Home » Reportage
drinkwater geschiedenis aquaduct

Schoon drinkwater: hoe kwam men daar vroeger aan?

Drinkwater, we kunnen niet zonder. Elke volwassene heeft gemiddeld 1,5 tot 2 liter vocht per dag nodig om normaal te kunnen functioneren. We zijn vandaag de dag goed in deze behoefte voorzien, doordat het waterleidingnet schoon water rechtsreeks naar onze huizen vervoert. Veel Nederlanders beschouwen dit inmiddels als iets vanzelfsprekends. Een korte blik op ons verleden zal hen al snel uit die droom helpen: een groot deel onze geschiedenis was schoon drinkwater voor velen een onbereikbare luxe was.

Afhankelijk van de natuur in de prehistorie

Tijdens de prehistorie waren de mensen voor hun drinkwater afhankelijk van de natuur. Ze zorgden er daarom voor dat ze altijd dicht in de buurt van meren, oases of rivieren bleven. Het is dan ook geen toeval dat de eerste boerderijen en nederzettingen allemaal aan het water zijn ontstaan.

Waterputten in het Oude Egypte uitgevonden

De Oude Egyptenaren waren de eersten die hun eigen watervoorziening probeerden te regelen. Zo’n 7.000 jaar geleden begonnen ze met het graven van waterputten, waarvan ze de wanden bekleedden met bamboetwijgen. Daarnaast lieten de farao’s regelmatig irrigatiekanalen aanleggen. Hiermee werd het water van de Nijl afgevoerd om woestijngebieden van water te voorzien en geschikt voor landbouw te maken. In dezelfde periode ontstonden er op verschillende plaatsen ook de eerste waterleidingen. In Egypte gebeurde dit met holle palmbomen, in China en Japan gebruikte men er bamboe voor.

De Romeinen bouwden aquaducten

De Romeinen namen hun drinkwatervoorziening zeer serieus. Ze moesten wel: in het Romeinse Rijk groeiden de steden namelijk als kool. Met name de hoofdstad Rome barstte uit zijn voegen: op het hoogtepunt van het Romeinse Rijk telde de stad 1 tot 2 miljoen inwoners. En al deze mensen moesten van water worden voorzien. Voor dit doeleinde bouwden de Romeinen aquaducten: stenen waterlopen die het water vanaf de bergen naar de steden vervoerden. Dit waren indrukwekkende bouwwerken, vaak waren ze tientallen kilometers lang en sommigen staan na 15 eeuwen nog steeds overeind. Alleen al de stad Rome had 14 aquaducten.

Verval in de middeleeuwen

Na de val van het West-Romeinse Rijk in 476 na Christus raakten de aquaducten echter in verval. Met het wegvallen van het centrale gezag was er niemand meer over om de bouwwerken te onderhouden. In de middeleeuwen stapte men in Nederland daarom weer over op meren, rivieren en waterputten. Met name in de steden leidde dit tot onhygiënische toestanden.

water middeleeuwen gracht bier

Bier volksdrank nummer 1

Middeleeuwse steden waren namelijk vaak omringd door een slotgracht, om de stad tegen aanvallen te beschermen. Deze gracht werd voor de inwoners de belangrijkste watervoorziening. Stedelingen haalden niet alleen hun drinkwater eruit, maar ze wasten er ook hun kleding, de vaat en zichzelf in. Tegelijkertijd deed dezelfde gracht dienst als riool, waarin zowel het afvalwater als de ontlastingen werden gedumpt. Het drinken van dit vervuilde grachtenwater veroorzaakte dan ook vaak ziektes en epidemieën. Middeleeuwse stedelingen (inclusief de kinderen) dronken daarom voornamelijk bier. Deze drank werd namelijk tijdens het brouwproces tot het kookpunt verhit, waardoor de meeste bacteriën en virussen werden gedood. Dit speelde echter alleen in de steden, op het platteland bleven de meeste mensen gewoon water drinken.

Industriële revolutie vergroot probleem

Het zou tot de negentiende eeuw duren voordat de eerste waterleidingen hun weg naar de Nederlandse steden vonden. Dit gebeurde onder invloed van de industriële revolutie: in deze periode trokken steeds meer mensen naar de steden om in de fabrieken aan de slag te gaan. Doordat de bevolking groeide en de fabrieken steeds meer vervuilende stoffen in het water dumpten, werd het drinkwater steeds smeriger. In de industriesteden brak daardoor regelmatig cholera uit.

Waterleiding en riolen gescheiden

Rond 1850 kwamen daarom de eerste particuliere initiatieven op gang om deze toestand te verbeteren. Cruciaal hierbij was dat de Nederlanders begon te beseffen dat ze de drinkwatervoorziening en het riool strikt gescheiden moesten houden. Er werden tappunten geopend waar men schoon water kon kopen. Daarnaast ontstond er vanaf halverwege de negentiende eeuw ook een waterleidingnet. Hierbij werd schoon water vanuit de duinen en watertorens via metalen buizen rechtstreeks naar de mensen thuis werd vervoerd. Lang niet iedereen kon zich deze aansluiting echter veroorloven.

De overheid grijpt in

Vanaf ongeveer 1900 zag de overheid het belang van schoon drinkwater in en begon zich actief voor een goede watervoorziening in te zetten. Ze deed dit door steeds meer mensen via waterleidingen van kraanwater te voorzien. De gemeenten en provincies werden eigenaar van het drinkwater en moesten toezien op de kwaliteit ervan. Deze maatregelen wierpen hun vruchten af: rond 1940 had 75% van de Nederlandse huizen schoon stromend water, 20 jaar later was bijna het hele land van kraanwater voorzien. Inmiddels weten we niet beter dan dat er schoon water uit onze kranen komt. Toch is dit geen reden om gemakzuchtig achterover te leunen. Wil je ook in de toekomst uit de kraan kunnen blijven drinken zonder ziek te worden, dan moet je van tijd tot tijd grondig de waterleiding reinigen. Anders ben je straks mogelijk weer op bier aangewezen.

Bronnen:

Partners: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Kies jouw welkomstgeschenk

Lees het eerste jaar Geschiedenis Magazine extra voordelig én kies een welkomstcadeau!

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

colosseum

Lees het aankomende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 9 januari een abonnement.

Mensen

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 9 januari een abonnement.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!