Emilie Haspels. Een bijzondere pionier in de archeologie
In het Amsterdamse Allard Pierson Museum is de tentoonstelling Ontmoetingen met de Oriënt te zien. De tentoonstelling is een drieluik waarbij aandacht wordt besteed aan wijzen uit het oosten die in het 17de eeuwse Nederland grote invloed hadden, de beroemde Egyptoloog Flinders Petrie en last but not least professor dr. Emilie Haspels.
Emilie Haspels leefde van 1894 tot 1980. Na haar studie klassieke talen aan de Universiteit van Amsterdam specialiseerde zij zich in de archeologie. Zij deed voor haar promotie onderzoek naar Grieks aardewerk en reisde daarvoor door heel Europa om collecties te bekijken. De enorme kennis die zij daarmee opdeed van het zogenaamd zwartfigurig aardewerk en met name lekythen of olieflessen zoals die door de oude Grieken vooral in de zesde voor Christus werd gemaakt, leidde tot een belangrijk proefschrift. In de internationale wetenschappelijke wereld werd het goed ontvangen en de Franse archeologische school in Athene publiceerde het boek onder de titel Attic Black-Figured Lekythoi.
Daarnaast was Emilie Haspels actief bij verschillende opgravingen in Griekenland.
Eind jaren '30 van de vorige eeuw werd Haspels gevraagd door het Frans Archeologisch Instituut in Istanbul om opgravingen te leiden bij Midasstad in de Frygische hooglanden van midden Turkije. Midasstad maakt deel uit van een plateau waar diverse rotsmonumenten in de tufsteen uitgehouwen zijn. Op de tentoonstelling liggen dagboeken, tekeningen en foto's van haar werkzaamheden in het veld. De tweede wereldoorlog zorgde voor een onderbreking in de opgravingen. Haspels kon niet meer terug naar Nederland en bleef noodgedwongen in Istanbul waar zij aan de universiteit werkte en als vertaalster op het 'war department' van het Amerikaanse consulaat. Zij stuurde voedselpakketten naar bezet Nederland om haar familie te steunen.
Meteen na de oorlog kwam zij terug en werd in Amsterdam benoemd tot hoogleraar in de klassieke archeologie aan de universiteit van Amsterdam. In die tijd was het zo dat de hoogleraar tegelijkertijd directeur was van het Allard Pierson Museum. Op de tentoonstelling staat het bureau waar Haspels aan werkte en liggen tientallen brieven die getuigen van een intensieve uitwisseling met andere archeologen in binnen- en buitenland. Tijdens haar carrière is zij nog vier keer teruggegaan naar Phrygië. Niet om op te graven maar om de vele rotsmonumenten waar de streek rijk aan is, vast te leggen op foto en tekening. Op het bureau ligt haar fototoestel en haar reisbestekje en dat maakt het verhaal over deze belangrijke archeologe zo persoonlijk.
Tijdens de vier reizen naar Phrygië heeft ze onder uiterst primitieve omstandigheden het landschap en de monumenten op een voorbeeldige manier in kaart gebracht. Daarmee zette ze een traditie voort die al in de 19de eeuw was ontstaan. In 1971 wordt door de universiteit van Priceton haar boek "The Highlands of Phrygia. Sites and Monuments" gepubliceerd. Nog altijd een standaardwerk. De tentoonstelling schetst een mooi beeld van haar als wetenschapper en als bijzondere vrouw met vele contacten.
René van Beek