Dagboek van een ‘glider pilot’
Zestig jaar geleden, op 17 september 1944, begon in Arnhem een van de grootste luchtlandingsoperaties uit de geschiedenis. Duizenden Engelse piloten werden ingezet om nazi-Duitsland een beslissende strategische nederlaag toe te brengen. Een van hen was de van oorsprong joodse Duitser Louis Hagen. De desastreus verlopen operatie werd door Hagen nauwkeurig opgetekend. Dit leverde een bijzondere bron op: de slag om Arnhem door de ogen van een zweefvliegtuigpiloot.
Ruurd Kok
Het is een dun, klein boekje in een linnen bandje: Arnhem Lift. Onder deze titel verschijnt in 1945 in Engeland anoniem het dagboek van een geallieerde zweefvliegtuigpiloot. In 96 pagina’s beschrijft hij de acht dagen in september 1944 dat hij vocht in de slag om Arnhem. De dag waarop ik het boekje kocht, was het begin van een lange speurtocht: wie was de auteur? Waar heeft hij gevochten? Zijn dagboek is letterlijk na te lopen. In het voorwoord wordt de ontstaansgeschiedenis van het boekje verteld. Toen de auteur terugkwam uit Arnhem, vroegen vrienden hem telkens naar zijn ervaringen. Omdat hij er moe van werd telkens hetzelfde verhaal te vertellen, besloot hij zijn ervaringen op papier te zetten.
Uitgave
Het boekje verschijnt in januari 1945 en de uitgever vermeldt dat de auteur om goede redenen anoniem blijft. Zijn verhaal is vrijwel ongewijzigd verschenen en alleen om veiligheidsredenen zijn enkele passages geschrapt. In 1946 verschijnt bij de Nijmeegse uitgeverij De Koepel de Nederlandse vertaling met als titel Zweefvlucht naar Arnhem. De auteur is niet langer anoniem en heet Louis E. Hagen. Jaren later vertelt hij dat hij het binnen twee weken heeft geschreven, aangespoord door zijn vriendin. Zij stuurt haar exemplaar aan het War Office, dat toestemming geeft voor publicatie zonder dat Hagen ervan weet. In Arnhem 1944, het in 1994 verschenen overzichtswerk van Martin Middlebrook, duikt Hagen één keer op. In een ooggetuigeverslag vertelt Sander Kremer dat Hagen een van de soldaten was die intrek hadden genomen in zijn ouderlijk huis aan de Stationsweg in Oosterbeek. Ook in andere publicaties wordt hij vermeld, veelal als auteur van Arnhem Lift.
Louis Hagen
Wie deze Louis Hagen is, blijkt het duidelijkst uit zijn eigen publicaties. Na Arnhem Lift schreef hij nog meerdere boeken. Zo verscheen in 1993 een heruitgave van het dagboek, die hij heeft voorzien van enkele extra hoofdstukken over zijn leven voor en na Arnhem. Veel informatie over zijn achtergrond is ook te vinden in Follow my Leader uit 1951. In dit boek probeert Hagen de opkomst van het Derde Rijk te verklaren en beschrijft hij het leven in nazi-Duitsland aan de hand van interviews met negen Duitsers uit zijn eigen omgeving. Hagen was afkomstig uit een intellectueel joods milieu. Op 30 mei 1916 werd hij als Louis Edmund Hagen geboren in Potsdam (Duitsland). Hij was de tweede zoon van een bankiersfamilie. Na een verkeerde grap belandt hij in 1934 voor zes maanden in een concentratiekamp.
Militaire dienst
In 1936 vertrekt Hagen naar Engeland en meldt zich als vrijwilliger voor het leger. Eind 1943 wordt hij toegelaten tot het Glider Pilot Regiment (zweefvliegersregiment). Alle soldaten van Duitse en Oostenrijkse afkomst moeten Engelse namen aannemen om problemen te voorkomen bij een eventu-ele gevangenneming. Hagen noemt zich Lewis Haig. Na de slag om Arnhem wordt Hagen naar India gezonden, maar Japan capituleert voordat hij in actie hoeft te komen. Na de oorlog keert hij terug naar Duitsland, waar hij als journalist werkt. Hagen trouwt in 1950 met een Noorse kunstschilderes en woont afwisselend in Londen en Noorwegen. Hagen keert na de oorlog twee keer terug naar Arnhem. De eerste keer in 1948 om zijn verloofde de plaatsen te laten zien waar hij had gevochten en in 1994 bij de vijftigste herdenking van de slag om Arnhem. Louis Hagen overlijdt op 17 augustus 2000 op 84-jarige leeftijd en ligt begraven in Asker bij Oslo.
Market Garden
Begin september 1944 geeft de geallieerde opperbevelhebber Eisenhower toe aan de druk van de Britse veldmaarschalk Montgomery. Zijn plan voor een ‘single thrust’ krijgt voorrang boven de breed-frontstrategie van de Amerikaanse generaals Bradley, Patton en Hodges. Terwijl de Amerikaanse tanks halt houden, krijgt de opmars van het Britse 30ste legerkorps over de lijn Eindhoven- Nijmegen-Arnhem alle voorrang om volgens Montgomery de oorlog nog voor kerst 1944 te kunnen beëindigen. De operatie krijgt de codenaam Market Garden: parachutisten en luchtlandingstroepen moeten de vitale bruggen veroveren (Market) om de weg vrij te maken voor het grondleger (Garden). De Britse 1ste luchtlandingsdivisie onder bevel van generaal-majoor Roy Urquhart krijgt de meest vooruitgeschoven positie toebedeeld: de brug bij Arnhem op bijna 90 km achter het front.
Zoals bekend is, was dit een brug te ver. Op zondag 17 september 1944 begint de grootste luchtlandingsoperatie uit de Tweede Wereldoorlog. Twee dagen zouden de airbornes de Arnhemse verkeersbrug in handen moeten houden. Nauwelijks 800 van de 12 000 man slagen erin de Rijnbrug te bereiken en moeten die na een verbeten strijd van vier dagen opgeven. Het restant van de divisie heeft zich dan al ingegraven in de perimeter, een hoefijzervormige verdedigingslijn rondom Hotel Hartenstein in Oosterbeek, waarin het hoofdkwartier van de divisie is gevestigd. Daar houden de troepen in totaal negen dagen stand, totdat ze bevel krijgen om zich in de nacht van 25 op 26 september over de Rijn terug te trekken. Bijna 4000 man weten te ontkomen. Arnhem is de hele winter lang frontgebied en wordt uiteindelijk pas in april 1945 bevrijd. ‘Arnheim’ was de laatste Duitse overwinning in de Tweede Wereldoorlog.
Luchtaanval
Sergeant Hagen vliegt als tweede piloot en landt maandag 18 september 1944 in de tweede aanvalsgolf met zijn zweefvliegtuig op een landingsterrein ten westen van Wolfheze. De glider pilots verzamelen zich bij station Wolfheze en rukken ’s avonds langs de spoorlijn op richting Arnhem. Dinsdagochtend nemen de piloten deel aan een aanval, die door de Duitsers wordt afgeslagen. De troepen krijgen bevel zich terug te trekken naar Wolfheze. In de chaos die daar heerst, besluit Hagen op eigen initiatief richting de Rijn te lopen. Hij wordt met een strijdmakker opgepikt door jeeps van het Reconnaissance Squadron en komt zo terecht bij de rest van de troepen in Oosterbeek. Na een zware mortieraanval meldt Hagen zich donderdagochtend als vrijwilliger voor een patrouille. Zijn eenheid neemt posities in aan de Stationsweg, de oostelijke grens van de inmiddels gevormde perimeter. Maandagnacht 25-26 september trekken de soldaten zich terug over de Rijn. De situatie aan de Rijnoever is wanhopig: ze worden beschoten en er is geen boot te zien. Hagen besluit over te zwemmen en bereikt veilig de overkant. Met een ambulance wordt hij naar Nijmegen gebracht, waar de manschappen weer op krachten komen. In de avond van vrijdag 29 september keert Hagen na twaalf dagen in Engeland terug op zijn vliegveld, waar ze met vier man naar de achttien lege bedden staren.
Reconstructie
In de eerste Engelse uitgave van Hagens boek ontbreekt niet alleen zijn eigen naam, maar ook die van officieren. Zij worden aangeduid als ‘kapitein Z’ of ‘luitenant X’. Hagen noemt nauwelijks legereenheden, op enkele uitzonderingen na, zoals het Reconnaissance Squadron. Verder ontbreken namen van terreinen, straten of huizen en komen alleen plaatsnamen voor, zoals Wolfheze en Oosterbeek. Het ontbreken van aanduidingen van personen, eenheden en plaatsen maakt het lastig de ervaringen van Hagen direct te plaatsen. In de heruitgave van 1993 is slechts een deel van deze gegevens aangevuld. Aan de hand van andere bronnen en literatuur over de slag om Arnhem kunnen beschreven personen worden geïdentificeerd en ervaringen worden gereconstrueerd. Hieronder worden twee episodes besproken, die aangeven welke informatie uit het dagboek kan worden afgeleid.
