Goudse Kaars

De geschiedenis van de Goudse Kaars

De derde vrijdag van december wordt in Gouda het evenement ‘Gouda bij Kaarslicht’ gevierd. Duizenden mensen komen bij elkaar en rondom het marktplein gaat al het elektrisch licht een avond lang uit. Gouda staat bekend om haar kaarsenindustrie. De ‘Goudse kaars’ is internationaal bekend als een kaars van hoge kwaliteit. Tot de komst van het elektrisch licht waren we onder andere afhankelijk van kaarsen om ons ’s avonds bij te lichten.

De eerste kaarsen

Het gebruik van kaarsen gaat lang terug. Mensen gebruiken al lang dierlijke vetten om een soort kaarsen van te fabriceren. In Egypte zijn resten van kandelaars gevonden zo oud als de vierde eeuw voor christus. Dat impliceert dat kaarsen al voor die tijd gebruikt zijn. Kaarsen werden gemaakt van dierlijke vetten, van bijenwas en in India zelfs van gekookte kaneel. In Noord Amerika werd vet van vissen gebruikt. Ook de Etrusken gebruikten al een soort kaarsen, gemaakt van touw dat in een soort vet of olie was gedrenkt. Na de val van het Romeinse rijk werd olie in Europa een stuk schaarser. De tot dan toe gangbare olielampjes werden daardoor te duur, waardoor kaarsen meer gebruikt werden. Gedurende de middeleeuwen werd het maken van kaarsen een echt ambacht. De eerste gildes van kaarsenmakers kwamen in Engeland in de 14e eeuw op.

Middeleeuwse kaarsen

De middeleeuwse kaarsen werden gemaakt van koeien- of schapenvet. Het lont werd gemaakt van vlas of katoen. Deze kaarsen hadden wel het nadeel dat ze een nare geur verspreidden. Daarom werd bij luxere gelegenheden ook bijenwas in plaats van dierlijk vet gebruikt. Deze ‘recepten’ bleven eeuwenlang onveranderd. Wel ontwikkelde de techniek van het kaarsen maken zich. Eerst werden kaarsen gemaakt door de op maat geknipte lonten herhaaldelijk in het vloeibare vet te dompelen. Vanaf de 15e eeuw werden kaarsen ook steeds vaker gegoten.

Nieuwe vetsoorten

Vanaf de achttiende eeuw ontstonden ook nieuwe soorten kaarsvet. Walvisvet deed zijn introductie als materiaal voor kaarsen. De kaarsen van walvisvet produceerden geen nare geur en brandden helder. Ook was het vet stevig en had het een lagere ontbrandingstemperatuur, waardoor de kaarsen niet smolten als ze in de warme zomerzon stonden. Hierdoor waren de kaarsen populair en de kaarsen van walvisvet werden dan ook de meest gebruikte kaars. Aan het begin van de negentiende eeuw werd er nog een nieuwe vetsoort ontdekt. In 1811 werd een patent aangevraagd op stearine. Dit was ook een dierlijk vet, maar in tegenstelling tot de middeleeuwse kaarsen verspreidde dit vet geen nare geur als het verbrand werd. In dezelfde periode werd een machine om kaarsen te maken uitgevonden in de Verenigde Staten. Hierdoor werd het mogelijk om kaarsen snel en goedkoop te produceren, waardoor de kaars echt een massaproduct werd.

De Goudse kaarsenfabriek

In Nederland kwamen de eerste kaarsenfabrieken op in de tweede helft van de 19e eeuw. In Gouda werd in 1853 een kaarsenfabriek opgericht als nevenbedrijf van een aantal andere fabrieken in de stad. Het nevenbedrijfje groeide snel en ging in 1858 zelfstandig verder als de N.V. Stearine Kaarsenfabriek Gouda. De fabriek nam de gehele productie in eigen beheer, ook het produceren van stearine. Om dat goedkoop te houden ontwikkelde de fabriek een mengvorm waarbij de stearine vermengd werd met het goedkopere paraffine.

De kaars legt het af tegen elektrisch licht

De producten van de fabriek werden goed ontvangen, want de fabriek kreeg meerdere prijzen. In 1899 kreeg de fabriek ook het predicaat koninklijk. De voortgang van de techniek begon de fabriek echter tegen te zitten. Hoewel dankzij de introductie van elektriciteit de productie van de fabriek omhoog ging, betekende de introductie van het elektrisch licht ook dat de kaars z’n beste tijd gehad had. Daardoor kwam gedurende de 20e eeuw de nadruk van het bedrijf steeds meer op de chemie-industrie te liggen. De Goudse fabriek fuseerde in 1929 met de Schiedamse kaarsenproducent Apollo. De fabriek werd in 1960 nog eens overgenomen en werd zo onderdeel van grotere chemiebedrijven. Tegen het einde van de 20e eeuw werd de kaarsenafdeling afgestoten en verdween de kaarsenproductie uit Gouda.

Bronnen:

G. Phillips, Seven centuries of ligth: the Tallow Chandlers Company (1999) Via books.google.com

P. Telesco: Exploring Canlde Magick: Candle Spells, Charms, Rituals, and Divinations (2001). Via books.google.com

gha.ab-c.nl: Goudse Kaarsenfabriek

nl.wikipedia.org: Stearine Kaarsenfabriek Gouda

Afbeelding:

wikimedia commons

Rubrieken: 

Landen: 

Tijdperken: 

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Lees het eerste jaar Geschiedenis Magazine extra voordelig én kies een welkomstcadeau!

Het ‘sterrenkamp’ in Bergen-Belsen

Lees het aankomende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Olympias, moeder van Alexander de Grote

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!