Watergeuzen veroveren Enkhuizen
Enkhuizen 1572- Het waren grote imposante mannen, gekerfd met wonden en littekens door de strijd die ze voerden. Het missen van een been, een arm, een oog of een oor maakte hun aanblik imposant en angstaanjagend. 'Bouffen en piraten', zo noemde hertog Alva van Spanje ze.
Enkhuizen was één van de eerste Hollandse steden die zich op 21 mei schaarde achter Willem van Oranje. De Geuzen probeerden vanuit zee het Spaanse bewind over de Nederlanden omver te werpen. Onder hen waren verarmde Nederlandse edelen, vissers, handwerkers, geleerden en kooplieden, maar ook avonturiers, werklozen en bandieten. De groep was veelzijdig en gemêleerd. Ondanks dat zij het juk van de Spanjaarden durfden te trotseren, teisterden ze zelf ook dorpen langs de kust. In een tijd waarin de protestante Nederlanden tegen de katholieke Spanjaarden streden, moesten veel katholieken in Nederland hun geloofsovertuiging dan ook met de dood bekopen.
Een havenplaats was de ideale plek om de ongeordende vrijbuiters bende om te toveren tot een reguliere oorlogsvloot en bovendien de kaapvaart te beteugelen. Enkhuizen was ‘Meester over de Zuiderzee en lag zeer geschikt om van daar Friesland te hulp te komen’. Er zijn verschillende ideeën over de inname van Enkhuizen. Ten eerste zou het als een afleidingsmanoeuvre gezien kunnen worden van activiteiten in het zuiden. Het zuiden was immers belangrijk in de strijd tegen Alva. Ook werden er argumenten aangedragen dat Willem van Oranje een vestigingsplaats wilde hebben voor de geuzen.
De taak van de Watergeuzen in het heroveren van de Nederlanden op de Spanjaarden was het in bezit nemen van enkele Hollandse steden. Op 21 mei 1572 zorgden zij dus voor de steun van Enkhuizen, de eerste stad van Holland die Alva afviel.