Solo-actie
De aanval waaraan Hagen dinsdagochtend 19 september deel nam, werd uitgevoerd door 156 Battalion (4th Brigade, The Parachute Regiment) en staat bekend als de actie bij de Dreyenseweg. Deze weg ligt in het bosgebied ten noorden van Oosterbeek en moest door de airborne-troepen worden overgestoken op weg naar Arnhem. Duitse eenheden hadden zich langs de weg ingegraven en wisten zo de opmars te stuiten. Een van de meest opmerkelijke passages uit Arnhem Lift speelt zich hier af. De groep glider pilots wordt beschoten vanuit een vooruitgeschoven Duitse mitrailleurstelling en hun beide officieren raken gewond, van wie één dodelijk. Hagen bestormt in zijn eentje de Duitse positie. Op twintig meter afstand gaat hij in dekking en hoewel de Duitsers weten dat hij er zit, durven ze hun stelling niet te verlaten. Hij hoort hun geruzie een tijdje aan en beseft hoe slecht het moreel is. Als hij probeert terug te keren naar de Britten, wordt hij van beide kanten beschoten, maar weet uiteindelijk veilig de eigen posities te bereiken.
Archeologische bevestiging
Middlebrook beschrijft hoe twee soldaten van het 156 Battalion een figuur zien terugkomen uit de richting van de Duitsers, een man ‘die iets brabbelde over de positie van de Mof’, aldus de één, en die volgens de ander ‘beweerde een glider pilot te zijn en inderdaad zo’n uitrusting droeg; we moesten ’m volgen omdat er alleen jonge Duitsers zouden zitten, die we makkelijk aankonden’. Deze getuigenissen vertonen zoveel overeenkomsten met Hagens verslag dat ze de onwaarschijnlijke solo-actie lijken te bevestigen. Hagen geeft een zodanig gedetailleerde beschrijving van de topografie dat de deels gekapte bospercelen waardoor hij optrok, kunnen worden gelokaliseerd aan de hand van geallieerde luchtfoto’s die twee dagen daarvoor waren gemaakt. Zo is langs de westzijde van de Dreyenseweg het door Hagen beschreven dalletje gevonden waar het Duitse mitrailleurnest zich bevond. In deze bospercelen is volgens de lijst van gesneuvelden, de zogeheten Roll of Honour, het lichaam gevonden van S.R. Smith. Dit is de luitenant die in de beschrijving van Hagen dodelijk gewond raakt. Een andere episode betreft de strijd aan de Stationsweg in Oosterbeek. De glider pilots bezetten de huizenrij tussen de Utrechtseweg en de Paul Krugerstraat. Commandant van het groepje is de Schot James Ogilvie (‘kapitein Z’). Hagen beschrijft uitgebreid hoe ze de huizen barricaderen en tussen de huizen loopgraven aanleggen. De Paul Krugerstraat vormde vanaf vrijdag 22 september de noordgrens van de perimeter. Vanaf die ochtend worden de glider pilots in de ochtenduren dagelijks aangevallen door een Duits gemotoriseerd kanon. Samen met Strathern (‘luitenant X’) brengt Hagen op zolder een Piat (anti-tankwapen) in stelling. Door een gat in het dak kunnen ze het kanon telkens ongezien onder vuur nemen. In gevechtspauzes verschijnen Duitse ambulances om gewonden op te halen en verbeteren de glider pilots hun stellingen. Op deze momenten wordt in de huizen aan de Stationsweg ook opgeruimd en wordt eten verzameld uit de kelders.
Familie Kremer
Het is zeer waarschijnlijk tijdens een van deze tochten dat Hagen samen met sergeant Stan Graham het huis aandoet van de familie Kremer op Stationsweg 8. Hiervoor is al de getuigenis genoemd van Sander Kremer. Zijn moeder maakte foto’s van de soldaten en liet ze haar gastenboek tekenen. Haar herinneringen aan de strijd verschijnen een jaar na de oorlog in de bundel Niet tevergeefs. Zij vertelt: ‘De latere schrijver van het bekende Arnhem Lift (dat speciaal over deze omgeving handelt) was ook dadelijk bereid aan dit verzoek te voldoen, evenals Sgt Graham, die in z’n boek genoemd wordt. Tegelijkertijd nam ik de gelegenheid te baat een kiek van hen te nemen, terwijl hun kameraden in de vlakbij zijnde loopgraven de Duitschers bevochten.’ Foto’s en gastenboek hebben de oorlog overleefd. Op twee foto’s van mevrouw Kremer staat een groep van negen soldaten voor haar huis; een van de soldaten heeft het gastenboek in de hand (p.365). Hagen schrijft in dit boek: ‘I do hope & beleave that the mess we made of the your lovely house was worth while + good luck for a happier future’ en ondertekend met Lewis Haig.
