Geen afbeelding beschikbaar

Vestiging van multinationals in communistisch China

Elektronicafabrikant Apple geeft toe dat er misstanden zijn in de Chinese fabrieken waar de producten gemaakt worden. “Klanten zouden geschokt zijn als ze wisten waar hun iPhones vandaan komen”, zegt een ex-bestuurder van Apple. Waarom laten westerse bedrijven tegenwoordig alles produceren in China? Vanaf de jaren ’60 en ‘70 vond er in Europa en de Verenigde Staten een proces van deïndustrialisering plaats.

De zware industrie die in de negentiende eeuw opgekomen was, leek vanaf de tweede helft van de 20e eeuw op zijn retour en het aandeel van de beroepsbevolking dat werkte in fabrieken nam sterk af. Het westen onderging grote sociale en economische veranderingen. Er werd minder geproduceerd en dus minder fabriekswerk verricht. Een belangrijke verklaring hiervoor is de verschuiving naar een diensteneconomie. In plaats van te produceren, leverden veel bedrijven een dienst af aan de klant, zoals telefonie en internet. Bovendien zijn productiemethoden efficiënter geworden, waardoor minder mensen werkzaam hoeven te zijn in de industrie.

Verplaatsing

Dit verklaart de deïndustrialisering van het westen echter maar deels. Veel van de industrie is namelijk niet ‘verdwenen’, maar verplaatst. In arme regio’s wonen mensen die tegen een veel lager loon hetzelfde werk verrichten. Dit betekende meer winst, dus veel bedrijven trokken naar de Derde Wereld, in het bijzonder Oost-Azië. In China was er een gigantische bevolking bereid te werken voor lage lonen en een overheid die met sterke hand industrialisering stimuleerde. Ook het rigide communistische systeem was een voordeel voor veel bedrijven; het leverde gedisciplineerde arbeidskrachten op met weinig rechten.

Kapitalisme met socialistische trekjes

China was van oudsher een agrarische samenleving. Mao trachtte het land in de jaren ’50 door zijn Grote Sprong Voorwaarts te industrialiseren, maar dat bleek een catastrofale mislukking. Het leidde tot een enorme hongersnood en weinig productiviteit. In ’76 kwam Deng Xiaoping naar voren als opvolger van Mao. Hij voerde stevige economische hervormingen door en versoepelde de regulering van de markt, naar eigen zeggen: “kapitalisme met socialistische trekjes”. De hervormingen waren onderdeel van een opendeurpolitiek, buitenlandse bedrijven kregen gemakkelijker toegang tot de Chinese economie. Het leidde tot enorme investeringen van westerse bedrijven en de oprichting van grote fabrieken. De industrie van China begon fenomenaal te groeien en massa’s Chinezen gingen werken voor buitenlandse bedrijven.

Chinese arbeiders

Er zat echter een keerzijde aan de opbloeiende industrie. Naast enorme milieuproblemen, waren de arbeidsomstandigheden slecht en gruwelijk. Er was geen vrije tijd, de lonen waren extreem laag en het werk was geestdodend en vaak ongezond. “Het voelt alsof we in de gevangenis zitten”, zei een Chinese werknemer. En anderen berichtten het volgende aan de pers: “We zijn niet menselijk” en “Mijn handen bewegen continu, ik kan het niet stoppen. Onze vingers, handen en armen zijn opgeblazen en doen zeer. “ Aan dergelijke werkomstandigheden is nauwelijks wat veranderd. Ook Apple blijkt zulke fabrieken te bezitten en moet zich nu verantwoorden ten opzichte van bezorgde westerlingen

Landen: 

Tijdperken: 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief.