer uit verschillende hoofdstukken die elk een bepaalde gebeurtenis of een perspectief beschrijven. In het hoofd­stuk ‘Spionnennest Rotterdam’ wordt bijvoorbeeld de Duitse geheime dienst N (Nachrichten-Abteilung im Admi­ralstab) besproken, waarna in ‘Spion­nennest Rotterdam II’ het Nederlandse perspectief hierop wordt geschetst. Dit zorgt ervoor dat het boek over­zichtelijk en goed te begrijpen is. Ruis eindigt met een vooruitblik op de levensloop van de hoofdpersona­ges tot aan het be­gin van de Tweede Wereldoorlog en hun spionageac­tiviteiten. Deze toevoeging zorgt ervoor dat de lezer door Ruis helemaal wordt meegezogen in het leven van die personen. Helaas bespreekt Spionnennest 1914-1918 de werkzaamheden van Mata Hari, de meest bekende spionne van de Eerste Wereldoorlog, vrijwel niet. Dat is jam­mer, aangezien zij bij het grote publiek tot de grootste verbeelding spreekt en er op de achterflap met haar naam ‘re­clame’ wordt gemaakt.

Ruis schrijfstijl is beeldend en ge­makkelijk te begrijpen. Hij treedt wel enorm in detail en is erg beschrijvend. De overvloed aan details komt wellicht voort uit zijn grotendeels beschrijvende bronnen. Voor het boek zijn namelijk vooral rapporten en archiefmateriaal gebruikt. Hij vertelt bij vrijwel elk per­soon de voorgeschiedenis en beweegre­denen. Zo ook van het vrij onbelang­rijke personage F. Buschmann:

‘Fernando Buschmann was een Braziliaan met een Duitse vader. De 24-jarige violist had een instru­mentenmakerij gehad, die door de oorlog failliet was gegaan. Via een Duitse vriendin kwam hij in Rot­terdam in contact met Flores. In april reisde hij naar Engeland, van­waar hij telegrammen naar Flores stuurde waarin hij vroeg om meer geld. Dat viel MI5 op en op 4 juni werd hij aangehouden. Op zijn hotelkamer werd citroensap gevon­den. Ook hij was geen bijster effec­tieve spion geweest. Gedurende de laatste nacht voor zijn executie in de Tower speelde hij viool.’

 Met dit soort fragmenten geeft Ruis een goed tijdsbeeld en een heldere per­soonsbeschrijving. Doordat dit echter bij zoveel personen gebeurt, zorgt het ook voor een overvloed aan informatie waardoor het soms lastig is om je later te herinneren om wie het ook alweer ging. Om dit probleem te verhelpen is er gelukkig wel een overzicht van be­langrijkste personages en instanties bij­gesloten. Ondanks de grote hoeveelheid achtergrondinformatie leest het boek gemakkelijk weg en blijft het, mede door het uitmuntende gebruik van anekdotes en citaten, interessant. Een goed voorbeeld hiervan is de anekdote over de zoektocht naar onzichtbare inkt door de Britse geheime dienst. Zij zocht een inkt die niet te zien was tijdens het versturen, maar die op bestemming te­voorschijn kon worden gehaald. Uitein­delijk kwam de dienst tot de conclusie dat sperma de ideale inkt was. Hoewel het natuurlijk gemakkelijk verkrijgbaar was, kon er alleen maar verse inkt ge­bruikt worden. Een agent die een voor­raadje had aangemaakt kreeg van het Britse hoofdkwartier het verzoek om al­leen verse inkt te gebruiken, omdat zijn brieven enorm stonken.

Tijdens zijn onderzoek voor dit boek stuitte Edwin Ruis op heel wat pro­blemen. De archieven van de geheime diensten waren niet toegankelijk of, in een poging bewijsmateriaal kwijt te raken, volledig verwoest. Daarbij komt dat de beste spionnen geen bewijs­materiaal achterlieten. Ruis beschikte daardoor slechts over materiaal van ontmaskerde, en dus de wat mindere, spionnen. Hierdoor kon hij niet het volledige beeld van de betrokken men­sen en diverse factoren weergeven. Ge­lukkig bleken biografieën van oud-spi­onnen en de nog bestaande archieven wel bruikbaar als aanvulling.

Spionnennest 1914-1918 werpt licht op het duistere verleden van de geheime diensten. Het geeft ons meer informatie over de positie van Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog en de rol van de geheime dienst hierin. Daarbij worden ook vragen over de mensen die met de geheime diensten gemoeid waren be­antwoord. Het uiteindelijke resultaat is een boek dat vlot leesbaar is. Hoewel Ruis een zeer gedetailleerde beschrij­ving geeft van de personen en de set­ting, is het een fascinerend debuut.

Ruis schrijft ook voor het tijdschrift Wereld in Oorlog en heeft een weblog, Struikgewas, waarop hij onder meer de historische context geeft bij zijn reizen door Europa.

<h3>Leestips-Boeken</h3>
<p> </p>
<p><a href="https://www.educatheek.nl/Spionnennest-1914-1918-_155292.html/&amp;amp;p... target="_blank"><img class="alignleft size-thumbnail wp-image-12900" src="https://aanzet.files.wordpress.com/2013/01/spionnennest-1914-18-edwin-ru... alt="" width="112" height="150" /></a></p>
<table style="width: 304px; height: 100px;" border="0"><tbody><tr><td><strong>Titel:</strong></td>
<td>
<p><strong>Spionnennest 1914-1918</strong><br />Spionage vanuit Nederland, België, Duitsland en Engeland</p>
</td>
</tr><tr><td><strong>Auteur:</strong></td>
<td>Edwin Ruis</td>
</tr><tr><td><strong>ISBN:</strong></td>
<td>978 90 897 5204 8</td>
</tr><tr><td><strong>Uitgever:</strong></td>
<td>Just Publishers</td>
</tr><tr><td><strong>Prijs:</strong></td>
<td>€ 19,95</td>
</tr></tbody></table><p> <a href="https://www.educatheek.nl/Spionnennest-1914-1918-_155292.html/&amp;amp;p... target="_blank"><img src="http://www.isgeschiedenis.nl/wp-content/uploads/2012/02/isg-button4-150x... alt="" width="150" height="37" /></a></p>
<p> </p>
<p> </p>
<p align="left"> </p>
<p> </p>
<p> </p>
<h3>Artikel geschreven door: </h3>
<p> </p>
<p><strong>Historisch Tijdschrift Aanzet</strong></p>
<p> </p>
<p><a href="http://aanzet.wordpress.com/" target="_blank"><img class="alignleft wp-image-37685" title="Aanzet" src="http://www.isgeschiedenis.nl/wp-content/uploads/2012/09/Aanzet.jpg" alt="" width="78" height="78" /></a></p>
<p>Historisch Tijdschrift Aanzet is hét tijdschrift voor en door studenten Geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Het blad verschijnt twee à drie keer per jaar en publiceert populair-wetenschappelijke artikelen naar aanleiding van eigen onderzoek van studenten. De recensies worden meestal geschreven door de redacteuren, die ook allemaal student Geschiedenis zijn. <a href="http://aanzet.wordpress.com/" target="_blank">Meer informatie</a></p>

Rubrieken: 

Tijdperken: 

De wieg van de Zijderoute

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

GM 2 cover - nu in de winkel

Het tweede nummer van 2024 is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Saga vikingen

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Piet Hein

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.