De aanslag op Leon Trotski
Na de dood van Lenin in 1924 breekt er in Rusland een machtsstrijd uit tussen Leon Trotski en Josef Stalin. Uiteindelijk weet Stalin alle macht naar zich toe te trekken, maar desalniettemin blijft hij vrezen voor de invloed van Trotski. In 1939 geeft hij de Russische geheime dienst opdracht om Trotski definitief uit de weg te ruimen.
Jeugd
Leon Trotski werd geboren op 7 november 1879 in het Oekraïense provincie Cherson. Op zeventienjarige leeftijd raakte hij geïnteresseerd in het communisme en sloot hij zich aan bij de Russische Sociaaldemocratische Arbeiderspartij. Na twee jaar werd hij gearresteerd voor zijn revolutionaire activiteiten en verbannen naar Siberië, maar Trotski wist te ontsnappen en vluchtte naar Engeland. In 1905 keerde hij terug naar Rusland, waar hij al snel weer gearresteerd en verbannen werd, maar Trotski wist wederom te ontkomen en emigreerde deze keer naar Frankrijk en later de Verenigde Staten.
Revolutie
In 1917 keerde Trotski voor een derde maal terug in Rusland en sloot hij zich tijdens de Oktoberrevolutie aan bij de bolsjewieken. Vanwege zijn intelligentie en leiderschapskwaliteiten groeide hij al snel uit tot één van de belangrijkste medewerkers van Lenin, de leider van de revolutie. Trotski werd benoemd tot Volkscommissaris van Buitenlandse Zaken en kreeg later ook nog de leiding over het Rode Leger. Dit alles tot groot ongenoegen van Stalin, een andere naaste medewerker van Lenin, die Trotski beschouwde als een ‘kampioen met nepspieren’ die zich pas bij de revolutie had aangesloten toen deze al gewonnen was. Vaak kwam het tot verhitte discussies tussen Stalin en Trotski, die uiteindelijk alleen door Lenin gesust konden worden.
Machtsstrijd
Na de dood van Lenin op 21 januari 1924 brak er een machtsstrijd uit tussen Trotski en Stalin over de toekomst van de Partij. Volgens Stalin was de belangrijkste doelstelling de vestiging van een sterke socialistische staat in Rusland, terwijl Trotski meer de nadruk legde op het exporteren van de revolutie naar andere landen. Ondanks dat Lenin zich in zijn testament uitdrukkelijk tegen Stalin uitsprak, moest Trotski uiteindelijk toch het onderspit delven. In 1925 verloor hij zijn macht over het leger, in 1926 werd hij uit het politbureau gezet, in 1927 liet Stalin hem uit het Centraal Comité zetten en in 1928 werd Trotski verbannen naar Kazachstan. Niet veel later werd hem de toegang tot Rusland volledig ontzegd en vluchtte hij noodgedwongen naar Turkije. In 1936 besloot een Russische rechtbank hem vervolgens bij verstek ter dood te veroordelen vanwege landverraad.
Bomaanslag
Ondanks dat hij de machtsstrijd definitief had gewonnen bleef Stalin Trotski zelfs na 1936 zien als één van zijn grootste vijanden. Zo vreesde hij onder andere voor de politieke gevolgen van de boeken die Trotski publiceerde, waaronder een geschiedenis van de Russische Revolutie en een biografie van Stalin. In 1939 gaf Stalin de Russische geheime dienst daarom opdracht om Trotski, die inmiddels naar Mexico was geëmigreerd, definitief uit de weg te ruimen. Op 24 mei 1940 drongen er midden in de nacht ruim twintig als politieagenten verklede mannen het huis van Trotski binnen. Toen ze zijn slaapkamer hadden gevonden, namen ze deze massaal onder vuur met automatische wapens, waarna ze ook nog twee brandbommen en een brisantbom naar binnen wierpen. Wonderbaarlijk genoeg hield Trotski aan de gehele aanslag echter slechts kleine verwondingen over. De leider van de aanslag, Alfaro Siqueiros, werd later gearresteerd, maar omdat hij volhield dat de drie bommen en driehonderd afgevuurde kogels slechts bedoeld waren om Trotski angst aan te jagen, en niet om hem te doden, besloot de rechtbank uiteindelijk om hem niet te vervolgen.
IJspriem
Door de mislukte aanslag op zijn leven raakte Trotski in paniek. Zo liet hij zijn huis voorzien van stalen deuren en bomvrije muren en gaf hij opdracht om het hele pand te omringen met wachttorens. De Russische geheime dienst had echter al besloten de tactiek aan te passen. De Spaanse communist Rarmon Mercader, die zich uitgaf voor een Belgische student, knoopte een relatie aan met Sylvia Ageloff, een bekende van de familie Trotski. Op deze manier wist Mercader zichzelf toegang te verschaffen tot het zwaarbewaakte pand, waarna hij op 20 augustus 1940 de tweede moordaanslag pleegde. Terwijl Trotski zich over zijn bureau boog om een artikel te lezen sloeg de Spanjaard hem met een ijspriem in zijn achterhoofd. Tot Mercador’s grote verbazing viel Trotski echter niet direct dood neer maar draaide hij zich om, spuugde op hem en begon terug te vechten. Nadat de toegesnelde lijfwachten Mercador hadden overmeesterd werd Trotski met spoed naar het ziekenhuis gebracht, waar hij een dag later alsnog kwam te overlijden.
Afbeelding:
commons.wikimedia.org Leon Trotski