Stationsweg 18
Uit nauwkeurige analyse van de verschillende opmerkingen die Hagen maakt over het huis waarin hij zit, kan worden afgeleid dat hij het merendeel van de tijd verbleef op Stationsweg 18, het tweede huis vanaf de hoek met de Paul Krugerstraat. Een van de passages waaruit dit blijkt, betreft een stommiteit van Hagen. Bij een aanval in de avondschemering werpt hij al zijn handgranaten naar binnen in het naastgelegen huis, omdat hij er Duitsers meent te zien. In het huis zitten echter Engelsen, die op het nippertje aan de dood ontsnappen. In een ooggetuigeverslag vertelt een glider pilot die in dat hoekhuis zat over een sergeant die overstuur is nadat hij handgranaten in het huis van z’n eigen makkers heeft geworpen. Dit verslag bevestigt niet alleen Hagens vergissing, maar geeft ook aan dat Hagen in het naastgelegen huis moet hebben gezeten. Ook andere bronnen wijzen uit dat Hagen op Stationsweg 18 zat. Zo is bekend welke familie het pand in de oorlog bewoonde. De toen 25-jarige zoon herinnert zich dat James Ogilvie in hun huis gewond in de geblindeerde achterkamer lag, zoals door Hagen wordt beschreven. Een foto die in 1945 na de bevrijding is gemaakt, toont de oorlogsschade in de Stationsweg. In het dak van nummer 18 zien we het gat waardoor Hagen het Duitse kanon onder vuur nam. Het huis staat er nog, de reparatie van het gat is nog in de zoldering herkenbaar, evenals de inslagen van granaatscherven.
Betrouwbaarheid
De nauwkeurigheid van Arnhem Lift blijkt al uit het feit dat het merendeel van Hagens ervaringen letterlijk is na te lopen. Dat de beschreven plaatsen en personen kloppen, wil nog niet zeggen dat de beschreven handelingen ook werkelijk zo zijn gebeurd. Veel van Hagens – soms zelfs onwaarschijnlijke – ervaringen kunnen uit andere bronnen worden bevestigd, zoals die bij de Dreyenseweg. Uit andere bronnen blijkt echter ook dat er vergissingen in Hagens verslag zijn geslopen. Hagen meldt bijvoorbeeld dat ze op vrijdagochtend versterking kregen van Poolse soldaten, terwijl deze pas op zondagochtend arriveerden op de Stationsweg. Vergelijking van Hagens verhaal met getuigenissen van andere glider pilots uit de Stationsweg levert ook verschillen op. Zo kan het haast niet kloppen dat Hagen maandagochtend 25 september als rustig beschrijft, terwijl in het huis ernaast op diezelfde morgen zware aanvallen worden gemeld. Het is moeilijk te achterhalen welke van de genoemde verslagen de juiste weergave biedt. De vergissing van een tijdstip is begrijpelijk, zeker gezien het feit dat Hagen uit zijn herinnering schreef. Overigens kunnen andere door hem genoemde tijdstippen wel worden bevestigd. Dergelijke vergissingen lijken de betrouwbaarheid van Hagens verhaal dan ook niet aan te tasten. Plaatsen en handelingen zijn zeer nauwkeurig beschreven, maar het tijdstip waarop de handelingen zich hebben afgespeeld, klopt niet altijd.
Slag om Arnhem
Gezien de betrouwbaarheid van Arnhem Lift kan studie van het dagboek nieuwe informatie opleveren over de slag. Zo geeft Hagen een gedetailleerde beschrijving van de twee patrouilles, die hij op vrijdagnacht ondernam. Kapitein Ogilvie had van brigadier Hackett, die het bevel voerde over het oostelijk deel van de perimeter, opdracht gekregen uit te laten zoeken waar de Duitsers hun materieel verzamelden en of de huizen langs de Paul Krugerstraat in Duitse handen waren. Hagen ontdekt die nacht de plaats waar de Duitsers ’s nachts hun materieel en troepen terugtrekken. Zaterdagochtend brengt Hagen op Hartenstein verslag uit aan Hackett en adviseert de brigadier desgevraagd over de meest geschikte plek voor artilleriebeschietingen. De lokatie van dit Duitse verzamelpunt was niet uit andere bronnen bekend. Deze plek is nog niet gelokaliseerd, maar dat moet mogelijk zijn op basis van de beschrijving van Hagen in combinatie met oude (lucht)foto’s. Deze potentie van Arnhem Lift kan alleen maar worden benut door de beschikbaarheid en combinatie van diverse bronnen.
