Viking zeeslag bij Svolder
De Slag bij Svolder tussen de Noorse, Zweedse en Deense koningen vond vandaag precies 1012 jaar geleden plaats. Deze zeeslag is één van de bekendste grote gevechten uit de tijd van de Vikingen. Met de dood van de Noorse koning Olaf Tryggvason in september van het jaar 1000 werd Noorwegen een vazalstaat van Denemarken en Zweden.
De Vikingen waren Noorse, Zweedse en Deense zeevaarders die vanaf het begin van de 8ste eeuw tot het einde van de 11e eeuw Europa introkken op zoek naar buit. Op hun strooptochten bestreken zij een gebied dat zich uitstrekte van Noord-Amerika tot Rusland en van Finland tot Zuid-Italië. Hoewel zij meestal op zoek waren naar goederen om te roven vestigden zij zich soms ook in andere gebieden, zoals op Groenland en Sicilië en in Normandië en Engeland.
Koning Olaf Tryggvason
Koning Olaf regeerde van 995 tot 1000 en speelde een belangrijke rol in de, min of meer gedwongen, bekering van de Noren tot het Christendom. Tijdens zijn regeerperiode probeerde hij de vele losse Noorse graafschappen en hertogdommen te verenigen onder één sterke koning. Hij had zelfs de ambitie om heerser van een Christelijk Scandinavië te worden, maar joeg hierbij de koningen van Denemarken en Zweden tegen zich in het harnas.
Aanloop naar de slag
Olaf was op 9 september 1000 op de weg terug naar Noorwegen van een expeditie in het Baltische gebied. Hij was in het gebied van de Wenden geweest, het huidige Pommeren in Polen en het oosten van Duitsland. Tijdens Olafs afwezigheid hadden de koning van Denemarken, Sven Gaffelbaard, de Zweedse koning Olof II en graaf Erik Hakonson van Lade een verbond tegen Olaf gesloten om Noorwegen onderling te verdelen.
Hinderlaag
Tijdens zijn terugtocht had koning Olaf 71 schepen bij zich. Een groot deel stond echter onder bevel van graaf Sigvald, een bondgenoot van zijn tegenstanders. Deze Sigvald liet Olaf in de steek, waarna Olaf met elf schepen in een hinderlaag bij het eiland Svolder liep. De vloot van de Zweedse en Deense koningen bestond waarschijnlijk uit zo’n zeventig schepen, een grote overmacht.
Drijvend fort
Olaf had waarschijnlijk wel kunnen ontkomen als hij op volle snelheid weg was gevaren, maar als een echte Viking besloot hij om het gevecht aan te gaan. Hij liet de elf schepen die hij bij zich had met de zijkanten aan elkaar binden, waardoor deze schepen veranderden in een soort drijvend fort. Olafs vlaggenschip, het Lange Serpent, werd het hoogste punt van de linie, van waaruit de Noren hun tegenstanders bestookten met speren en pijlen. Het voordeel van deze tactiek was dat de Noren de vijand met de roeispanen op een afstand konden houden en dat het voor de tegenstanders moeilijk was om hun overweldigende meerderheid goed toe uit te buiten.
Einde van de slag
Ondanks de moed en het krachtige verzet waarmee ze hun schepen verdedigden werden de Noren toch langzaam overlopen door hun vijanden. De Denen en de Zweden veroverden één voor één alle Noorse schepen, totdat alleen het Lange Serpent nog overbleef. Op het vlaggenschip van de Noorse vloot werd het hardst gevochten van de hele slag, maar het lukte de Noren niet om de overmacht af te schudden. Koning Olaf sprong uiteindelijk in volle wapenuitrusting overboord, omdat hij de voorkeur gaf aan zelfmoord boven gedood worden door zijn vijanden.
Opdeling van Noorwegen
Na de slag werd Noorwegen opgedeeld door koning Olof II en koning Sven Gaffelbaard, waarbij graaf Erik een groot gebied aan de Noorse kust onder zich kreeg. Zij stonden in tegenstelling tot koning Olaf wel religieuze vrijheid toe, waarna veel Noren ervoor kozen om weer terug te gaan naar hun oude geloof. Veel van het missionariswerk van Olaf Tryggvason werd na zijn dood dus weer teruggedraaid.
De slag spreekt sindsdien nog steeds tot de verbeelding en heeft een grote rol gespeeld in verschillende Noorse sagen en verhalen. Ook IJslandse, Deense en Zweeds dichters hebben verschillende werken over de Slag bij Svolder gepubliceerd.