Bank moet zekerheid bieden
De Nationale bank van Griekenland heeft het afgelopen halfjaar een verlies van 1,3 miljard euro geleden. Het verlies is vooral te wijten aan beleggingen in Griekse staatsobligaties. De wortels van het huidige banksysteem dateren uit de Middeleeuwen. Ze zijn juist opgericht om zekerheid aan het geldverkeer te bieden.
Vanaf de oudheid tot ver in de 19e eeuw was geld gemaakt van een edelmetaal, zoals goud, zilver, koper of brons. De waarde werd bepaald door het gehalte aan edelmetaal in de munt. Speciale geldwisselaars, vaak goudsmeden, konden zo'n munt met behulp van gewichten controleren op echtheid. Centrale banken bestonden niet. Munten werden geslagen door koningen, maar ook steden en regio's. Het gevolg was een ratjetoe aan munten. 'Vreemde' munten werden dus in zo'n stad of regio meestal eerst door de wisselaars gecontroleerd, en daarna omgewisseld voor lokale munten waarmee de bezoeker probleemloos kon betalen.
Fout geld
Vervalsingen kwamen veel voor, maar vorsten of stadsbesturen in geldnood namen hun toevlucht ook nog wel eens tot een ander trucje: het afsnijden van een klein randje van de munt. (De gewoonte om ribbeltjes om de zijkant van de munt te maken is bedacht als maatregel tegen deze fraudevorm). Ook dat konden de geldwisselaars vaststellen, waarna ze voor de keuze stonden: het 'foute' geld weer in roulatie brengen, of juist uit de roulatie halen.
Wissels bieden veiligheid
De wisselaars kregen in ieder geval geld op voorraad. Na verloop van tijd gingen ze ook geld van hun klanten bewaren. Hiervoor schreven ze dan een wissel uit: een papier dat de toonder ervan recht gaf op het bedrag dat genoemd stond. Je zou deze wissels de eerste bankbiljetten kunnen noemen, want handelaren gingen ze onderling als betaalmiddel gebruiken. Zo hoefden ze de kostbare edelmetalen niet te vervoeren, met alle risico's van dien. De oudste wissel die we kennen dateert uit 1156 en werd in Genua uitgegeven. De waarde bedroeg 115 Genuese Ponden.
Van ridderorde tot commerciële bank
Internationaal geldverkeer door middel van wissels kwam dus vanaf de 12e eeuw op gang. Maar om dat soort services te verlenen moet je wel een internationaal 'netwerk' hebben. De enige die dat had was de geestelijkheid. En dus begonnen ordes als de Tempeliers en de Hospitaalridders ook bankdiensten te verlenen. De Tempeliers werden hierdoor één van de rijkste ordes ter wereld, tot hun ondergang in 1307. Ruim anderhalve eeuw later, in 1472, werd de eerste commerciële bank opgericht: de Banca Monte dei Paschi. Deze bank bestaat nog steeds. In de periode daarna werden overal in Europa banken opgericht. Nederland was relatief laat. De eerste Nederlandse bank was Vlaer & Kol, en werd in 1692 in Utrecht opgericht. In 1977 is de bank opgegaan in de AMRO bank.
Banca onthult vervalsingen
De naam 'bank' herinnert nog aan het prille begin van het bankwezen: een 'banca' is een marmeren tafelblad. Een wisselaar kon hierop een munt laten vallen en aan het geluid horen of de munt zuiver was. Deze primitieve banken en wisselbanken zouden uiteindelijk uitgroeien tot centrale banken en het bankwezen van nu.