Boycot van de Olympische Spelen in Moskou in 1980
Net als de Duitse- en Tsjechische regering overweegt nu ook het Nederlandse kabinet het EK voetbal 2012 in Oekraïne te boycotten. Volgens minister Rosenthal zullen ministers en leden van het Koningshuis niet naar Oekraïne afreizen als de situatie van de gevangen oud-premier Timosjenko niet snel verbetert. Het boycotten van sportevenementen uit politiek protest vond vaker plaats, onder meer tijdens de Olympische Spelen van 1980 in Moskou.
Politieke boycots van sportevenementen in het algemeen, en de Olympische Spelen in het bijzonder, zijn niet ongebruikelijk. Zo waren er in 1956 zeven landen die om drie afzonderlijke redenen niet deelnamen aan de Spelen. Egypte, Irak en Libanon bleven weg als reactie op de Suezcrisis. Nederland, Spanje en Zwitserland namen geen deel aan het evenement uit protest tegen het neerslaan van de Hongaarse Revolutie en de Volksrepubliek China deed niet mee omdat Taiwan wel mee mocht doen.
Oorlog in Afghanistan
Ook in 1980 vond er een politieke boycot van de Spelen plaats. Na de invasie van Afghanistan door de Sovjet-Unie in 1979 stelde de Amerikaanse president Jimmy Carter het land op 20 januari 1980 een ultimatum: als het Sovjet-leger zich niet binnen één maand terug trok, zou de Verenigde Staten niet deelnemen aan de Zomerspelen van 1980 in Moskou. Carter kreeg al snel bijval van een groot aantal andere landen, waaronder West-Duitsland, Japan en Canada, die allen ook aangaven bereid te zijn de Spelen te boycotten.
Protest
Ondanks de brede politieke steun voor de boycot kwam er ook veel kritiek op het besluit, met name vanaf de kant van de sporters. In de selectiewedstrijden voor het Amerikaanse Olympische marathonteam op 24 mei 1980 liep atleet Gary Fanelli ruim 24 kilometer op kop met een shirt waarop stond: ‘De weg naar Moskou eindigt hier’. De regering van de Verenigde Staten bleef onverbiddelijk, maar in andere landen kregen sporters, ondanks overheidssteun aan de boycot, toch toestemming om op eigen initiatief deel te nemen aan de Spelen.
Olympische vuur in Moskou, 1980
Vlag en volkslied
Zestien andere landen, waaronder Nederland, België en Frankrijk, namen wel deel aan de Spelen, maar besloten uit protest hun nationale vlag en volkslied niet te gebruiken bij de prijsceremonies. In plaats daarvan toonden zij de Olympische vlag en lieten zij de Olympische Hymne horen. Het kwam hierdoor zelfs een aantal keer voor dat er bij een prijsceremonie drie Olympische vlaggen gehesen werden.
De meeste televisiekijkers kregen hier echter niets van mee, want de Sovjet-staatstelevisie besloot dit alles niet te tonen. Wat zij wel registreerden waren de vele successen van de Sovjet-atleten, die door de afwezigheid van veel concurrenten maar liefst 40 procent van alle medailles in de wacht sleepten.
Resultaat
Uiteindelijk was het resultaat van de boycot van 1980 vrijwel nihil. Ondanks het duidelijke politieke signaal ging de Sovjet oorlog in Afghanistan nog bijna negen jaar door. Vier jaar later boycotte de Sovjet-Unie op haar beurt de Spelen van 1984 in het Amerikaanse Los Angeles, naar eigen zeggen vanwege de ‘anti-Sovjet hysterie’ in de Verenigde Staten. Dertien bondgenoten van het land sloten zich aan bij de boycot, die eveneens weinig uithaalde. Of de Europese politieke boycot van het EK voetbal in 2012 in Oekraïne wel wat zal bereiken, is dus ook maar sterk de vraag.