Alexander de Grote: zijn leven en betekenis
Geen koning uit de oudheid spreekt zo tot de verbeelding als Alexander de Grote (356 – 323 v. Chr.). En geen koning is zo vaak als voorbeeld gebruikt en afgebeeld. In zijn jeugd kreeg hij les van Aristoteles, die grote invloed op hem uitoefende. Op twintigjarige leeftijd volgde Alexander zijn vermoorde vader Philippos, koning van Macedonië, op.
Twee jaar later startte hij de grote veldtocht die hem zo beroemd maakte. Door zijn veroveringen kwam hij in contact met veel landen en culturen: Syrië, Egypte, Perzië, Bactrië, en India. Overal stichtte hij nieuwe steden die hij vaak Alexandrië noemde. De plaatselijke architectuur, kunst, taal en levenswijze van Klein-Azië tot India, van Egypte tot Mongolië gingen na zijn komst Griekse sporen vertonen, een proces dat bekend werd onder de naam hellenisme.
Twee prachtige tentoonstellingen in Amsterdam geven een beeld van deze uitzonderlijke heerser en van de grote culturele en artistieke veranderingen die volgden op zijn veroveringen. In deze special besteden we aandacht aan leven en betekenis van deze unieke persoon en zijn goddelijke status, en aan de wijze waarop dit alles in de Amsterdamse tentoonstellingen en in een vernieuwd museum in Noord- Griekenland wordt belicht. Allereerst staan we hier stil bij Alexander zelf.
Alexander III van Macedonië (356-323 v.Chr.) dankt zijn bijnaam ‘de Grote’ aan het enorme gebied dat hij wist te veroveren: van Griekenland in het westen tot aan de Indus in het oosten, het grootste rijk dat de oudheid gekend heeft. Helemaal bijzonder als je bedenkt dat hij dit reusachtige gebied binnen elf jaar onder zich bracht, en dat terwijl hij nog maar twintig jaar was toen hij aan de macht kwam. Wie op zijn dertigste levensjaar ‘de hele wereld’ veroverd heeft, moet wel over bovenmenselijke krachten beschikken. In de geschiedschrijving zijn werkelijkheid en mythe moeilijk te onderscheiden. Van het begin af aan bevatten biografieën van Alexander toespelingen op een goddelijke afkomst. Het is niet ondenkbaar dat hij daar zelf aan bijgedragen heeft.
In de literatuur wordt Alexander de Grote als een held neergezet, een briljant veldheerdie in durf, strategisch inzicht en slagkracht zijn gelijke niet kende. Maar ook komt hij naar voren als een megalomane alcoholist, die driftbuien had die zelfs zijn naasten soms met de dood moesten bekopen. In de Grieks/Romeinse en latere westerse geschriften werd hij aangeduid als Alexander de Grote. In het Oosten hebben ze het echter al enkele decennia over Alexander de Gruwelijke.
Alexanders jeugd
Alexander was de zoon van Philippos, koning van Macedonië, het gebied ten noordoosten van Griekenland. De Macedoniërs meenden af te stammen van Macedon, de zoon van Zeus. Ze zagen zichzelf als Grieken, maar de Grieken vonden hen achterlijk en ongeciviliseerd: gewelddadige barbaren die hun wijn onverdund dronken. Philippos, die koning werd in 360 v. Chr., wist Macedonië op te stoten in de vaart der volkeren. Hij voerde Griekse gewoonten in, stimuleerde de kunsten en de economie én organiseerde een ongekend sterk, professioneel leger. Onder zijn bewind werd Macedonië de grootste macht in de regio. Hij veroverde heel Griekenland. De voorheen autonome Griekse stadstaten stelde hij onder zijn bestuur in de Korinthische Bond. Hij ging verscheidene (politieke) huwelijken aan met prinsessen uit de verslagen gebieden, om zich van de trouw van die gebieden te verzekeren. De moeder van Alexander, prinses Olympias uit Epirus, was de vierde van zijn zeven vrouwen.
