1948: De Sobere Spelen in Londen
Geen enkele Brit zat op de Olympische Spelen te wachten, zo vlak na de Tweede Wereldoorlog. Behalve dan de Britse koning George VI, die het evenement juist als een mogelijkheid zag om zijn treurige regeerperiode nog van enige glans te voorzien. En hij zou hier in slagen, want ondanks de sobere omstandigheden groeiden de Spelen van 1948 in Londen uit tot een groot succes.
Na afloop van de Tweede Wereldoorlog was de toekomst van de Olympische Spelen in gevaar. Grote delen van Europa lagen in puin en Griekenland was verwikkeld geraakt in een zware burgeroorlog, die ditmaal niet stopgezet zou worden voor een Olympische wapenstilstand. In september 1946 besloot het IOC de Spelen van 1948 daarom toe te wijzen aan Londen, de stad die in 1908 ook al in staat was geweest om de Olympische beweging van de ondergang te redden.
Ongewenste Spelen
De meeste Britten zaten echter helemaal niet te wachten op de Spelen. Londen was nog grotendeels een ruïne als gevolg van de Duitse bombardementen en de Engelse bevolking leefde nog steeds op voedselrantsoenen. “Een volk dat zich deze winter moet voorbereiden op een zware overlevingsstrijd, mag het vergeven worden dat ze de uitgebreide voorbereidingen voor de ontvangst van een leger aan buitenlandse atleten als enigszins excessief beschouwen”, zo schreef de krant Evening Standard.
Koning George
Er was echter een Brit die wel zeer enthousiast was over het vooruitzicht van de Spelen in Londen. Koning George VI had eigenlijk helemaal geen koning wilde worden en sinds hij in 1936 toch gekroond was, had zijn regeerperiode vrijwel enkel ellende en vernietiging gekend. Hij zag de komst van de Olympische Spelen dan ook als de uitgelezen kans om zijn rijk er weer bovenop te helpen, en bovendien om zijn eigen heerschappij – die al op zijn einde liep – nog enige glans te geven. Daarnaast viel het evenement mooi samen met de zwangerschap van zijn dochter Elisabeth, die in 1948 haar eerste kindje zou krijgen.
Sobere voorbereidingen
Als gevolg van de kosten van de wederopbouw was Groot-Brittannië echter niet in staat om veel geld te besteden aan de voorbereidingen van de Olympische Spelen. Zo besloot men geen nieuw stadion aan te leggen en werden de atleten ondergebracht in barrakken en studentenhuizen. De Britse sporters moesten zelfs hun eigen sportkleding naaien, waardoor de Spelen bekend kwamen te staan als ‘The Austerity Games’ (de Bezuinigings Spelen).
Alleen het Amerikaanse team was wel voorzien van alle luxe. Zo werd er iedere 48 uur vers bloem overgevlogen en lieten zij bovendien 5.000 lendenbiefstukken en 15.000 chocoladerepen importeren. De Amerikanen beloofden alles wat overbleef te doneren aan ziekenhuizen.
Succesvolle Spelen
Maar ondanks de sombere omstandigheden groeiden de Spelen van 1948 toch uit tot een groot succes. Maar liefst 4.104 atleten reisden af naar Londen, een record, ondanks de vrijwillige afwezigheid van de Sovjet-Unie en de gedwongen absentie van Duitsland, Italië en Japan. Bovendien was in de aanloop naar het evenement de desinteresse van de Britten compleet verdwenen. Op de openingsdag waren er maar liefst 83.000 sportliefhebbers aanwezig in het Wembley-stadion en al snel werden de toeschouwersrecords van de Spelen van 1936 in nazi-Duitsland verbroken. De Spelen van Londen groeiden uit tot de meest succesvolle uit de Olympische geschiedenis, tot grote tevredenheid van koning George.
Opmerkelijke winnaars
'De vliegende huisvrouw'
De Olympische Spelen van 1948 kenden ook een aantal opmerkelijke medaillewinnaars. Zo was daar de 30-jarige Nederlandse atlete Fanny Blankers-Koen, bijgenaamd ‘De Vliegende Huisvrouw’, die maar liefst 4 gouden medailles in de wacht sleepte. Verder werd de loodzware decathlon gewonnen door een 17-jarige jongen, de Amerikaanse Bob Mathias. Volgens veel Britten was deze overwinning echter minder opmerkelijk dan het leek. “Met alle respect voor Mathias, maar geen enkele Engelse atleet kon de afgelopen jaren genoeg voeding binnen hebben gekregen om dit op zo’n jonge leeftijd te presteren,” aldus de Britse hardloper Roger Bannister.
Nasleep
Het was in de ogen van de Britten dan ook niet verwonderlijk dat de Amerikanen uiteindelijk met veruit de meeste medailles naar huis gingen. In totaal namen ze 84 prijzen mee naar huis, waaronder 38 gouden plakken. De Britten daarentegen moesten het doen met maar 23 medailles, waaronder slechts 3 van goud. Toch waren zij het meest tevreden over de Olympische Spelen van 1948, want ondanks de verwoestingen van de Tweede Wereldoorlog waren zij er toch in geslaagd om een succesvol sportevenement te organiseren.
Lees ook meer over de opmerkelijke Spelen van 1936 in nazi-Duitsland