Tornado van Tricht, Chaam en Oostmalle

Op 25 juni 1967 verwoestte een enorme windhoos grote delen van de dorpen Oostmalle, Chaam en Tricht. Zeven mensen kwamen om en honderden raakten gewond. Eén-derde van de bevolking van Tricht was binnen vijftien seconden dakloos.

Op deze dag trok een lagedrukgebied vanaf de Azoren langzaam naar het noordoosten. In Frankrijk kwamen acht mensen om door tornado’s die ontstonden te midden van de onweersbuien. Op de Nederlandse radio werd op de ochtend van de 25e voor het eerst een waarschuwing voor windhozen gegeven. Toen de storm kwam bleek er weinig kruid tegen gewassen. De als een straaljager bulderende wind blies huizen omver en zoog beken leeg, ontwortelde bomen en tilde kasten op alsof het niets was. Talloze huizen en boomgaarden werden verwoest.

Hulp kwam snel op gang

Al snel kwam de hulp op gang. Honderdvijftig bouwvakkers begonnen direct met puinruimen en de huizen werden in recordtijd herbouwd. In totaal was er zo’n zes miljoen gulden aan schade, een behoorlijk bedrag in die tijd. Voor de helft werd dit uit het Rampenfonds betaald, de andere helft moest van liefdadigheid van de bevolking komen. In het hele land werden hulpacties op touw gezet. Door de grote steun en inzet was al snel niet veel meer te zien van de ramp die zich had afgespeeld. Kort na de storm kwam er wel een stroom ramptoerisme op gang, waar de bevolking via het café en gemeentehuis soms nog een slaatje uit wist te slaan.

Ontstaan windhoos

Windhozen, bij extreem hoge snelheden ook wel tornado’s genoemd, ontstaan bij grote vochtigheids- en temperatuurverschillen tussen de lucht aan het aardoppervlakte en de lucht hoog in de atmosfeer. Daarnaast moet er een zeer sterke wind staan op zo’n tien kilometer hoogte, de zogeheten straalstroom. De hoos is vaak zichtbaar in de vorm van een trechterachtige slurf onder een onweerswolk. Met F3 op de schaal van Fujita lag de snelheid van de windstoten op die 25e juni rond de 250 kilometer per uur.