De geschiedenis van Air France

Op 7 oktober 1933 werd met een ceremonie op vliegveld Le Bourget bij Parijs Air France opgericht. De luchtvaartmaatschappij was het resultaat van een noodgedwongen fusie van vijf kleinere luchtvaartmaatschappijen. Toch zou Air France uitgroeien tot een van de grootste luchtvaartmaatschappijen van Europa.

Oprichting Air France

In 1933 werden vijf kleine maatschappijen bij elkaar gebracht in Air France. Elke kleine maatschappij had z’n eigen bestemmingen, de een richting de Franse koloniën in Afrika, de ander richtte zich op Europa en weer een ander vloog richting het oosten. Bij elkaar hadden de maatschappijen een groot netwerk, maar individueel waren ze te klein om de crisis van de jaren ’30 te overleven. De Franse regering wilde voorkomen dat Frankrijk al haar luchtvaartmaatschappijen verloor. Het verlies van de luchtvaartmaatschappijen zou niet allen verlies van prestige betekenen, maar de aanwezigheid van een bloeiende luchtvaartindustrie was ook belangrijk voor het leger. Om het prestige en het militaire belang zeker te stellen, besloot de regering dat de luchtvaartmaatschappijen samen moesten gaan.

Tweede Wereldoorlog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog viel Air France onder controle van het Vichy-regime en verhuisde naar Marseille om vanaf daar de verbindingen met de koloniën in Afrika in leven te houden. Dit hield op toen de geallieerden Noord Afrika veroverden en de Duitsers het Vichy-regime helemaal onder hun controle brachten. Het bestuur van Air France in Afrika werd vervangen door de Vrije Fransen van Charles De Gaulle en viel voortaan onder de transportdienst van de luchtmacht.

Ontwikkelingen in de luchtvaart

In 1946 werd Air France genationaliseerd. De Franse overheid zorgde ervoor dat Air France flink kon groeien. De ontwikkeling van vliegtuigen had door de Tweede Wereldoorlog een flinke impuls gekregen. Het werd mogelijk om een verbinding met onder andere New York te leggen. Een verbinding die in het begin nog 24 uur in beslag nam, maar door de komst van nieuwere vliegtuigtypen, zoals de beroemde Lockheed Constellation, kon dat worden teruggebracht tot vijftien uur.

Straalmotoren brengen verandering

Toch was vijftien uur nog lang in vergelijking met de straalvliegtuigen waar Air France in de jaren ’60 de beschikking over kreeg. De Atlantische oceaan werd in slechts acht uur overgestoken. Hierdoor werd het mogelijk om steeds verder te vliegen en deze verre bestemmingen luidden het begin van het grote toerisme in. Met de komst van de supersonische Concorde namen de vluchttijden nog verder af en kreeg Air France een pronkstuk van de internationale luchtvaart in handen. Door de steeds grotere en snellere vliegtuigen en de toename van het luchtverkeer, moest Air France wel van hoofdkwartier verhuizen. In 1952 was Air France al van Le Bourget naar Orly verhuisd, maar ook dat bleek te klein en in 1974 verhuisde de luchtvaartmaatschappij naar het vliegveld Paris-Charles de Gaulle.

Grotere concurrentie

De luchtvaart bleef groeien. Steeds meer mensen waren in staat om een vliegticket te betalen en het aantal maatschappijen nam enorm toe, net als de concurrentie. Om te blijven bestaan werden luchtvaartmaatschappijen gedwongen steeds meer samen te werken. De Concordes, eerst nog de trots van de vloot, werden niet meer rendabel geacht, zeker niet na een dramatische crash in 2000, en werden afgestoten. Net als in 1933 moesten luchtvaartmaatschappijen hun samenwerking gaan intensiveren of zelfs gaan fuseren. In 2003 werd aangekondigd dat Air France zou samen gaan met een andere oude rot uit de Europese luchtvaartwereld, het Nederlandse KLM. De namen van de maatschappijen, allebei inmiddels een icoon in de luchtvaartwereld, zijn daarbij bewaard gebleven.