7 november jarig: Marie Curie, Leon Trotski en Albert Camus
Marie Curie wordt, samen met haar man Pierre, gezien als de grondlegster van het onderzoek naar radioactieve materialen. Ze kreeg uiteindelijk maar liefst twee Nobelprijzen voor haar werk. Daarnaast werd na haar dood het element Curium en de eenheid voor radioactiviteit, de Curie, naar haar vernoemd. Marie Curie werd geboren op 7 november 1867.
Een wetenschapster gespecialiseerd in radioactieve straling, een revolutionaire communist en een filosoof die zich afvraagt of de mens niet gewoon beter zelfmoord kan plegen. Veel hadden Marie Curie, Leon Trotski en Albert Camus niet gemeen, maar toch deelden ze één ding: 7 november, hun geboortedag.
Marie Sklodowska-Curie (1867-1934) was een Pools-Frans natuur- en scheikundige. Ze werd geboren op 7 november 1867 in het Poolse dorpje Passy. In 1891 verhuisde ze naar Parijs om scheikunde, natuurkunde en wiskunde te studeren. Daar ontmoette ze Pierre Curie, met wie ze in 1895 in het huwelijk trad. Het echtpaar begon samen aan een studie naar radioactieve materialen en ontdekte uiteindelijk twee nieuwe elementen, polonium en radium. De twee kregen in 1903 samen de Nobelprijs voor de Natuurkunde voor hun wetenschappelijke bevindingen. Na de dood van haar man Pierre in 1905 zette Marie haar werk alleen voort. Zes jaar later werd ze opnieuw beloond met een Nobelprijs, ditmaal voor de Scheikunde. Marie Curie werd hiermee niet alleen de eerste vrouw die een Nobelprijs won, maar ook de enige persoon ooit die er twee in ontvangst mocht nemen. Ze overleed 4 juli 1934 op 66-jarige leeftijd aan leukemie, vrijwel zeker het gevolg van al haar werk met radioactieve elementen.
Leon Trotski (1879-1940) was een Russisch revolutionair en politicus. Hij werd geboren op 7 november 1879 in Oekraïne. Op zeventienjarige leeftijd sloot Trotski zich aan bij de revolutionaire Sociaaldemocratische Arbeiderspartij. Tijdens de Oktoberrevolutie van 1917 voegde hij zich vervolgens bij de bolsjewieken en groeide hij uit tot een vertrouweling van Lenin. Trotski vervulde onder andere de posities van Volkcommissaris voor Buitenlandse Zaken en leider van het Rode Leger. Na de dood van Lenin in 1924 brak er een machtsstrijd uit tussen Trotski en Stalin, die Trotski uiteindelijk verloor. In 1927 verloor hij zijn partijlidmaatschap en twee jaar later werd hij gedeporteerd. Trotski week uit naar Mexico, maar Stalin zag hem nog steeds als een bedreiging en liet een moordaanslag op hem beramen. Op 20 augustus 1940 sloeg een Russisch geheim agent het hoofd van Trotski in met een ijsbijl. Trotski leek de aanslag in eerste instantie nog te overleven, maar overleed een dag later alsnog aan de gevolgen van ernstig hersentrauma.
Albert Camus (1913-1960) was een Frans schrijver en filosoof. Hij werd geboren op 7 november 1913 te Mondovi, Algerije. In 1936 voltooide hij zijn opleiding Filosofie met een scriptie over Plotinus en vier jaar later verhuisde Camus naar Parijs. Daar verschenen in 1941, tijdens de Duitse bezetting van Frankrijk, zijn eerste literaire werken: De Vreemdeling en De mythe van Sisyphus. Camus werd uiteindelijk vooral bekend als de grondlegger van de filosofie van het absurdisme. Volgens hem was de mens fundamenteel irrationeel en het leven compleet zinloos. Camus stelde dan ook dat de enige filosofische vraag was of de mens niet beter gewoon zelfmoord kon plegen. Uiteindelijk kwam hij echter tot de conclusie dat het beter was voor de mens om te leven met de realisatie dat het leven uiteindelijk nutteloos was. Camus overleed 4 januari 1960 op 46-jarige leeftijd na een fataal auto-ongeluk.
