Romeins legerkamp

Opgegraven legioenskamp bij Valkenburg speelde mogelijk een rol bij de Romeinse invasie van Brittannië

In oktober 2020 werd er bij het Zuid-Hollandse Valkenburg door archeologen een enorm Romeins legioenskamp opgegraven. Maandenlang zijn de archeologen al op de plek aan het graven en worden de gevonden resten onderzocht. Nu suggereren de archeologen dat dit kamp weleens een rol gespeeld kan hebben bij de geplande invasie van Brittannië door de Romeinse keizer Caligula en later ook bij de invasie door keizer Claudius, die een stuk succesvoller was. Wat voor rol speelde het opgegraven kamp precies hierbij?

Het legioenskamp is opgegraven langs de N206 bij Valkenburg en ligt op de plek van het voormalige militaire vliegveld Valkenburg. Al snel werd duidelijk dat het over een enorm kamp ging. De archeologen stuitten op een gracht, resten van wachttorens en barakken, en een aantal houten palen die ooit een poortgebouw hadden moeten voorstellen. Ze vonden twee hoeken van het kamp die zo´n 440 meter uit elkaar lagen en kwamen erachter dat eerdere opgravingen precies binnen de grenzen van het kamp vielen, zoals twee grote graanschuren en restanten van twee torens.


Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!


In totaal moet het legerkamp, waar vijf- tot zesduizend manschappen terechtkonden, zo’n twintig hectare groot zijn geweest. Door onderzoek naar het opgegraven hout heeft men kunnen vaststellen dat het kamp ergens rond 40 n.Chr. opgezet moet zijn geweest. Al snel legden de archeologen een verband met de invasiepogingen van Britannië door de Romeinse keizers Caligula en Claudius, die rond dezelfde tijd plaatsvonden.

Caligula

Caligula was de derde keizer van het Romeinse Rijk en regeerde tussen 37 en 41 n.Chr. Het opgegraven kamp wordt in verband gebracht met zijn mislukte poging om Brittannië binnen te vallen, één van de aanwijzingen daarvoor zijn eerder gevonden scherven van wijnvaten die zijn stempel droegen.

Romeins legerkamp

Gedurende de regeerperiode van Caligula werd het Romeinse rijk al verder uitgebreid naar Mauretania, het noordelijke deel van het huidige Marokko en Algerije. Maar voor Caligula was dit niet genoeg, hij wilde ook Brittannië bij het Romeinse Rijk inlijven. Waarschijnlijk had dit iets te maken met de invasiepogingen van zijn voorgangers. Hij wilde naar verluidt in navolging van zijn voorvaderen de nog niet voltooide expansie van het Romeinse Rijk in Brittannië voortzetten. Zo had Julius Caesar in 54 en 55 v.Chr. al twee invasies in Brittannië geleid, maar met weinig succes.

Een grote mislukking

Caligula’s poging om Brittannië in te lijven bij het rijk liep echter uit op een mislukking. In de herfst van 39 stak hij met zijn troepen de Alpen over, over het precieze verloop van de rest van de tocht zijn verschillende theorieën. De meeste bronnen berichten echter over een aantal bizarre en groteske acties. Zo zou Caligula zijn troepen hebben bevolen om zeemosselen op te rapen op het strand, die als een soort souvenirs moesten dienen voor het succes dat de veldtocht ging opleveren. Andere theorieën zijn dat ze dit moesten doen als straf voor muiterij of vanwege Caligula´s verwarde toestand. Door historici wordt beweerd dat deze mosselen werden geraapt op de stranden van de Noordzee, in de buurt van Katwijk aan Zee en Valkenburg, waar afgelopen oktober het fort werd opgegraven

Dit gebied was destijds de uiterste noordwesthoek van het Romeinse Rijk en lag langs de Limes. De Limes was de grens en de verdedigingszone van het Romeinse Rijk en langs deze grens zijn in het verleden al meerdere Romeinse kampen en forten ontdekt. Het opgegraven kamp bij Valkenburg volgt ook deze lijn. Een aangezien het kamp op het uiterste gedeelte van de monding van de Rijn is gebouwd, is het volgens de onderzoekers aannemelijk dat het gebruikt werd voor het transport naar Brittannië. De Limes was niet alleen een grens, maar ook een belangrijke scheepvaartroute. Daarmee lijkt het logisch dat goederen en mensen die over de Limes werden aangevoerd, ergens in de kustregio werden overgezet op zeegaande schepen en verder vervoerd.

Maar de tocht van Caligula en zijn troepen eindigde weinig succesvol, hij wist niet eens de overtocht naar Brittannië te maken, laat staan het land binnen te vallen. Wat dus een overwinning had moeten worden die hem onfeilbaar maakte, eindigde in een fiasco.

Keizer Claudius

Keizer Claudius, de opvolger en oom van Caligula, die in 41 werd vermoord door zijn lijfwachten, deed een meer succesvolle poging om Brittannië in te lijven bij het Romeinse Rijk. Claudius regeerde tussen 41 en 54 over het Romeinse Rijk. Net als Caligula wilde ook hij een grote overwinning op zijn naam hebben staan en hij zag Brittannië als de perfecte mogelijkheid hiervoor. Eén van de redenen was dat het Julius Caeser niet was gelukt en Claudius wilde zijn voorganger overtreffen. Daarbij veroorzaakten de Britse piraten ook veel problemen aan de kusten van het Romeinse Rijk, dus hij was van mening dat het verslaan van de Britten ook op positieve het sentiment van de bevolking zou werken.

Romeins legerkamp

Andere redenen waren dat de schepen en de militaire eenheden van Caligula´s mislukte veldtocht allemaal nog op hun plaats stonden en dat Brittannië rijk was aan graan, goudertsen en andere metalen. Dus ook in economisch opzicht was een inval in Brittannië zinvol voor Claudius.

De succesvolle inval in Brittannië

Over het algemeen wordt aangenomen dat de troepen van Claudius vanuit het Franse Boulogne de oversteek maakten naar de Britse kust. Maar mogelijk werd dus ook het opgegraven legerkamp tijdens de tocht voor een korte tijd door de Romeinse invasiemacht gebruikt. Aangezien dit kamp naar alle waarschijnlijkheid al eerder werd gebruikt door de troepen van Caligula, is het niet onwaarschijnlijk dat ook Claudius van het kamp gebruik heeft gemaakt.

Het leger van Claudius, dat bestond uit ruim 40.000 soldaten die onder leiding stonden van generaal Aulus Plautius, maakte de oversteek naar Brittannië en wist na een reeks veldslagen, waaronder die bij de rivier de Medway, de Britten terug te dringen tot de rivier de Thames. Nadat de Britten zich hadden overgegeven en de Romeinse hoofdstad Camulodunum, het huidige Colchester, was gevestigd, keerde Claudius terug naar Rome om zijn overwinning te vieren. In Rome kreeg hij uiteindelijk de grote erkenning die hij wilde. Pas rond 425 was Brittannië niet meer onder Romeins bewind. 

Verband met de Britse invasie

Omdat het opgegraven legerkamp bij Valkenburg in dezelfde periode is opgezet als de invasiepogingen van Caligula en Cladius en het op het uiterste gedeelte van de monding van de Rijn is gebouwd, is het voor de de archeologen aannemelijk dat het kamp door de invasiemachten van deze twee keizers is gebruikt bij de inval in Brittannië. Echter, het kamp kan ook voor andere doeleinden zijn gebouwd. Bijvoorbeeld expedities richting het noorden.

Bronnen:

Afbeeldingen:

Ook interessant: 

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt