Oorsprong van de Franse franc
De Franse franc keert tijdelijk terug als betaalmiddel. In veel Franse steden accepteren winkeliers kortstondig de franc. Op deze manier hopen zij burgers te verleiden om meer geld te besteden. Binnenkort verloopt namelijk de mogelijkheid om oude francs in te ruilen voor euro’s. De allereerste franc werd geslagen in 1360.
Tijdens de Honderdjarige Oorlog (1337-1453) leed Frankrijk zware verliezen tegen Engeland. Koning Jean II Le Bon werd zelfs gevangen genomen door de Engelsen en in ruil voor een grote som geld werd hij vrij gelaten. Om dit te kunnen betalen werd het muntwezen versterkt en introduceerde de Franse regering op 5 december 1360 een nieuwe munt, met de naam ‘franc d’or à cheval’ (gouden franc te paard). Dit waren de eerste francs. Ze waren gemaakt van goud en wogen 3800 gram.
Achter de nieuwe munt schuilde veel symboliek, temeer omdat men wist dat het diende voor het vrijkopen van de koning. Het woord ‘franc’ betekende ‘vrij’, waaruit afgeleid kan worden dat de koning bevrijd zou worden door de munt. Op de munt zien we Koning Jean II te paard, klaar om aan te vallen en om de door de Engelsen bezette gebieden terug te veroveren. De munt was ontstaan uit vernedering maar straalde desalniettemin Franse trots uit.
Toch bleek er niet genoeg geld te zijn om het bedrag volledig af te lossen en Koning Jean II stierf in gevangenschap. Charles V volgde hem op als koning en hij verving de munt ‘franc te paard’ door de ‘franc te voet’. Op de munt werd de koning staand afgebeeld met een zwaard in zijn handen. De franc is hierna altijd in gebruik gebleven, ook na de invoering van de euro. Tegenwoordig betaalt men nog met francs in veertien Afrikaanse landen, in Zwitserland, in Liechtenstein, en nu, voor eventjes, ook weer in Frankrijk zelf.