Ontdekking van de Piltdown-mens
Het is vandaag precies 100 jaar geleden dat de grootste hoax uit de wetenschappelijke geschiedenis begon. Op 18 december 1912 presenteerde amateur-paleontoloog Charles Dawson namelijk de restanten van de ‘Piltdown-mens’, de missing link in de evolutie van de mens. Ruim veertig jaar lang stond de wetenschappelijke wereld versteld van de vondst, maar in 1953 werd duidelijk dat er sprake was van grootschalig bedrog.
Op 18 december 1912 kwam de Geological Society of Londen bijeen voor wat een reguliere vergadering had moeten zijn. De zaken liepen echter anders dan verwacht, want tijdens de bijeenkomst kwam amateur-paleontoloog Charles Dawson met een wel heel opmerkelijke vondst op de proppen: de gebroken schedel van een prehistorische mens. Naar eigen zeggen had Dawson deze eeuwenoude hersenpan al in 1908 ontvangen uit handen van een grindgraver in Piltdown, East Sussex.
Arthur Woodward
De overige aanwezigen bij de vergadering merkten al snel op dat de bovenkant van de gevonden schedel volledig was ingeslagen. Volgens Dawson kwam dit omdat de grindgraver aanvankelijk dacht dat hij een gefossiliseerde kokosnoot had gevonden. Ondanks deze beschadiging was Arthur Smith Woodward, een geoloog verbonden aan het British Museum, echter enorm onder de indruk van de vondst.
Op basis van een reconstructie van de schedel kwam hij tot de conclusie dat deze zeer sterk leek op die van de moderne mens, maar met slechts tweederde van diens hersencapaciteit. Het eveneens in Piltdown gevonden kaakbot was echter een ander verhaal. Op twee mensachtige kiezen na bleek het gebit namelijk volledig overeen te komen met dat van een jonge chimpansee.
Missing link
Volgens Woodward was er maar één conclusie mogelijk: de Piltdown-mens vormde de ‘missing link’ in de evolutie van de prehistorische aap naar de mens. De unieke vondst ondersteunde hiermee de gangbare theorie dat de evolutie van de mens begon met de groei van de hersenen, en pas later effect had op de rest van het lichaam. Woodward raakte vervolgens nog verder overtuigd toen de Franse geoloog Pierre Teilhard de Chardin, in 1913 in Piltdown nog twee aapachtige hoektanden vond die precies in het gevonden kaakbot pasten. Twee jaar later ontdekte Dawson bovendien nog een aantal schedelfragmenten die toebehoorden aan een tweede Piltdown-mens.
Scepsis
Toch waren niet alle paleontologen even overtuigd als Woodward. Zo publiceerde de Brit David Waterston al in 1913 een artikel in het blad Nature waarin hij concludeerde dat de Piltdown-mens in werkelijkheid bestond uit twee afzonderlijke vondsten: de schedel van een mens en het kaakbot van een aap. Tien jaar later kwam de Duitser Franz Wiedenreich vervolgens tot de – terechte – conclusie dat het ging om een bewuste vervalsing, maar zijn bevindingen kregen niet veel aandacht.
Hoax
Pas in 1953 wist een publicatie in het tijdschrift Time de wetenschappelijke wereld te overtuigen van het feit dat de Piltdown-mens één grote hoax was. De ‘vondst’ bleek te bestaan uit drie delen: de schedel van een middeleeuwse mens, het kaakbot van een orang-oetang uit de 15e eeuw en de hoektanden van een chimpansee. De botfragmenten waren behandeld met een chemische stof om ze ouder laten lijken. Verder waren de kiezen van het chimpanseegebit bewerkt met een vijl, zodat ze meer overeenkomsten zouden vertonen met die van een mens.
Dader?
Hoewel de hoax van de Piltdown-mens dus al in 1953 aan het licht kwam, is tot op de dag van vandaag niet bekend wie er achter het bedrog zat. De voornaamste verdachte lijkt Charles Dawson, de ‘ontdekker’ van de schedel die vier jaar na zijn unieke vondst overleed. Toch houdt men ook rekening met andere mogelijke daders, waaronder Pierre Teilhard de Chardin en Martin Hinton. Laatstgenoemde was de grote rivaal van Woodward, die dankbaar gebruik van het Piltdown-schandaal om Woodwards reputatie flink onderuit te halen.
In een poging de echte dader te vinden gaat het London's Natural History Museum (NHM) nu opnieuw onderzoek doen naar de Piltdown-schedel. En zo houdt de grootste hoax uit de geschiedenis van de wetenschap ons 100 jaar na dato nog steeds bezig.