Geen afbeelding beschikbaar

Menselijke proefkonijnen: medische experimenten in WOII

In een concentratiekamp terecht komen is verschrikkelijk. Om vervolgens in de handen te vallen van kampartsen die medische experimenten op je uitvoeren is een ware hel. De ongelukkigen die werden geselecteerd als proefkonijnen voor ‘medische’ proeven door mannen als Josef Mengele of Sigmund Rascher overleefden het meestal niet.


Eerste menselijke proefkonijnen


Medische experimenten op mensen werden niet alleen door Nazi’s uitgevoerd. Al eerder werden dit soort proeven noodzakelijk geacht om vooruitgang te boeken op nieuwe wetenschappelijke gebieden als bacteriologie en farmacologie. Eind negentiende en begin twintigste eeuw werden vrijwel overal in Europa experimenten uitgevoerd. Hiervoor werden vaak mensen uit ziekenhuizen, geesteszieken of kolonialen zonder toestemming en in het geheim gebruikt.


Verbeteren gifgas


De medische experimenten wonnen onder het naziregime aan belang. Ze werden uitgevoerd ‘in het belang van de maatschappij’ en moesten ervoor zorgen dat het Duitse Rijk door kon groeien, zo beweerde het regime. De eerste experimenten van de nazi’s waren vooral gericht op het verbeteren van gifgas. Al in september 1939 werd in Sachsenhausen aan deze experimenten begonnen, waarbij gevangenen dienden als proefkonijnen. Dit soort gifgasproeven zouden de hele oorlog door uitgevoerd worden.


‘Üntermenschen’


Tijdens de Holocaust stroomden de verschillende concentratiekampen vol met wat volgens de Duitsers ‘onnuttige Üntermenschen’ waren: joden, homoseksuelen en zigeuners werden in treinen gedeporteerd naar wat voor velen hun laatste bestemming zou zijn. Deze mensen waren in de ogen van de Duitsers ideaal om experimenten op uit te voeren. Verschillende kampartsen voerden verschrikkelijke experimenten uit.


Kampartsen Mengele, Rascher & Heim


Jozef Mengele is waarschijnlijk de meest beruchte. Hij was arts in kamp Auschwitz en was gefascineerd door tweelingen en dwergen. Door middel van afschuwelijke experimenten hoopte hij inzicht te krijgen in de genetica. Zo probeerde hij de iris in het oog blauw te maken door er een bepaalde stof in te spuiten en naaide hij tweelingen aan elkaar om te kijken of zo een Siamese tweeling ontstond. Andere bekende kampartsen zijn onder andere Sigmund Rascher – die in kamp Dachau proeven uitvoerde met hoge luchtdruk en ijskoud water – en Aribert Heim – die experimenteerde met amputatie van ledematen en ontleding van organen op levende mensen.


Motivatie experimenten


Voor goedkeuring van de experimenten was meestal niet veel nodig. Een goede relatie met Reichsführer-SS Heinrich Himmler was meestal voldoende. Himmler en andere nazikopstukken vonden dat de experimenten bijdroegen aan het voortbestaan van het Duitse Rijk. Zij probeerden op deze manier nieuwe medicijnen te fabriceren, homoseksuelen te ‘genezen’ en nieuwe overlevingstechnieken voor het leger te ontwikkelen. Ook proberen zij de ‘Üntermenschen’ te steriliseren door middel van experimenten met onder andere röntgenstraling en chemicaliën.


Geen berouw


Na de oorlog toonde geen enkele betrokken arts, een uitzondering daargelaten, berouw voor de gruwelijke experimenten die ze in opdracht van de SS hadden uitgevoerd. Hun motieven waren volgens henzelf puur wetenschappelijk en vanuit goede wil. De mensen die waren overleden bij hun experimenten waren volgens de artsen nutteloos en inferieur, waarmee zij meteen erkenden volledig achter het nationaalsocialistische gedachtegoed te staan.

Ook interessant: 

Rubrieken: 

Personen: 

Tijdperken: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!