Filips de Goede
Brugge 1464 – Binnen ongeveer twintig jaar erft, koopt en verovert de Bourgondische hertog Filips de Goede het grootste deel van de Nederlandse gewesten. Vervolgens eist hij dat ze gezamenlijk belasting gaan betalen en stelt hij voor dat ze een gezamenlijk bestuur oprichten. Op 9 januari 1464 komt de Nederlandse Staten-Generaal in Brugge voor het eerst bijeen.
Op 10 september 1419 kwam de Bourgondische hertog Jan zonder Vrees door een moordaanslag om het leven. Hij werd opgevolgd door zijn 23-jarige zoon Filips, die uitgeroepen werd tot Filips III van Bourgondië. Naast grote delen van het oosten en het noorden van Frankrijk erfde Filips ook het graafschap Vlaanderen van zijn vader. Evenals zijn vader probeerde hij Bourgondië zoveel mogelijk buiten de Honderdjarige oorlog tussen Engeland en Frankrijk te houden. Ondertussen raakte Filips de Goede echter wel steeds meer betrokken bij de inmiddels al tachtig jaar durende Hoekse en Kabeljauwse twisten. In deze machtsstrijd tussen de verschillende elites van het graafschap Holland koos hij de kant van zijn oom, de bisschop van Luik en kabeljauw Jan van Beieren. Samen slaagden zij erin om hertog Jan IV van Brabant, de man van Jacoba van Beieren, te verslaan en Henegouwen en Holland te veroveren.
Na het overlijden van Jan van Beieren in 1425 zette Filips vervolgens alleen de strijd door tegen de laatste steden die Jacob nog steunden. Drie jaar later, op 3 juli 1428, gaf zij zich over en sloten Filips en Jacoba vrede met de ‘Zoen van Delft’. Dankzij zijn succesvolle veldtochten bezat Filips de Goede inmiddels grote delen van Vlaanderen, Holland en Friesland. Dit gebied werd in 1429 nog verder uitgebreid met de aankoop van het Belgische Namen. Een jaar later erfde hij ook Brabant, Limburg en Antwerpen, na de dood van zijn neef Filips van Saint-Pol. In 1443 voltooide hij vervolgens zijn gebiedsuitbreiding met de aankoop van Luxemburg. Na deze periode van expansie begon Filips de Goede meer aandacht te besteden aan de organisatie en integratie van zijn hertogdom. Zo voerde hij een centrale rechtspraak, de Grote Raad, in en eiste hij dat de Nederlandse gewesten als één provincie belasting gingen betalen. Om dit te organiseren pleitte Filips ook voor de oprichting van één centraal gezag over alle gewesten: de Staten-Generaal. De eerste vergadering van deze Staten-Generaal kwam uiteindelijk bijeen op 9 januari 1464 te Brugge. Het was de eerste keer dat de Nederlandse gewesten gezamenlijk bijeen kwamen om te overleggen over hun gezamenlijke belangen ten opzichte van een vorst.
