De geschiedenis van de verwarmingsradiator
De verwarming is geen nieuw concept. Al letterlijk sinds mensenheugenis verzinnen we manieren om onszelf warm te houden in koude tijden. En al eeuwen maken we geen gebruik meer van alleen een vuurtje bij de ingang van een grot.
De Romeinen staan bekend om de ingenieuze vloerverwarmingen die ze in grote villa’s inbouwden. De warmte van een vuurplaats, werd met een systeem holtes in de vloeren en in de muren van de villa’s door het hele gebouw verspreid. De grote oppervlakten van de muren en de vloeren namen die warmte over, en straalden die uit naar de ruimtes, die zo warm werden. Op deze manier kon een huis verwarmd worden, terwijl er slechts op één plek vuur gestookt werd. In feite hadden de Romeinen zo de eerste centrale verwarming.
Elke kamer z’n eigen haard
Die vroege vorm van centrale verwarming raakte weer in onbruik. Eeuwenlang hadden belangrijke verblijfplaatsen in een gebouw een eigen haard, of het was er koud in de winter. Dat betekende dat al die belangrijke ruimtes wel van een haard of kachel en rookkanalen moesten worden voorzien. Daardoor zie je op veel oudere paleizen en kastelen vaak veel schoorstenen staan. Het Engelse Herstmonceux Castle is een mooi voorbeeld daarvan.
Eerste moderne centrale verwarming
Het was echter niet efficiënt om al die afzonderlijke ruimtes warm te moeten stoken, uiteindelijk kostte dat veel menskracht om al die haarden op te stoken en brandend te houden. En met een enkele kachel of haard was het ook niet mogelijk om grote ruimtes in ziekenhuizen of fabriekshallen te verwarmen. Dus ging met toch weer op zoek naar manieren om gebouwen vanaf een centrale plek te verwarmen. Al in de achttiende eeuw werden in Engeland manieren ontwikkeld om ruimtes te verwarmen met hete lucht, stoom of warm water, dat vanaf een vaste plek verwarmd werd. Zeker in ziekenhuizen vonden deze systemen gretig aftrek. Met de heteluchtsystemen werden meteen manieren ontwikkeld om de lucht in de ziekenzalen te verversen. Toen deze nieuwe techniek in 1807 in het Britse Derbyshire General Infirmary werd ingebouwd, trokken nieuwsgierige toeristen naar het ziekenhuis om dit nieuwe technische hoogstandje te bekijken. In 1825 werd het eerste verwarmingssysteem met hete lucht ingevoerd in Nederland, in Huis Landfort in Gendringen.
Warme lucht en warm water
Aan het begin van de 20e eeuw werd ook een systeem met warm- en heet water ontwikkeld, met name in Frankrijk. Om met warm, of heet water een ruimte te verwarmen, is echter wel iets nodig waarmee de warmte van het water wordt overgenomen door de lucht. Radiatoren zijn daarvoor de oplossing. Het warme water verwarmt het metaal van de radiator, en de lucht die langs het warme metaal stroomt, wordt daardoor weer opgewarmd. Dit systeem was echter lang niet populair. De grote radiatoren en het buizensysteem dat nodig was om het water te vervoeren, waren in de ogen van veel mensen lelijk. Toch bleek het warmwatersysteem het meest efficiënte systeem.
Design-radiatoren
Ook van dit systeem zijn verschillende vormen ontstaan, in een zoektocht naar een zo efficiënt mogelijke overdracht van de warmte. Daardoor is er een veelheid aan radiatortypen op de markt gekomen, sommige radiatoren zijn ook uit een meer esthetisch oogpunt ontworpen. Gerrit Rietveld liet in zijn ontwerp van het Rietveld-Schröderhuis speciale radiatoren aanleggen, die volgens hem beter in het ontwerp van het interieur pasten. Als je kijkt bij de radiatoren van CVkoopjes, kom je naast ‘gewone’ radiatoren ook designradiatoren tegen.
Bonnen:
- US National Library of Medicine National Institutes of Health: The Derbyshire General Infirmary and the Derby philosophers: the application of industrial architecture and technology to medical institutions in early-nineteenth-century England
- Erfgoed Landfort: Geschiedenis
- Ten Hooven: Radiatoren door de eeuwen heen