Adriaan van Berkel gaat naar de Barrebiesjes
Onlangs verscheen een heruitgave van de reisverslagen van Adriaan van Berkel, oorspronkelijk gepubliceerd in 1695 door uitgever Johan ten Hoorn in Amsterdam. Het eerste deel beschrijft de avonturen van Adriaan van Berkel in Berbice, het oostelijk deel van het huidige Guyana; het tweede deel geeft een beschrijving van Suriname, de van oorsprong Engelse kolonie die in 1667 in Nederlandse handen was gekomen.
Vanaf het einde van de 16e eeuw handelen de Nederlanders met de Indianen op de Wilde Kust van Guiana, een gebied dat is gelegen tussen de Amazone en Orinoco. In eerste instantie werden daar door handelaren contractarbeiders voor een paar jaar bij Indiaanse dorpen gestationeerd om indiaanse producten zoals tabak, katoen en orliaan (Bixa orellana) te verhandelen voor kralen, ijzeren gereedschap (bijlen, dissels, raspen) en snuisterijen als zilveren vingerhoedjes. In Nederland werd de oranje-rode kleurstof orliaan gebruikt om de bleke boter een aantrekkelijker kleur te geven –dit gebeurt nog steeds en het officiële Europese toelatingsnummer van deze kleurstof is E-160b.
Pas na het einde van het Twaalfjarig Bestand (1609-1621), begonnen de Nederlandse handelaren grotere handelsposten te stichten in de gebieden van de Wilde Kust en de Antillen. Abraham van Pere uit Vlissingen was een van de eersten die in 1627 van de inmiddels opgerichte West-Indische Compagnie (1621) toestemming kreeg om een kolonie te stichten aan de Berbice rivier (in het tegenwoordige Guyana). Het begon met een eenvoudig huis op de plek van het latere Fort Nassau. Daar woonden de eerste kolonisten die onder het toeziend oog van Kornelis van Pere (de zoon van de initiatiefnemer) handelden met de Arawakse indianen uit deze regio. Het klimaat is daar warm en vochtig en het leven van de kolonisten was er dan ook behoorlijk zwaar wat later de Nederlandse uitdrukking ‘naar de Barrebiesjes gaan’ heeft opgeleverd: het stond gelijk aan ‘een zekere dood tegemoet gaan’.
Naderhand stichtten de Nederlanders ook kolonies ten westen van deze kolonie aan de rivier de Berbice, namelijk in het stroomgebied van de Essequibo, Demerara en Pomeroon. Ook deze ondernemingen waren geoctroyeerd door de WIC en stonden ook onder haar toezicht. Naast het drijven van handel met de indianen werd er nu ook plantages gesticht. Uit Afrika geïmporteerde slaven produceerden de in Europa felbegeerde suiker. Het bestaan van Zeeuwse en Hollandse kolonies in ditzelfde gebied leidde bij tijd en wijlen tot hoogoplopende ruzies. Om deze ruzies te beslechten werd de jonge Adriaan van Berkel aangetrokken. Hij vertrok op 20 oktober 1670 van Leiden naar Vlissingen om zich daar in te schepen naar Berbice waar hij tot 1674 zou verblijven als secretaris van het bestuur van de kolonie.
Van Berkel ondernam verschillende reizen naar de naburige kolonies, zowel over land als over zee. De Amsterdamse uitgever Johan ten Hoorn zag blijkbaar wel wat in het verslag van deze reizen. Ten Hoorn vond het wel een mooi onderwerp, maar toch niet aantrekkelijk genoeg om er een goed verkoopbaar boek van te maken. Daarom voegde hij aan het reisverslag van Van Berkel niet alleen uit andere bronnen allerlei smakelijke passages toe, maar ook een fictief verblijf in Suriname. Maar deze zogenaamde Surinaamse reis was letterlijk overgeschreven van de Nederlandse vertaling uit 1669 van een beschrijving van Suriname door George Warren uit 1667 (An Impartial Description of Surinam). Hieraan voegde Ten Hoorn nog enkele oude berichten uit de Oprechte Haerlemse Courant en uit de jaarboeken 1688 en 1689 van de Hollandse Mercurius toe en publiceerde dit geheel in 1695 als Americaansche Voyagien.
De recent verschenen geannoteerde uitgave van Martijn van den Bel, Lodewijk Hulsman en Lodewijk Wagenaar bevat een uitgebreide inleiding die de reizen van Van Berkel in de historische context plaatst. Welke schrijvers werden geciteerd in de oorspronkelijke uitgave? Archiefonderzoek werpt nieuw licht op de toenmalige positie van Berbice en de identiteit van de jongeman die in 1670 vanuit Leiden als secretaris afreisde naar Berbice? Zijn vierjarige verblijf en boeiende ontmoeting met de indianen wordt deskundig toegelicht door de twee auteurs, kenners van de lokale inheemse geschiedenis. Het boek is te koop in de boekwinkel maar ook gratis te lezen op de site van uitgever.
Titel: | De reizen van Adriaan van Berkel naar Guiana - Indianen en planters in de 17de eeuw |
Bezorgd door: | Martijn van den Bel, Lodewijk Hulsman & Lodewijk Wagenaar |
ISBN: | 9789088902697 |
Uitgever: | Sidestone |
Prijs: | €29,95- |