Het dodenboek van Kenna
In het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden ligt een dodenboek. Een oude aankoop uit 1935. Maar wat is een dodenboek en wat maakt dit dodenboek zo bijzonder?
Wat is een dodenboek?
In het Oude Egypte garandeerden mummificatie en voedseloffers dat het lichaam van een overledene kon overleven. De dode werd ook voorzien van magische bescherming. De overledene moest op zijn reis naar het hiernamaals allerlei gevaren afweren en goedkeuring verkrijgen van de goden, met name van Osiris en zijn 42 rechters. Een van de bronnen die de overledene de nodige kennis gaven om deze beproeving te doorstaan, was het zogeheten dodenboek. Dat is een verzameling spreuken met daarbij afbeeldingen. De keuze van de spreuken en de omvang en kwaliteit van het dodenboek hingen af van de wensen en koopkracht van de klant. Daarom is elk exemplaar anders. Dodenboekspreuken komen voor op papyri, maar ook op linnen weefsels, stèles, mummiekisten en muren van graven en tempels.
Kleurrijke papyrus
Het dodenboek van Kenna is bijzonder vanwege zijn lengte van bijna 18 meter en de kleurrijke afbeeldingen. De tekst bevat 28 van de in totaal 162 bekende dodenboekspreuken en er is veel aandacht besteed aan de vormgeving. Opmerkelijk is bijvoorbeeld dat de hiërogliefen bij sommige spreuken in kleur zijn uitgevoerd. Dit dodenboek is geschreven en getekend op papyrus, een belangrijk schrijfmateriaal in de oudheid. Het werd gemaakt van het merg uit de stengels van de papyrusplant. Vroeger groeide deze massaal langs de oevers van de Nijl, vooral in de Delta, en was ook een belangrijk exportproduct voor Egypte. Papyrus werd ook gebruikt voor het maken van bijvoorbeeld lichte boten, matten, sandalen, touw, dozen, boeketten en guirlandes.
Bijzondere aankoop
De dodenboekpapyrus van Kenna is een vroege aankoop van het RMO, na de drie grote verzamelingen van Jean Baptiste Lescluze in 1926, Maria Cimba in 1927 en Giovanni d’Anastasi in 1928. De papyrus werd in 1935 in Londen persoonlijk aangekocht door de eerste directeur Caspar Reuvens, op de veiling van de verzameling van Henry Salt bij Sotheby’s. Henry Salt was in 1815 benoemd tot Brits consulgeneraal in CaÏro en net als andere vermogende tijdgenoten verzamelde hij Egyptische oudheden. Zijn verzameling is voor het grootste deel in het British Museum in Londen terechtgekomen, maar Reuvens wist de papyrus van Kenna te verwerven. Helaas overleed Reuvens tijdens de terugreis uit Londen op de boot aan een beroerte, pas 42 jaar oud. Hij heeft deze belangrijke aanwinst nooit Nederland zien bereiken.
Oude restauraties
Het dodenboek is in 2018 onderzocht en deels gerestaureerd. In de afgelopen tweehonderd jaar waren de papyrusvellen op verschillende momenten behandeld, waardoor ze geen visueel geheel meer vormden. Tijdens de restauratie zijn oude schadelijke beplakkingen waar mogelijk verwijderd, losse pigmenten geconsolideerd en de vellen opnieuw ingelijst. In 1882 werd de Kennapapyrus gepubliceerd in Conrad Leemans’ Monumens Egyptiens. Dankzij de litho’s van Tiemen Hooiberg in deze publicatie was het mogelijk om enkele losse fragmentjes terug te plaatsen. Interessant is dat Hooiberg de papyrus waarschijnlijk ook als eerste behandelde. Hij voorzag de papyrus van transparant papier, zogenaamd papier végétal. Omdat dit papier is teruggevonden in een kasboek, evenals het gebruik ervan in augustus 1838 “voor de papyrus met kleuren (Salt)”, is de behandeling te dateren en dat is heel bijzonder voor een restauratie uit de vroege 19e-eeuw.