Geschiedenis van het Anne Frank Huis

De BankGiroloterij heeft het Anne Frank Huis in Amsterdam 910.000 euro geschonken, zodat het museum kan vernieuwen. De Anne Frank Stichting wil de tentoonstellingen aantrekkelijker maken voor jongeren. Tijdens de vernieuwingen blijven zowel de vaste tentoonstelling als het Achterhuis open voor bezoekers. 

In het Duitse Frankfurt am Main woonde begin jaren ‘30 het gezin Frank bestaande uit vader Otto, moeder Edith en dochters Margot en Anne. In 1933 besloot de familie de bedreigende situatie voor de Joden, die door de heerschappij van Adolf Hitler was ontstaan te ontvluchten en naar Amsterdam te verhuizen. In december 1940 verhuisde de familie opnieuw, deze keer binnen Amsterdam naar Prinsengracht 263 waar Otto Frank ook zijn bedrijf Opekta vestigde. Met de Duitse inval in Nederland, op 10 mei 1940 werd het ook voor Joden in Nederland gevaarlijk.

Het Achterhuis

De familie Frank begon zodoende in 1942 met de inrichting van het achterste gedeelte van het pand om dit te gebruiken als schuilplaats. Op 6 juli 1942 doken ze onder in het Achterhuis. Samen met de familie Van Pels en Fritz Pfeffer woonden ze hier tot ze op 4 augustus 1944 werden ontdekt en gearresteerd. De onderduikers bleken verraden te zijn en werden na hun arrestatie naar concentratiekampen gestuurd. Edith, Margot en Anne overleefden de kampen niet en alleen vader Otto keerde na de oorlog terug. Zijn dochter Anne heeft de gehele onderduikperiode een dagboek bijgehouden en deze gevonden in het Achterhuis. In 1947 gaf Otto dit dagboek uit onder de naam Het Achterhuis. Het werd een groot succes en Anne werd postuum wereldberoemd.

Ontstaan Anne Frank Huis

Otto probeerde zijn bedrijf na de oorlog weer op te bouwen maar het pand waar het bedrijf nog steeds gevestigd was, was in slechte staat. In 1950 kocht textielfabriek Berghaus een aantal panden aan de Prinsengracht met het idee deze te slopen en er nieuwe bedrijfspanden neer te zetten. Otto was gedwongen zijn pand aan de firma te verkopen en ook Prinsengracht 263 zou gesloopt worden. Er kwam echter al snel verzet tegen de gang van zaken en een groep Amsterdammers probeerde het pand redden. Ook de publieke opinie was fel tegen de sloop. Na aanleiding hiervan schonk Berghaus het pand in 1957 aan de op 3 mei 1957 opgerichte Anne Frank Stichting.

Anne Frank Stichting

Deze stichting wilde het pand in eren herstellen en Annes geschiedenis levendig houden. Ook werd er inmiddels actie gevoerd om ook de panden naast nummer 263 aan te kopen. Zo kon ook de Prinsengracht 265 worden gered, andere panden werden wel gesloopt en er kwam een studentenhuis voor in de plaats. De Anne Frank Stichting, waarin Otto Frank een grote rol speelde, besloot om van de panden een museum te maken. Op 3 mei 1960 werd het Anne Frank Huis geopend. Dit was voor Otto Frank een zeer belangrijk en emotioneel moment.

Restauratie en uitbreiding

Na verloop van tijd werd duidelijk dat het pand de hoeveelheid bezoekers niet aankon. In 1970 en 1971 werden er al restauraties uitgevoerd en in 1987 werden er plannen gemaakt om uit te breiden. Drie jaar later werden deze goedgekeurd en in 1997 begon de verbouwing van het museum. De studentenflat naast het museum werd gesloopt en hier kwam een gehele nieuwe vleugel voor het museum. Op 28 september 1999 opende koningin Beatrix het vernieuwde museum. Bij deze verbouwing is het onderduikadres van Anne en haar familie helemaal gerestaureerden terug gebracht naar hoe het was in de tijd dat de familie Frank er woonde. Het Anne Frank huis trekt jaarlijks één miljoen bezoekers waarvan veel buitenlandse geïnteresseerden. In het vernieuwde Anne Frank huis wordt het "grotere verhaal" belangrijker dan voorheen, toen de vaste tentoonstelling vooral inzage gaf in het lot van de familie Frank en andere onderduikers.