Drinkkom met luitspeelster
Op dit blauw geglazuurde, zeldzame Egyptische wijnschaaltje uit 1375 v.Chr. is een mooi tafereel te zien: een luitspeelster zit op een kussen in een prieel van wijnranken. Ze draagt een smalle, met kralen bestikte gordel en is uitbundig getooid met kralensnoeren, oorringen en een weelderige pruik. Opvallend is de tatoeage op haar rechterdij. Dat is een voorstelling van de dwerggod Bes. Deze god was behalve met muziek en dans ook verbonden met seksualiteit. Het gezelschapsdier van Bes, een aapje, lijkt met de gordel van de vrouw te spelen.
Schaaltje voor wijn
Op de afbeelding van dit hard gebakken schaaltje (14 centimeter diameter) zien we de luit van de vrouw uitlopen in een eendenkopje. Het kommetje is een typisch wijnschaaltje, goed geconserveerd, dus misschien nooit gebruikt. Het kan een bijgift zijn geweest voor een grafinventaris. De uitgerekte vorm van het bovenlichaam van de vrouw en het rimpeltje onder haar navel duiden erop dat het voorwerp afkomstig is uit de regeringsperiode van farao Amenhotep III.
Faience en glas
Tijdens het Nieuwe Rijk (1539-1077 v.Chr.), een bloeiperiode voor de kunstnijverheid, kwam in Egypte een massale faience-industrie op gang. Tegelijkertijd begonnen er experimenten met het maken van glas, een materiaal dat dezelfde grondstoffen gebruikt als faience, maar in andere verhoudingen. Ovens voor faience en glas zijn op diverse plaatsen in Egypte gevonden, ook in Amarna, de hoofdstad van koning Achnaton (1353-1336 v.Chr.). Metaaloxiden werden gebruikt om faience te kleuren, met name koper dat de blauwe kleur geeft. Mallen van aardewerk dienden voor het modelleren van faience objecten.
Tatoeage
De versiering van dit drinkschaaltje heeft een symbolische betekenis. De pergola met de wijnstok steunt op lotus- en papyrusplanten. Die planten worden geassocieerd met vruchtbaarheid en nieuw leven. Onder het prieel zit de vrijwel naakte vrouw op een kussen. Haar lange haren zijn versierd met een haarband, een lotusbloem en een kegeltje met zalf. De vrouw speelt op een luit. Als muzikante is zij onderdeel van het domein van Bes en Hathor, goden van muziek en liefde. Zo lijkt alles te zinspelen op vruchtbaarheid en erotiek, maar ook op een nieuw leven na de dood.
Luitmuziek
De eerste bewijzen voor de luit in Egypte stammen uit ca. 1500 v.Chr. De luit was één van de vele objecten die de Egyptenaren overnamen uit het Nabije Oosten. Daarvóór kenden de Egyptenaren eigenlijk alleen de harp als snaarinstrument. De luit is vaak afgebeeld bij feestmalen en voor de begeleiding van dansers, meestal als deel van een orkestje met andere instrumenten. Luiten zijn herkenbaar aan de lange hals en hadden twee of drie snaren. Die werden aan de hals bevestigd door middel van een koordje met kwast, zoals zichtbaar is op de kom. Duidelijk is te zien dat de muzikante de luit bespeelt met een plectrum aan een touwtje.
Meer informatie over de topstukken van het RMO
De drinkkom met luitspeelster is nu te zien in Kemet. Egypte in hiphop, jazz, soul & funk