Op 21 juli 356 v.Chr. werd Alexander geboren. Van zijn vader heeft hij niet veel gezien; die was als koning-veldheer voortdurend op veldtocht. Alexander bleef achter met zijn moeder Olympias, die dat niet erg gevonden moet hebben, want steeds meer leek zij een hekel aan haar man te hebben. Philippos had ervoor gezorgd dat zijn zoon een Griekse opvoeding kreeg: lichamelijk werd Alexander getraind door Leonidas, intellectueel werd hij gevormd door onder anderen de beroemde filosoof Aristoteles. Hij groeide op met de Griekse helden Achilles en Herakles als voorbeeld, die hij tijdens zijn veldtochten ook veelvuldig zou eren met offers en spelen. De Ilias van Homeros werd Alexanders leidraad. Hij streefde ook het Homerische ideaal na: de strijd voor het persoonlijk succes, de eer en de roem.
Een Homerische held gold toen als de enige echte held. Als kind al toonde Alexander dat hij niet bang was. Op de paardenmarkt werd een groot paard te koop aangeboden, Boukefalos (‘Runderkop’), dat zich door niemand liet berijden. Het steigerde en schopte om zich heen. Alexander had gemerkt dat het dier bang was voor zijn eigen schaduw. Hij keerde het paard naar de zon toe en kalmeerde het. Na een tijdje lukte het hem op het paard te rijden. Philippos was geroerd en kocht het paard voor Alexander. Boukefalos heeft Alexander in de jaren die volgden trouw gediend en is in 326 v.Chr. in de strijd gesneuveld.
Op zijn achttiende mocht Alexander laten zien wat hij waard was op het strijdtoneel: hij werd aanvoerder van de linkerflank van het leger bij de beslissende slag tegen Athene. Macedonië won de slag, Philippos werd koning van heel Griekenland en aan de autonomie van de Griekse stadstaten kwam een einde. In de verdere militaire plannen van Philippos speelde Alexander evenwel geen rol.
Koning Alexander
Niet veel later werd Philippos vermoord. Er gingen geruchten dat Olympias en Alexander achter deze moord zaten. Of dat werkelijk waar was, is niet meer te achterhalen. In ieder geval was Alexander klaar om de troon over te nemen. Hij had alleen een oudere halfbroer, van een eerdere vrouw van Philippos, maar die kwam niet in aanmerking vanwege beperkte geestelijke vermogens. Alle anderen die aanspraak maakten op de troon – neven van Philippos – werden door Alexander uit de weg geruimd, samen met hun familie, zodat er geen oppositie meer overbleef. Het was een staaltje van Alexanders niets en niemand ontziende optreden, zoals hij dat nog vele malen ten beste zou geven. In 336 v.Chr. was Alexander op twintigjarige leeftijd koning van Macedonië en hegemon, heerser, van de Korinthische Bond van Griekse stadstaten.
Hij omringde zich met de trouwste generaals van zijn vader en met zijn jeugdvrienden, die hij allemaal hoge posities in zijn leger zou bezorgen. Een van hen was Hefaistion, Alexanders beste vriend én geliefde. Toen Philippos overleden was, roken de Griekse stadstaten en de andere door hem onderworpen gebieden een kans op hernieuwde autonomie en kwamen in opstand. Alexander, die het strategische inzicht én het sterkste leger in de regio van zijn vader geërfd had, herstelde zijn macht met veel geweld, en soms met diplomatie. Zijn vuurproef als koning en veldheer doorstond hij met glans. In 335 v.Chr. leek Thebe nog even met succes in opstand te komen, maar ook die werd neergeslagen. Als straf en afschrikwekkend voorbeeld voor de andere steden werd de stad totaal met de grond gelijk gemaakt. Het werkte: Griekenland hield zich rustig tot aan Alexanders dood in 323 v.Chr.
De tocht naar Azië
Daden van goden en helden vormden volgens de antieke literatuur vaak een drijfveer voor Alexander. Niet alleen nam hij een voorbeeld aan Herakles en Achilles, ook de wijngod Dionysos was een bron van inspiratie. Nadat hij de rust had teruggebracht in het Macedonische rijk, kon Alexander de aandacht richten op zijn grootse plannen. Hij wilde het grote Perzische Rijk onderwerpen. Zijn vader had de weg voor hem geplaveid. Philippos had de Griekse steden al zover gekregen om een veldtocht in Perzisch gebied te steunen (en manschappen te leveren), met het argument dat hij de oorspronkelijk Griekse kuststeden zou bevrijden die in de vijfde eeuw voor Christus door de Perzen waren ingenomen. Alexander zette het plan van zijn vader voort. Voor de veldtocht bracht Alexander een leger bijeen van zo’n 48.000 soldaten, 16.000 man ondersteunend personeel en een vloot van meer dan honderd oorlogs- en transportschepen. Hij wees Antipater aan als plaatsvervangend koning en hegemon van de Korinthische Bond en trok de Hellespont over naar Troje, waar zijn grote voorbeeld Achilles gesneuveld was.
Zijn eerste strijd tegen de Perzen vond plaats bij de rivier de Granikos. Hoewel Alexander maar een deel van zijn leger had meegenomen, wist hij dankzij een ingenieuze strategie het gigantische Perzische leger, met 20.000 ruiters en 20.000 (Griekse!) huurlingen, te verpletteren. Hij trok na deze overwinning verder naar het zuiden, langs de west- en zuidkust van het huidige Turkije. Zijn roem was hem vooruit gesneld en had de plaatselijke bestuurders angst ingeboezemd. Diverse steden gaven zich al over voordat Alexander in de buurt was. Overigens was de solidariteit met de Perzische koning in de voormalige Griekse steden ook niet overal even groot. Andere steden kwamen in opstand, maar staakten al snel hun verzet tegen de enorme overmacht van het Macedonische leger. De voortdurende overwinningen leverden niet alleen geld op (oorlogsbuit), maar zorgden ook voor een continue aanwas van strijdkrachten; de lokale jongens werden getraind in de Macedonische krijgstechnieken. In alle onderworpen steden benoemde Alexander een Griekse bestuurder (satraap) en liet hij een deel van zijn garnizoen achter om de macht te handhaven.
Gordiaanse knoop
Zijn ambities werden duidelijk toen hij in 333 v.Chr. in Gordion kwam, in het binnenland. Hier stond een wagen die gewijd was aan Zeus. Het verhaal wilde dat wie de knoop van het juk van de wagen loskreeg – de Gordiaanse knoop – zou heersen over heel Azië. Ook voor Alexander bleek de knoop onontwarbaar. Hij loste dat op door met één machtige zwaardslag de knoop doormidden te hakken. En vervolgens te verklaren dat de knoop los was. Volgens de overlevering kreeg ieder die twijfelde aan de rechtmatigheid van zijn claim het zwijgen opgelegd met donder en bliksem – door Zeus zelf dus. Hij trok verder naar Egypte.
Onderweg, in Syrië, vond het eerste treffen plaats met Darius III, de Grote Koning van Perzië zelf. Darius, natuurlijk al op de hoogte van de overwinningen van Alexander, had een indrukwekkend leger bijeengebracht, om bij Issos de confrontatie aan te gaan. Darius leek eerst aan de winnende hand, maar toen de Macedoniërs zijn lijfgarde versloegen en hemzelf bedreigden, trok hij zich terug. Hij deed dit vermoedelijk omdat hij vreesde dat zonder hem het Perzische rijk uiteen zou vallen. Alexander doodde vele manschappen van Darius. Tegelijkertijd spaarde hij diens familie; hij behandelde ze zelfs met alle egards. Zo beloofde hij om geschikte partners te vinden voor de dochters van Darius. Later zou hij zelf één van hen huwen en een ander schenken aan Hefaistion.
Hij liet Darius gaan, want hij wilde voortmaken met zijn tocht naar Egypte. Dat land was om diverse redenen aantrekkelijk voor Alexander: het was rijk, had goede handelsbetrekkingen en behoorde tot het Perzische rijk. Egypte gaf zich zonder slag of stoot aan Alexander over. Hij wist de Egyptenaren aan zich te binden door hun godsdienst en tradities te respecteren. Al snel werd hij de koning, met alle bijbehorende titels, zoals Zoon van Ra. Alexander ontwikkelde in deze tijd goddelijke aspiraties. Dat bleek na zijn bezoek aan het orakel van Zeus-Ammon in de woestijn van Egypte. Hij keerde terug met de boodschap dat hij als regelrechte zoon van Zeus was erkend. Vanaf toen kwamen ook verhalen in omloop over een goddelijke afkomst: zijn moeder Olympias zou bevrucht zijn door Zeus, in de incarnatie van een slang. Alexander kreeg telkens meer allures. Hij wenste steeds vaker als een god aanbeden te worden – voor de Egyptenaren en de Perzen niet ongewoon, maar de Grieken vonden dat godslastering.
Heer van Azië
Onvermoeibaar trok Alexander verder, in oostelijke richting. Soms ondervond hij weerstand, maar het Macedonische leger maakte korte metten met iedere tegenstander. In alle gebieden die hij onderwierp benoemde hij nieuwe, hem goed gezinde Perzische bestuurders. Om zijn macht te verzekeren stichtte Alexander her en der steden, die hij bijna allemaal Alexandrië noemde en bevolkte met Griekse en Macedonische legereenheden. Hij liet zijn manschappen met lokale vrouwen trouwen om de Grieks-Macedonische hegemonie te versterken. Ondertussen had Darius zijn leger heropgebouwd. De beslissende veldslag vond plaats bij Gaugamela op 1 oktober 331 v.Chr. Ondanks zijn enorme aantallen soldaten werd het Perzische leger verslagen, doordat Alexander een uitgekiende strategie had uitgedacht. Darius vluchtte, maar werd later (zomer 330 v. Chr.) vermoord door een van zijn vroegere satrapen.
Alexander werd door zijn leger uitgeroepen als Heer van Azië. De overwinning werd uitgebreid gevierd vlakbij Persepolis, de ‘hoofdstad’ van het Perzische rijk. De stad werd geplunderd door Alexanders soldaten en Alexander stak het paleis van Xerxes, de vroegere Perzische koning, in brand. Volgens sommigen als gevolg van teveel drank, anderen beschrijven het als een welbewuste daad, een revanche op Xerxes, die de Atheense Akropolis had laten afbranden in de Grieks-Perzische oorlogen van de vijfde eeuw voor Christus.
Protest
Alexander was geenszins van plan op zijn lauweren te rusten en naar huis terug te keren. Hij wilde verder, naar India. Ondertussen groeide de onrust onder zijn manschappen. De soldaten waren moegestreden. De generaals ergerden zich aan wat zij zagen als goddelijke allures van hun koning. Zo had Alexander ingevoerd dat iedereen zich in het stof moest werpen alvorens hem te benaderen. Dit was een ritueel volgens Perzische traditie. De Macedoniërs vonden het echter blasfemie: een sterveling die zich als een god liet vereren.
Alexander zou steeds vaker problemen krijgen om zowel zijn landgenoten als de Perzen aan zijn kant te houden, temeer daar hij moeilijk kritiek duldde. Tijdens een van de regelmatige drinkgelagen van Alexander en zijn staf ontstond een woordenwisseling tussen Alexander en Kleitos, een van zijn trouwe bevelhebbers en vrienden. Kleitos had in de strijd bij de Granikos Alexanders leven gered. Maar dat weerhield de koning er niet van om in zijn dronken drift een lans te grijpen en Kleitos neer te steken. In het voorjaar van 327 v.Chr. deed Alexander iets verrassends: hij trouwde. Eerder had hij al met een Perzische adellijke dame samengeleefd en een kind verwekt, maar met haar was hij niet getrouwd. Zijn bruid was Roxana, een prinses uit Bactrië, naar verluidt het mooiste meisje van heel Azië. Ook dit viel verkeerd bij zijn eigen Macedonische vertrouwelingen; als er een kind zou komen, zou het niet geheel Macedonisch zijn.
In India kreeg Alexander te maken met verzet. De manschappen weigerden verder oostwaarts te trekken, welke beloningen hun ook in het vooruitzicht werden gesteld. Alexander capituleerde. Hij leidde zijn leger terug, dwars door de meedogenloze Gedrosische woestijn.
De ondergang
Maar Alexander had nog plannen voor een volgende veldtocht: vanuit Babylon aan de Eufraat wilde hij Arabië binnenvallen. Hij had in 323 v.Chr. alle voorbereidingen getroffen. Er was een enorme haven, met plaats voor 1000 oorlogsschepen, aangelegd in Babylon en er stond een invasiemacht klaar. Het zou er echter niet van komen: Alexander stierf op 13 juni 323 v.Chr. op bijna 33-jarige leeftijd. De omstandigheden rondom zijn dood zijn in nevelen gehuld. Vermoedelijk is Alexander bij een van de drankfestijnen bewusteloos geraakt en niet meer bijgekomen. Volgens sommige bronnen kreeg hij koorts die zo hevig werd dat hij eraan stierf. In weer een ander verhaal werd hij vergiftigd.
Eén belangrijke zaak had Alexander niet geregeld: zijn opvolging. Na zijn dood was er geen wettige erfgenaam of onbetwiste opvolger. Zijn oudste zoon Herakles was een onwettig kind: Alexander was nooit getrouwd met de moeder, een Perzische prinses. Zijn eerste vrouw Roxana was nog in verwachting van haar eerste kind toen Alexander stierf. Ze beviel weliswaar in augustus van een zoon, maar diens gezag werd nauwelijks erkend. Alle belangrijke generaals claimden een aandeel in de macht. Er volgde een periode van chaos en verdeeldheid. De strijd om de erfenis van Alexander duurde tot 301. Zo snel als het ontstaan was, is het grote rijk van Alexander ook weer ten ondergegaan. Het gebied viel uiteen in verscheidene koninkrijken. Macedonië speelde geen rol van betekenis meer.
Invloed en inspiratie
Alexanders invloed op de wereld is ongekend groot geweest. Hij bracht welvaart in hetgehele rijk. Hij heeft steden gesticht, havens gebouwd en handelswegen geopend. Hij stimuleerde kunsten, filosofie en wetenschap; in zijn hofhouding had hij biologen, historici en geologen die hij alles liet vastleggen wat ze tegenkwamen. Doordat hij overal steden stichtte en (Griekse en Macedonische) manschappen achterliet, kwam de oorspronkelijke bevolking in aanraking met de Griekse gewoonten. Omgekeerd namen de achtergelaten soldaten ook lokale gebruiken over. Het was het begin van het hellenisme: de verspreiding van de Griekse cultuur en de vermenging ervan met diverse lokale culturen. De Gandhara-boeddha’s vormen een mooi voorbeeld van Graecoboeddhistische beeldhouwkunst. De wederzijdse invloeden bleven nog eeuwen na Alexanders dood bestaan.
Door de eeuwen heen en over de hele wereld is Alexander een bron van inspiratie gebleven voor schrijvers en kunstenaars. De Romeinen waren grote bewonderaars van Alexander. Zijn moed, zijn successen en de grote aantallen verslagenen spraken tot hun verbeelding. Er bestaan uit die tijd dan ook diverse (series van) boeken over Alexander, deels, meeslepend, deels fictief. In de Middeleeuwen waren de verhalen niet alleen doortrokken van christelijke vroomheid, maar ook van allerhande verzinsels. Op verluchtingen in vroegmiddeleeuwse handschriften verschijnt Alexander in een duiktoestel op reis naar de bodem van de zee. In de late Middeleeuwen ligt de nadruk meer op zijn hoffelijkheid en ridderlijkheid. Hij werd een van de favoriete historische figuren in de Italiaanse renaissance. Scènes uit zijn leven sierden interieurs van de paleizen van vorsten en aristocraten.
Verscheidene Europese vorsten hebben zich aan Alexander gespiegeld. Een van zijn grootste bewonderaars was Lodewijk XIV (1638-1715). De Franse koning had goddelijke aspiraties vergelijkbaar met die van Alexander. Doordat het Franse hof de mode in heel Europa bepaalde, kreeg de belangstelling voor Alexander een zeer sterke opleving. In Italië, Spanje, Oostenrijk en Duitsland werden paleizen voorzien van schilderijen met scènes uit het leven van Alexander. In de Perzische literatuur kreeg hij als de goede vorst Iskander vaak een hoofdrol. Hij was ook geliefd bij islamitische vorsten uit Perzië en India. In de Russische cultuur drong de bewondering voor Alexander met de Byzantijnse traditie door.