Ooggetuigenverslagen
Opmerkelijk is het aantal gepubliceerde ooggetuigenverslagen, niet alleen van be- trokken soldaten, maar ook van burgers die de strijd van nabij hebben meegemaakt, zoals mevrouw Kremer. Doordat de strijd zich gedurende dagen op een klein oppervlak heeft afgespeeld, bestaat er bovendien een grote mate van overlap tussen de verschillende verslagen. Daarnaast kan de slag om Arnhem zich nog steeds verheugen in een grote belangstelling van (amateur)historici. Jaarlijks verschijnen benieuwe publicaties, al bieden sommige uitgaven weinig nieuws. Zo is in de loop der jaren van de meeste betrokken legeronderdelen wel een detailstudie verschenen. Alleen door deze mate van bestudering van de slag en door de ongekende combinatie van bronnen is het mogelijk de gegevens uit Arnhem Lift te herleiden. Hierin onderscheidt de slag om Arnhem zich van andere strijdtonelen in Nederland.
Kritiek geschrapt
Niet alleen de bestudering van het dagboek zelf levert interessante gegevens op, maar ook de bestudering van de verschillende uitgaven ervan. In de eerste Engelse uitgave zijn op last van het War Office vrijwel alle passages weggelaten waaruit de Duitse nationaliteit van de auteur zou kunnen worden afgeleid, zoals de opmerking dat Hagen in een concentratiekamp heeft gezeten. De passages waaruit blijkt dat Hagen Duits spreekt, zijn overigens wel gehandhaafd. De censuur blijkt verder te gaan: ook kritische opmerkingen van Hagen over zijn opleiding zijn in de eerste uitgaven weggelaten. Zo vertelt hij waarom luitenant Strathern de Piat bediende: hij had één keer met zo’n wapen geschoten, terwijl Hagen slechts éénmaal was getoond hoe het wapen moest worden geladen. Deze verklaring wordt gevolgd door een geschrapte passage waarin Hagen zijn gal spuwt over de in zijn ogen verspilde maanden die werden besteed aan exercities en inspecties. Ook zijn kritiek op de organisatie van de evacuatie is weggelaten: degenen die opdracht gaven om onder voortdurend mortiervuur in de open uiterwaarden rustig te blijven wachten op de paar boten voor de overtocht, wisten volgens Hagen niet wat ze deden.
Verschillen in vertalingen
Daarnaast zijn er duidelijke verschillen tussen de Engelse tekst en de eerste Nederlandse vertaling. In de Nederlandse uitgave lijken bepaalde delen bewust te zijn weggelaten, zoals een opmerking over jodenvervolging. De uitroep ‘Trust the Dutch!’ als reactie op het vinden van ingemaakt voedsel in de kelders, werd kennelijk als te schamper ervaren en heeft de Nederlandse vertaling evenmin gehaald. Vreemd genoeg zijn wel de opmerkingen overgenomen over de vele nsb’ers in Oosterbeek en over Nederlandse sluipschutters in burger, die de Britten beschieten. Een bijzondere uitgave is wat dat betreft de eigen vertaling die de Renkumse Koerier (een lokale krant) in 1945-1946 als feuilleton publiceert onder de titel ‘Zweefvlucht naar Arnhem’. Deze vertaling is namelijk voorzien van toevoegingen over straatnamen en andere opmerkingen en moet dus zijn gemaakt door iemand die de situatie in Oosterbeek goed kende. Zo wordt de door Hagen genoemde NSB-leider aangeduid als de ‘Bloem van Oosterbeek’.
Angst
Arnhem Lift is door de persoonlijke beschrijvingen een waardevol egodocument, dat inzicht geeft in het functioneren van de schrijver tijdens de gevechtshandelingen. Het is des te waardevoller omdat het de ervaringen geeft van een Duitse jood die tegen de Duitsers vocht. Uit het dagboek blijkt duidelijk wat Hagen als soldaat bewogen heeft te doen, wat hij heeft gedaan. Angst blijkt zijn grootste drijfveer. Wanneer Hagen bij een bezoek aan Hartenstein de vermoeide soldaten in de loopgraven ziet, realiseert hij zich dat dit eigenlijk de ware helden zijn van de slag om Arnhem. Zijn eigen han- delen relativerend schrijft hij: ‘Het was wel erg moedig om je vrijwillig te melden voor een patrouille door vijandelijk gebied of om sleutelposities aan het front te verdedigen, maar ik weet heel goed dat ik me die donderdag niet vrijwillig opgaf uit louter moed of haat tegen de Duitsers en ook niet uit een zeker gevoel van plichtsbetrachting. Dat deed ik uit angst door het voortdurende bombardement mijn zelfbeheersing te verliezen.’
Parallellen
De beschreven reacties en emoties zijn weliswaar zeer persoonlijk, maar parallellen ervoor zijn te vinden in verslagen van andere soldaten. Een mooi voorbeeld is Hagens onverwachte reactie in de benarde situatie voor het Duitse mitrailleurnest bij de Dreyenseweg: ‘Ik vroeg me zelf af, of ik nu niet moest bidden, hetgeen ieder ander in mijn hopeloze positie zou gedaan hebben. Maar ik kon niet in de vereiste stemming raken en keek toe, om me zelf te kalmeren, hoe een kolonie mieren ongestoord voortging met haar drukke, systematische bezigheden.’ Ook soldaat James Sims ‘2nd Parachute Battalion’ bestudeert mieren wanneer hij in dekking ligt en de Poolse oorlogscorrespondent Marek Swiecicki observeert twee wormen waarmee hij zijn loopgraaf deelt. De bestudering van kleine dingen lijkt even de aandacht af te kunnen leiden van het oorlogsgeweld om hen heen.
Betekenis
Aangezien Hagens beschrijvingen nauwkeurig en over het algemeen betrouwbaar zijn, kan ook worden bekeken welke betekenis Arnhem Lift heeft voor onze kennis over de slag om Arnhem. Deze beperkt zich uiteraard tot de plekken, ervaringen en gesprekken waarover Hagen schrijft. Het boek geeft bijvoorbeeld een duidelijk beeld van het goede moreel onder de Britse troepen in tegenstelling tot dat van de Duitsers. Dit blijkt niet alleen uit beschreven observaties, maar ook uit verschillen- de gesprekken die Hagen voert met Duitse gewonden of krijgsgevangenen. Het boek geeft echter ook een kritische kijk op de opleiding van de glider pilots en op hun optreden.
Inzichten
Het feit dat Hagen herhaalde malen zelf in actie kon komen, wijst op het ontbreken van leiderschap en initiatief. Dit vormt een bevestiging van het vaker gesignaleerde gebrek aan initiatief bij Britse (onder)officieren. Arnhem Lift geeft ook inzicht in de organisatie van de Britse verdediging in de noordoosthoek van de perimeter en van de organisatie van de Duitse aanvallen daarop. De grootste betekenis van Arnhem Lift is ongetwijfeld dat dit boekje een groot publiek het eerste realistische beeld van de strijd bood. Dit geldt voor het Engelse lezerspubliek en vooral voor de burgers van Oosterbeek die zich midden in het strijdtoneel bevonden. Door de publicatie als feuilleton in de Renkumse Koerier bereikte Hagens verhaal bovendien een grote groep lezers. De betekenis ervan zou echter nooit zo groot zijn geweest wanneer Hagen niet een zeer duidelijk en vooral herkenbaar beeld had geschetst van vertrouwde plaatsen in Oosterbeek en omgeving.
Eerste in een lange rij
Louis Hagen was een van de vele soldaten die bij Arnhem hebben gevochten en hij is ook een van de velen die daarover hebben geschreven. Hoewel hij toen niet heeft kunnen weten dat hij de eerste was in een lange rij, relativeert hij zijn verhaal met de opmerking: ‘Ieder, die met mij in Arnhem heeft gevochten, zou dit verhaal hebben kunnen schrijven. Het mijne is voor de vrienden en verwanten van hen, die niet terugkeerden.’ Zonder andere schrijvende veteranen te kort te willen doen, is het toch vooral de persoon Louis Hagen en zijn heldere en beschrijvende pen die Arnhem Lift zo bijzonder maakt.
Afbeelding:
By Goodchild A (Pilot Officer), Royal Air Force official photographer [Public domain], via Wikimedia Commons