Afschaffing lijfeigenschap Rusland 1861

De afschaffing van het Russische lijfeigenschap

Tot ver in de 19e eeuw bestond in Rusland de praktijk van het lijfeigenschap. Landeigenaren hadden op die manier vrijwel volledige zeggenschap over het leven van de boeren die op hun land werkten. Op 3 maart 1861 kwam deze praktijk pas officieel ten einde. Vanaf dat moment mochten alle lijfeigenen, meer dan een derde van de totale Russische bevolking, plotseling hun eigen land bezitten.

Oorsprong in de middeleeuwen

Het idee van het lijfeigenschap was lange tijd ook in West-Europa gemeengoed. Maar terwijl dit systeem in West-Europa daarna langzaam verdween, bleef het in Rusland juist hardnekkig voortbestaan.

De beginselen van het Russische lijfeigenschap gaan terug tot 1649. Via een speciale wet kreeg een landeigenaar in Rusland volledige zeggenschap over het leven van de boeren die op zijn land werkten. De landeigenaar bepaalde met wie de boeren mochten trouwen en verbood het hen zich ergens anders te vestigen. Boeren die hun land ontvluchtten, mochten worden teruggehaald. Eenieder die een ontsnapte boer onderdak had geboden, werd hier zwaar voor gestraft.

Het invoeren van het lijfeigenschap had voor de Romanovs, de heersende Tsarenfamilie, vooral praktische redenen. De adellijke landheren hadden op deze manier namelijk belang bij het in stand houden van het tsaristische regime. Als het regime namelijk zou verdwijnen, zou het lijfeigenschap misschien wel aan legitimiteit verliezen en daarmee ook verdwijnen.

Lijfeigenschap als zondebok

Eeuwenlang werd het lijfeigenschap in Rusland beschouwd als een belangrijk onderdeel van de samenleving. Terwijl de praktijk in West-Europa al lang en breed was afgeschaft, bleef het in Rusland nog voortbestaan tot ver in de 19e eeuw. Onder veel Russen leefde het idee dat het lijfeigenschap van Rusland een uniek land maakte dat zich niets van West-Europa hoefde aan te trekken. Ook waren de landeigenaren natuurlijk gebaat bij het in stand houden van deze praktijk, de lijfeigenen waren immers hun bezit en kapitaal.

Desalniettemin werd de weerstandtegen lijfeigenschap steeds groter. De verlichting had ook in Rusland zijn intrede gedaan en veel verlichte Russen kregen steeds liberalere ideeën. Door het lijfeigenschap bleef de Russische samenleving daarnaast extreem agrarisch, terwijl de rest van Europa industrialiseerde. Rusland bleef daardoor ook op economisch gebied zwaar achter. De wens om hervormingen nam daardoor flink toe.

De Krimoorlog

Uiteindelijk bleek de Krimoorlog (1853-1856) de druppel die de emmer deed overlopen. Tot deze oorlog waren de Russen extreem trots geweest op hun militaire macht. Deze trots was zo groot dat het de onvrede over de economische en sociale achterstand van het land naar de achtergrond drukte.

De Krimoorlog liep echter uit op een beschamende nederlaag voor de Russen, waardoor dit zelfvertrouwen flink werd aangetast. De toenmalige tsaar, Alexander II, greep dit moment met beide handen aan. Hij besloot de oorlog te gebruiken om de ook door hem gewenste veranderingen door te voeren.

Één van de veranderingen was het afschaffen van het lijfeigenschap. Op die manier hoopte hij ook boerenopstanden, die regelmatig hier en daar de kop opstaken, voor te zijn. Het afschaffen van het lijfeigenschap was dus niet enkel een liberaal idee, de tsaar had er ook een eigen belang bij.

Tsaar Alexander II afschaffing lijfeigenschap

De proclamatie

Zo geschiedde het dat op 3 maart 1861 het lijfeigenschap in Rusland officieel werd afgeschaft. Vanaf dat moment mochten boeren plots verhuizen en zelf land kopen of huren. Ze waren niet meer gebonden aan het land waar zij en hun voorouders vaak al decennia lang gedwongen op gewerkt hadden.

Ook waren de boeren nu vrij om te trouwen met wie ze wilden en was het hen nu toegestaan om te stemmen en rechtszaken aan te spannen. De emancipatie leek goed op papier. Maar omdat deze volledig was opgesteld door de landeigenaren, kwamen zij er financieel gezien het beste vanaf. Ze hielden het beste land voor zichzelf en werden hevig gecompenseerd voor hun ‘verlies’.

De nu vrije boeren kregen geen enkele compensatie. Ze moesten torenhoge leningen afsluiten om land te kunnen kopen. Veel boeren hadden daardoor de rest van hun leven te maken met enorme schulden, die vaak nooit afbetaald konden worden. Daarnaast was het land dat ze moesten kopen vaak klein en niet altijd even vruchtbaar. Dit zorgde hier en daar alsnog voor opstanden, die de tsaar dus zo graag had willen vermijden. De opstanden bleven echter klein en werden snel weer de kop ingedrukt. De meeste bevrijde boeren hadden geen andere keus dan er maar het beste van proberen te maken. Er moest immers eten op tafel komen.

Bronnen

History Today. The Emancipation of the Russian Serfs, 1861.

Walter G. Moss, A History of Russia, Volume 1: To 1917, (Londen, 2005)

afbeeldingen

De afschaffing van het lijfeigenschap. Via Wikimedia Commons [Public Domain]

Portret van Tsaar Alexander II. Via National Archives of Canada [Public Domain]

Ook interessant: 

Landen: 

Tijdperken: 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt