Dag van het schaap
Als belangrijke leverancier van melk, kaas, vlees, wol, leer en mest, kennen mens en schaap een lange geschiedenis. Vandaag is het ‘de dag van het schaap’. Het is een evenement dat eens in de twee jaar plaatsvindt. Maar wat is de geschiedenis van de verwerking van wol in Nederland?
In de tijd van Karel de Grote (747-814) vormden wolproductie één van de belangrijkste grondstoffen. Met name Vikingen waren een goede handelspartner. Zij gebruikte de wol om daar zeildoeken van te vervaardigen. Het houden van schapen in afgeschermde en omheinde gebieden is een gebruik dat dateert uit het Europa van de late Middeleeuwen.
Tussen 1150 en 1400 ontwikkelde de wolproductie zich steeds meer in Vlaanderen en de Noord-Nederlandse gewesten. De lakennijverheid nam toe in belang. Halverwege de 14e eeuw kwam dan ook de lakenindustrie in Leiden van de grond en werd de belangrijkste van Europa. Voor het eerst was er sprake van een industrialisatieproces. Het productieproces was opgedeeld en vond niet meer binnen één bedrijf plaats. Het Leidse laken was daardoor zeer ontwikkeld en populair tot omstreeks 1500. Toen begon Leiden haar leidende positie te verliezen door de grotere concurrentie uit met name Engeland. De Engelsen gingen vanaf dat moment hun eigen wol verwerken en voor Leiden betekende dit een grondstoffenprobleem.
Vandaag is dus de dertiende editie van ‘de dag van het schaap’. 2000 mensen scharen zich bij elkaar in Ermelo. Met het Nederlands Kampioenschap schapendrijven, een wolplein, een expositie van schapenkunst, het Nederlands Kampioenschap schapen scheren en de uitverkiezing van ‘het mooiste schaap van Nederland’, wordt deze dag dus stilgestaan bij het schaap.
Afbeeldingen:
- Foto: Uberprutser [CC BY-SA 3.0 nl], via Wikimedia Commons