cuba

Cubaanse revolutie van 1959

Op 26 juli 1953 probeerde een honderdtal rebellen, onder leiding van de voormalige advocaat Fidel Castro, een revolutie te ontketenen door een aanval te plegen op de Moncada kazerne in Santiago de Cuba. De bestorming resulteerde echter in een grote mislukking en vrijwel alle rebellen werden gevangengenomen of gedood. Fidel Castro werd veroordeeld tot vijftien jaar gevangenisstraf, zijn broer Raúl kreeg dertien jaar. Slechts twee jaar later verleende Batista, onder grote internationale druk, echter gratie aan alle politieke gevangenen en kwamen de gebroeders Castro alweer vrij. Direct na zijn vrijlating vluchtte Fidel Castro naar Mexico, waar hij onder andere in contact kwam met de Argentijnse revolutionair Ernesto ‘Che’ Guevara.

Guerilliastrijd

Op 2 december 1956 keerde Castro samen met ongeveer tachtig andere leden van de ‘Beweging van de 26e Juli’ terug naar Cuba. Eenmaal daar aangekomen trokken ze vrijwel direct de bergen in, van waaruit ze in samenwerking met andere verzetsgroeperingen een guerrillastrijd begonnen tegen de troepen van Batista. In juni van 1958 besloot Batista definitief een einde te maken aan de rebellenbewegingen door tijdens Operatie Verano ruim twaalfduizend Cubaanse soldaten de bergen in te sturen. De ervaren guerrillastrijders bleken echter veel beter voorbereid op de omstandigheden en het Cubaanse leger leed zware verliezen. Slechts één maal, na de slag van Las Mercedes, kwam het rebellenleger in het nauw, maar door snel een staakt het vuren aan te vragen en vervolgens de onderhandelingen te vertragen gaf Castro zijn strijders de tijd om uit de val te ontsnappen. Operatie Verano resulteerde zo in een grote nederlaag voor het Cubaanse leger.

Overwinning

Ondertussen was ook de machtspositie van Batista ernstig verzwakt. Door zijn harde optreden was de steun voor zijn regime sterk afgenomen. Zo had de regering van de Verenigde Staten, voorheen nog een bondgenoot van Cuba, ondertussen besloten een economisch embargo tegen het land uit te vaardigen. Dit betekende een groot probleem voor Batista, die zijn vliegtuigen niet kon laten repareren zonder reserveonderdelen uit Amerika. Na het mislukken van Operatie Verano kozen de rebellen daarom het offensief. Ze verlieten de bergen en veroverden een aantal zuidelijke steden op het eiland, waaronder de belangrijke havenstad Santiago de Cuba. Vervolgens begonnen de rebellenleiders, waaronder naast Castro ook Che Guevara, Camilo Cienfuegos en Jaime Vega, aan een lange tocht richting de hoofdstad Havana. Op 31 december 1958, na de val van de stad Santa Clara, besloot Batista het land te verlaten. Slechts een week later, op 8 januari 1959, trok Castro zonder weerstand de hoofdstad Havana binnen.

Machtsovername door Fidel Castro

Direct na zijn machtsovername begon Fidel Castro aan de consolidatie van zijn macht. Zo liet hij het ‘Committee voor de verdediging van de Revolutie’ oprichten, een netwerk van informanten dat ‘contra-revolutionaire activiteiten’ tegen moest gaan. Daarnaast werden vrijwel alle overheidsfunctionarissen, politieagenten en legerleiders uit de Batista periode afgezet, veroordeeld en vervangen door leden van de revolutionaire bewegingen. Sindsdien is er een grote stagnatie opgetreden binnen de Cubaanse overheid. De revolutionaire veteranen die ruim vijftig jaar geleden samen met Castro Havana veroverden, bekleden daar nu nog steeds de belangrijkste partij- en overheidsfuncties. Een trend die zich doorzet onder Fidels opvolger Raul Castro.

Afbeeldingen:

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!