Uitvinding van de auto
Uitvindingen - De auto is tegenwoordig niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Elke dag staan weer duizenden Nederlanders op de snelweg in de file. Dat was 100 jaar geleden zeker nog niet het geval. Onafhankelijk van elkaar produceerden meerdere uitvinders een ontwerp dat op een auto leek. Het einde van de negentiende eeuw kan dus worden gezien als het begin van het autotijdperk.
Zeilwagen
Voordat de automobiel bestond, verplaatsten de mensen zich door middel van paard en kar. Omdat dit erg langzaam ging, werden snellere vervoersmogelijkheden bedacht. Zo kan de zeilwagen, die op wielen reed en aan werd gedreven door de wind, wellicht gezien worden als de voorloper van de auto. Deze werd in de achttiende eeuw in Europa gebruikt. De Franse officier Cugnot begon in 1765 ook te experimenteren met stoom-aangedreven voertuigen om bijvoorbeeld kanonnen te kunnen trekken. Deze wagens waren echter alleen geschikt om op vlak terrein te rijden.
Eerste modellen auto
Al eerder was door de Oostenrijkse chemicus Abraham Shreiner de benzine uitgevonden. De eerste automobielen werden dan ook gemaakt met een verbrandingsmotor op benzine. De Belg Etienne Lenoir bouwde in 1862 de eerste auto met een verbrandingsmotor op aardolie. Daarmee wist de Duitser Carl Benz de eerste volledige automobiel te maken in 1885. Deze auto had drie wielen, in plaats van de gebruikelijke vier, en kon met een cilinder wel 0,75 pk genereren. Benz maakte met dit ontwerp een succesvolle proefrit van 80km. Daarna wist hij enkele tientallen auto’s te verkopen. Hij staat daarom bekend als de ‘vader van de automobiel’.
Auto’s in Nederland
In Nederland kwamen de eerste auto’s aan het einde van de negentiende eeuw. Deze waren toen nog van het merk Benz. In Nederland had Sibrandus Stratingh in 1834 al een soort gelijke stoomauto gebouwd maar hij vond zijn uitvinding te lawaaiig en gevaarlijk. Menno en August Eysink bouwden daarna de eerste Nederlandse auto’s, in eerste instantie nog met Benz-motoren. Daarna ontwierpen ze eigen motoren. De komst van de auto was in Nederland nog niet heel goed ontvangen omdat ze gevaarlijk waren en de straten zouden blokkeren. Toen de auto’s groter en sneller werden, zagen meer mensen de voordelen van de auto en werd de auto populairder.
Auto-industrie
Toen de auto eenmaal een succes was, werden in enkele jaren tijd honderden producenten opgericht die stoomauto’s en brandstofauto’s bouwden. Ook elektrische auto’s werden in die tijd al gemaakt. In 1910 schakelde de meeste autoconstructeurs echter over naar benzinemotoren en viel de interesse in de stoomtechnologie grotendeels weg. Ook was de elektrische auto geen succes omdat de benzineauto veel sneller kon. Met de massaproductie en lopende band van Henry Ford werd de auto een nog groter succes omdat de auto goedkoper werd en dus meer mensen een auto konden kopen.
Bronnen:
Isgeschiedenis.nl: Geschiedenis auto Nederland
Historianet.nl: Eerste auto
Historiek.net: Henry Ford
Autogeschiedenis.nl: Geschiedenis auto
Afbeelding:
Wikipedia.org: Lenoir gas engine