Belle van Zuylen: Franstalige schrijfster uit Utrecht
Op de vraag of zij wilde trouwen, antwoordde Belle van Zuylen: 'Ik heb geen talent voor ondergeschiktheid'. Dat is kenmerkend voor haar vrijzinnige houding. Ondanks haar adellijke afkomst spotte zij graag met de gewoonten van de vastgeroeste adelstand. Belle is bekend geworden als schrijfster, componiste, en vanwege een briefwisseling met Constant d'Hermenches.
Adellijke jeugd
Belle van Zuylen werd op 20 oktober 1740 geboren op slot Zuylen, nabij Utrecht. Belle was één van de zeven kinderen van Diederik Jacob van Tuyll van Serooskerken, heer van Zuilen en Westbroek, voorzitter van het Ridderschap van Utrecht en gedeputeerde van de Staten-Generaal, en Helena Jacoba de Vicq, die eveneens van adel was. Belle kreeg onderwijs aan huis van Zwitserse Franstalige gouvernantes, waardoor zij het Frans vloeiend beheerste. Nog voordat zij tien jaar oud was ging zij met één van deze gouvernantes een jaar naar Genève, waar zij les kreeg in Engels, Italiaans, Latijn, muziek, natuurkunde, godsdienst en wiskunde.
Briefwisseling
Belle ontmoette op negentienjarige leeftijd David-Louis Constant d’Hermenches, een Zwitsers officier in Nederlandse dienst. Tegen de etiquetten in vroeg zij hem ten dans op een bal: 'Danst u niet Mijnheer?' Ondanks dat hij veel ouder was dan zij, en bovendien al getrouwd was, begonnen de twee een intense briefwisseling die vijftien jaar aanhield. Het schrijftalent dat zij in deze briefwisselingen ontwikkelde liet ze in 1762 zien met de publicatie van haar eerste werk, Le Noble. Dit boekje is een bijtende satire op het milieu van de Hollandse adel. Ondanks dat Belle het werk anoniem publiceerde werd toch bekend dat zij het geschreven had, waarna haar ouders het uit de handel namen vanwege het beledigen van haar eigen stand.
Huwelijk
Ondanks verschillende huwelijksaanzoeken van rijke heren en edellieden, waaronder de Schotse advocaat en schrijver James Boswell, bleef Belle lang vrijgezel. Uiteindelijk koos zij ervoor om in 1771 een verstandshuwelijk te sluiten met Charles-Emmanuel de Charrière, de voormalige huisleraar van haar broers. Met De Charrière vestigde Belle zich in Colombier in Zwitserland, na twee maanden in Parijs verbleven te hebben waar zij tekenlessen volgde bij Maurice de la Tour.
Neuchatel
Door de grote godsdienstvrijheid in het Zwitserse kanton Neuchatel, waar het plaatsje Colombier in ligt, vluchtten veel wetenschappers en kunstenaars naar Zwitserland. In 1777 ontmoette Belle daar Voltaire, één van haar idolen. Haar huwelijk was echter minder gelukkig, en tot wederzijds verdriet kinderloos. Vanaf 1784 concentreerde Belle zich vooral op het schrijverschap, omdat zij neerslachtig werd van haar saaie, uitzichtloze huwelijk.
Werk
In 1784 publiceerde zij Letters Neuchateloises, waardoor Belle de inwoners van Neuchatel tegen zich in het harnas joeg omdat zij onterecht gelooofden dat ze bespot werden. Belle publiceerde verder nog een aantal romans, waarvan Caliste uit 1787 en Trois femmes uit 1795 de bekendste zijn. Verder schreef zij een groot aantal pamfletten en essays over de politieke situatie en was zij ook als toneelschrijfster en componiste actief. Haar werk verscheen niet op grote schaal, maar Belle vond dat niet erg. Ze vertrouwde op enkele vrienden die zorgden dat haar geschriften onder de ogen van de intellectuele elite kwamen.
Nalatenschap
Belle overleed op 27 december 1805 op het landgoed van haar man in Colombier. Op haar begrafenis waren haar echtgenoot en haar schoonzussen niet aanwezig. Na haar dood verdween haar werk een tijd in de vergetelheid. Decennia later kwam haar werk weer in de publiciteit, waarbij vooral haar briefwisselingen met d’Hermenches werden geprezen vanwege haar schrijfstijl. D’Hermenches zelf noemde haar proza al eerder beter dan het werk van zijn vriend Voltaire. In 2004 werd Belle van Zuylen bij een verkiezing uitgeroepen tot grootste Utrechter aller tijden.