De eerste blauwe kentekenplaat

Invoering van het kenteken in Nederland

Een Amerikaanse man heeft door een programmeursgrap in zijn zelfverzonnen kentekenplaat duizenden dollars aan onterecht toegewezen boetes gekregen. In Nederland rijden voertuigen al meer dan honderd jaar met kentekens rond. Wat is de geschiedenis van de kentekenplaat in Nederland?

Eerste Nederlandse autobezitter

Lange tijd gingen historici ervan uit dat de Haagse fotograaf Adolphe Zimmermans (echte naam: B.E.A. van Varseveld) de allereerste Nederlandse autobezitter was. In 1896 bestelde hij zijn eigen Benz Victoria bij de Duitse fabrikant Benz & Co.  Aan het gemeentebestuur van ’s Gravenhage vroeg hij vooraf of hij voor het rijden met zijn nieuwe wagen een vergunning nodig had. De hoofdcommissaris van de politie verzekerde hem daarop dat een dergelijke vergunning niet nodig was. Afgelopen jaren is naar voren gekomen dat Zimmermans mogelijk toch niet de eerste Nederlandse automobilist was. Andere bronnen wijzen naar ene Jos Bogarts als de eerste Nederlandse eigenaar van een auto

Invoering rijvergunningen

Hoewel Zimmermans nog geen vergunning nodig had, kwam er al snel verandering in deze situatie. Twee jaar later, in 1898, begon de Nederlandse overheid nummerplaten, toen ‘rijvergunningen’ genoemd, uit te geven. Deze platen golden ook gelijk als rijbewijs. Nederland was hiermee het derde land ter wereld, na Frankrijk en Duitsland, dat een kentekenplaat introduceerde. De vergunningen begonnen simpelweg bij ‘1’, waarna de teller opliep. Het getal ‘11’ werd overgeslagen, dit was het gekkengetal. In 1899 was het aantal vergunningen opgelopen tot nummer ‘169’. Vanwege het steeds grotere aantal auto’s, besloot de overheid in 1906 om een nieuw systeem in gebruik te nemen, de laatst uitgegeven rijvergunning droeg het nummer 2065. 

Een provinciaal kenteken uit Utrecht invoering kenteken NederlandVan provinciaal naar landelijk

Volgens het aangepaste systeem uit 1906 hadden automobilisten nu zowel een rijbewijs als een nummerbewijs (kenteken) nodig. Deze nummerbewijzen werden via een provinciaal systeem verstrekt. Zo kwam de eerste of eerste twee letters van het nummerbewijs overeen met een bepaalde provincie. Zo was ‘A’ Groningen, ‘B’ Friesland en ‘L’ Utrecht. Dit systeem bleef bijna 50 jaar in gebruik. Gedurende deze periode kwamen er steeds meer automobilisten bij, die niet allemaal binnen hun eigen provincie bleven rijden. Het provinciale systeem functioneerde hierdoor steeds minder effectief, ook door de groei van het aantal automobilisten, waardoor de regering in 1951 besloot het te vervangen door een landelijk systeem. De twee jaar eerder opgerichte RDW (Rijksdienst voor het Wegverkeer) kreeg nu de verantwoordelijkheid over kentekenregistratie. Deze organisatie stelde een nieuw soort kenteken in. Voortaan bestonden nummerborden uit een combinatie van drie groepjes van twee tekens, het eerste kenteken dat zo werd uitgegeven was : ND-00-01. Daarnaast hoorden de kentekens niet langer meer bij de eigenaar, maar bij de auto.

Met de tijd mee 

Door de jaren heen veranderden onze kentekenplaten meerdere keren. Zo werd de volgorde van cijfers en letters herhaaldelijk aangepast. Doordat het aantal auto’s op de Nederlandse wegen steeds meer toenam, ontstond namelijk ook de behoefte aan nieuwe combinaties voor op de nummerborden. Zo werden de letters eerst achter en daarna tussen de nummers gezet, waarna in 1978 de combinatie veranderde van 4 cijfers en 2 letters naar 2 cijfers en 4 letters. In datzelfde jaar veranderde ook het uiterlijk van de kentekenplaten. In plaats van donkerblauwe/zwarte kentekens met een witte opdruk, kregen Nederlanders voortaan gele kentekens met zwarte letters uitgereikt.

Het nummerbord zoals we dat vandaag de dag kennen, met het blauwe vak met NL en het EU-logo aan de linkerkant, deed zijn intrede in 2000. Dat jaar stapte de overheid over op het nieuwe systeem GAIK (Gecontroleerde Afgifte en Inname van Kentekenplaten), om fraude te voorkomen. Door unieke codes en echtheidskenmerken is de echtheid van de platen te controleren, ook werd de afgifte en inname van platen veel strenger geregeld. Sinds 2008 bestaan de Nederlandse nummerborden uit een combinatie van 3 cijfers en 3 letters. Hierbij is het niet mogelijk om een persoonlijke kentekenplaat te laten maken. Wie een apart nummerbord wil moet dus vooral veel geluk hebben.

Bronnen:

Afbeelding:

Ook interessant: 

Landen: 

Tijdperken: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!