De betaling van Britse ‘slaafcompensaties’
In Britse kolonies werkten in de 19e eeuw meer dan 800.000 slaven op de plantages. Toen deze slaven in 1834 werden vrijgelaten besloot de Britse regering de plantagehouders te compenseren voor hun verlies. De Britse staat leende daarvoor een bedrag van 20 miljoen pond. Wist je dat deze lening pas in 2015 was afbetaald?
Slavenopstanden
In het begin van de 19e eeuw werden groepen slaven in de Britse kolonies opstandig. In 1830 braken er in Jamaica rellen uit waarbij zo’n 60.000 slaven oproer maakten door suikerriet te verbranden op de velden en suikermolens kapot te slaan. De Brits-Jamaicaanse regering reageerde op de ‘Christmas Rebellion’ met geweld; meer dan 540 mensen stierven tijdens het bloedbad.
Slavery Abolition Act
De opstandigheid van de slaven was niet voor niets geweest. De rellen stimuleerden het debat in het Britse parlement over de afschaffing van de slavernij. De uitkomst van dit debat was de Slavery Abolition Act (1834). Met deze wet maakte het Britse parlement een einde aan de legale slavernij in alle Britse kolonies. Maar toen de slaven bevrijd waren, bevonden ze zich nog jarenlang in een benarde positie. Voormalige slaven ouder dan zes jaar moesten tijdens hun ‘apprenticeship’ jarenlang nog steeds hetzelfde werk verrichten en werden hier niet voor betaald. Pas in 1840 eindigden de laatste apprenticeships en waren de Caraïben echt slavenvrij.
Compensatie aan de slavenhouders
Omdat slaven destijds werden gezien als een bezit vond de Britse regering het gepast om de voormalige slaveneigenaren na de afschaffing een compensatiebedrag uit te keren voor hun verlies. Voor deze compensatie sloot de Britse overheid op 3 augustus 1835 een lening af. Twee grote bankieren gingen ermee akkoord de Britse overheid zo’n 20 miljoen pond voor te schieten. Deze lening was enorm, het bedroeg maar liefst 40% van het jaarlijkse inkomen van de overheid en is een van de grootste leningen uit de geschiedenis.
Grote sommen geld voor de Britse elite
De compensatie die Britse staat betaalde aan slavenhouders was zeer genereus, maar was niet eerlijk verdeeld. In totaal ontvingen 47.000 mensen compensatiegeld maar meer dan de helft van het geld ging naar slechts 6% van de geldeisers. Zo ontving John Gladstone in 1833 zo’n 105.000 pond, vandaag de dag is dit bedrag vergelijkbaar met 96 miljoen euro.
Betalingen pas geëindigd in 2015
De betalingen van de in 1835 afgesloten lening eindigden pas in 2015. Tot die tijd ging een deel van het geld van de Britse belastingbetaler naar de vergoeding van compensatiebedragen aan 19e eeuwse slavenhouders. Geen enkele cent is gegaan naar de slaven zelf, als verontschuldiging. Ondanks dat er in Groot-Brittannië verschillende activisten zijn geweest die streden voor meer aandacht voor het slavernijverleden, heeft de Britse staat nog steeds nooit een excuus aangeboden voor de compensatie uitkeringen.
Nederlandse slaafcompensatie
Toen de slavernij in 1863 in Nederland werd afgeschaft, kwamen slaveneigenaren ook in aanmerking voor een ‘schadevergoeding’ voor het verlies van hun ‘eigendom’. De bezitters van slaven in Suriname en de Antillen kregen als financiële compensatie voor elke vrijgemaakte slaaf 300 gulden uit de staatskas.
bronnen
- The Guardian: Slavery Abolition Compensation: When will Britain face up to its crimes against humanity?
- Rijksmuseum.nl: 1863 Afschaffing Slavernij
afbeelding
By Isaac Cruikshank; S.W. Fores [publisher] [Public domain], via Wikimedia Commons