Willem II: Koning van conservatief naar liberaal
Al op jonge leeftijd blijkt dat de aanstaande koning Willem II in niets lijkt op zijn vader, de standvastige Willem I. Als jonge erfprins laat hij zich in met de Belgische revolutionairen en later ziet hij zich als vorst genoodzaakt in te stemmen met de invoering van een nieuwe liberale grondwet, die zijn macht aanzienlijk beperkt. De negen jaar van het koningschap van Willem II kenmerken zich vooral door de Nederlandse overgang van conservatief naar liberaal.
Willem Frederik werd geboren op 6 december 1792 te Den Haag. Hij was de zoon van de latere koning Willem I (1772-1843) en diens vrouw Wilhelmina van Pruisen (1774-1837). Na het uitbreken van de Bataafse Revolutie en de afschaffing van het stadhouderschap zagen de leden van het Huis Oranje-Nassau zich genoodzaakt Nederland te ontvluchten. Willem en zijn ouders trokken eerst naar Engeland, maar kozen later voor een verblijf aan het Pruisische hof te Berlijn. Daar kreeg de jonge prins nog één broertje, Frederik (1797-1881), en twee zusjes, Paulina (1800-1806) en Marianne (1810-1883).
Slender Billy
Aan het hof van koning Frederik Willem III van Pruisen kreeg de jonge Willem een strenge militaire opleiding. Deze lessen kwamen hem later goed van pas, want hij besloot te gaan vechten in de Napoleontische oorlogen. Zo diende hij in 1813 onder meer in het Engelse leger in Spanje, waar hij de bijnaam ‘Slender Billy’ (Slanke Billy) kreeg. Twee jaar later liep hij een schotwond aan zijn schouder op tijdens de beslissende Slag bij Waterloo. Dankzij zijn heldhaftige militaire optreden was Willem immens populair in de bevrijdde Nederlanden en groeide hij uit tot een nationale held.
Huwelijk met Anna Paulowna
In december 1813 verloofde de erfprins zich met Charlotte Augusta, de Britse kroonprinses. Haar moeder was echter fel tegen de relatie en Charlotte weigerde bovendien naar Nederland te verhuizen, met als gevolg dat de verloving na een half jaar weer werd verbroken. Willem trad daarop in februari 1816 in het huwelijk met Anna Paulowna, de dochter van de Russische tsaar Paul I. Samen kregen zij vijf kinderen, één dochter en vier zoons, waarvan de oudste, Willem Alexander Paul (1817-1890), later werd gekroond als koning Willem III. Naar verluidt was er sprake van een gelukkig huwelijk tussen Willem en Anna, al deden er wel geruchten de ronde over homoseksuele verhoudingen van de erfprins met zijn bedienden.
Belgische revolutie
Naarmate de jaren vorderden werd duidelijk dat Willem in vrijwel niets leek op zijn vader. Waar koopman-koning Willem I bekend stond als een sobere, strenge en standvastige man, was de erfprins juist charmant, flamboyant en wispelturig. Uit berichten rondom het hof bleek dan ook regelmatig dat het niet al te goed boterde tussen de twee. Het kwam zelfs zo ver dat de jonge Willem zich in 1830 opwierp als de verdediger van de autonome Zuidelijke Nederlanden, die zich kort daarvoor met de Belgische Revolutie hadden onttrokken aan het bewind van koning Willem I. De erfprins werd daarop door zijn vader op het matje geroepen en besloot in te binden. In 1831 vocht Willem zelfs tegen de opstandelingen als leider van de Tiendaagse Veldtocht, maar deze succesvolle campagne bleek niet genoeg om de afscheiding van België te voorkomen.
Koning Willem II
Na de abdicatie van zijn vader op 7 oktober 1840 besteeg hij de troon als koning Willem II der Nederlanden. Eén van de eerste zaken waar de nieuwe vorst mee werd geconfronteerd was een familieaangelegenheid. Zijn moeder, Wilhelmina van Pruisen, was inmiddels overleden, waarop vader Willem I had besloten te hertrouwen met de Rijksgravin Henriëtte d'Oultremont de Wégimont. Zij was niet alleen de oud-hofdame van Wilhelmina, maar ook nog eens Belgisch én katholiek. De nieuwe relatie veroorzaakte dan ook veel ophef in Nederland en aan het koninklijk hof, maar na verloop van tijd besloot Willem II de ruzie met zijn vader bij te leggen.
Liberale Revolutie
De rust in het land was nog maar amper teruggekeerd of de volgende verontrustende situatie diende zich al weer aan. Tijdens het revolutiejaar 1848 braken er in heel Europa namelijk liberale opstanden uit tegen het conservatieve koninklijk gezag. Ook Willem II stond op dat moment bekend als een conservatief vorst. In zijn eerste jaren had hij zelfs beweerd ‘liever naar het schavot’ te gaan dan dat hij zou instemmen met een liberale grondwet, maar de dreiging van een opstand in de Nederlanden deed hem al snel van gedachten veranderen. Naar eigen zeggen ging hij ‘in één nacht van conservatief naar liberaal’ en stemde hij in 1848 in met de opstelling van een nieuwe liberale grondwet door Johan Thorbecke.
Grondwet 1848
Ondanks dat deze nieuwe constitutie zijn macht aanzienlijk zou beperken, toonde Willem II zich na deze omslag juist een fanatiek voorstander van het wetsvoorstel. Zo hielp hij Thorbecke zelfs om diens nieuwe grondwet succesvol door het parlement te loodsen. Dit kwam de koning op grote kritiek te staan van zijn oudste zoon, de latere Willem III, die niet blij was met het feit dat zijn toekomstige machtspositie nu verzwakt werd. Willem II trok zich hier echter weinig van aan en richtte zich ondertussen liever op zijn favoriete tijdverdrijf: de architectuur.
Tilburg
Gedurende zijn regeerperiode gaf de koning opdracht tot meerdere nieuwe bouwwerken, waarvan er slechts enkelen volledig voltooid zouden worden. Een van zijn favoriete projecten was de aanleg van een nieuw koninklijk paleis in Tilburg, een stad waar Willem II een grote voorliefde voor had. Na een ongelukkige val van een trap in Rotterdam, met als gevolg dat de gezondheid van de koning sterk verslechterde, besloot hij zich dan ook terug te trekken in Tilburg. Hier stierf Willem II op 17 maart 1849 op de leeftijd van 56 jaar, waarvan hij er slechts 9 had gediend als koning der Nederlanden.