De geschiedenis van parfum: een verhaal met een vreemd luchtje
Veel mensen gebruiken het: parfum. Het gebruik van parfum kent een lange, kleur- en geurrijke geschiedenis, die begint in het Oude Egypte.
Oude Egyptenaren
De kunst van het vervaardigen van parfums begon – voor zover bekend -in het oude Mesopotanië en Egypte. De erfenis van de eerste bekende ‘parfumvervaardiger’ vinden we terug op een kleitablet uit het tweede millennium voor Christus. Deze persoon destilleerde bloemen, olie en kalmoes (een moerasplant) met elkaar en maakte er parfum van. Later werd parfum ook door de Egyptenaren en de Grieken vervaardigd. Zo zouden de Egyptenaren parfum hebben gebruikt tijdens het avondeten en bij begrafenisrituelen.
Afwering van het kwaad
De Egyptenaren geloofden dat de goden bijzonder geurige wezens waren, wier goddelijke kenmerken in parfums tot uiting kwamen. Ze meenden dat de parfums een beschermende functie hadden. Zo zouden zoete geuren het kwaad afweren en sterke geuren de zintuigen van de overledenen opwekken. Bij het mummificeren werden vele parfums en zalfjes gebruikt om de ontbinding tegen te gaan.
Geparfumeerde paarden
Rond 1300 voor Christus sloeg de parfumcultuur zo ver door dat er zelfs werd aangeraden de strijdwagens en paarden van de soldaten te parfumeren. Volgens de overlevering sloeg de Spartaanse koning Agesilaus,die op staatsbezoek kwam,halsoverkop op de vlucht van een Egyptisch banket vanwege het overvloedig gebruik van geparfumeerd eten.
De Griekse en Romeinse parfumcultuur
De Grieken waren de eerste die naast het ritegebruik, parfum gebruikten voor de dagelijkse verzorging. Zo gebruikten ze de parfum in bad of om hun lichaam mee in te smeren. De Grieken begonnen ook met het verhandelen van parfum. Met name de veroveringstochten van Alexander de Grote en de parfumproductie op het eiland Rhodos hebben bijgedragen aan internationale verspreiding van de parfum. De Romeinen gebruikten parfum weer voor andere doeleinden. Zij geloofden dat parfum geneeskrachtig was. In deze tijd ontstond de drogist,kwakzalver. Deze drogisten hadden namelijk niet altijd een goede reputatie. Ze werden vaak beschuldigd van het verkopen van ‘verdorven waar’.
De geneeskrachtige pomander
De gedachte dat parfum geneeskrachtig was bleef in de Middeleeuwen van toepassing. Zo werd parfum gebruikt om ziekten als de pest te bestrijden en ontstond de pomander. Dit was een klein metalen bolletje aan een ketting, waar kruiden en parfum in werden gedaan. Men geloofde dat dit ziekte tegenging.
Water van Keulen
Pas in de veertiende eeuw ontstond parfum in een glazen flesje. De inhoud bestond vaak uit een combinatie van olie en alcohol. Rond 1750 werd eau de cologne uitgevonden. Dit wordt ook wel het Water van Keulen genoemd, omdat het daar voor het eerst geïntroduceerd werd. Het Water van Keulen is vandaag de dag bekend onder de naam ‘4711’.
De Franse parfumcultuur
De westerse parfumcultuur beleefde pas aan het hof van Lodewijk de XIV een grote opleving en werd hierna snel onderdeel van de Europese hofcultuur. De productie van parfums bereikte onder Lodewijk de XV pas echt een hoogtepunt. Het hof van Lodewijk XV kreeg zelfs de bijnaam ‘het geparfumeerde hof’ te zijn, vanwege de geuren die elke dag op de huid, de kleren en meubels werden gesprenkeld. De legende gaat dat hij zich nooit in zijn leven heeft gewassen. Ook na de Franse Revolutie bleef het gebruik van parfum zeer populair. Zo was keizer Napoleon Bonaparte een grootgebruiker. Er ging geen dag voorbij zonder dat hij, door zijn kamerbediende, van top tot teen werd ingesmeerd met eau de cologne.
Opkomst moderne parfumindustrie
Mede door de Industriële Revolutie en de opkomst van de moderne chemie werd het mogelijk parfum op grote schaal te produceren. Het gebruik werd zowel bij mannen als vrouwen populair. Er verschenen parfums, zoals Mouchoir de Monsieur (1904) en Crown Imperial (1905), die specifiek een mannelijke doelgroep voor ogen hadden. Aanvankelijk werd het mannelijke gebruik geassocieerd met decadentie, frivoliteit en vrouwelijkheid, maar uiteindelijk won het ook bij de mannen aan populariteit.
'What do I wear in bed?'
Pas toen na de Tweede Wereldoorlog de modehuizen zich ermee gingen bemoeien, werd de parfum echt een modeaccessoire voor vele uiteenlopende doelgroepen. De geur Chanel No. 5 is exemplarisch voor de iconische status die een parfum in dit moderne tijdperk kan hebben. ‘What do I wear in bed? Why, Chanel No. 5 of course.’, antwoordde Marilyn Monroe op de vraag van een journalist. Of het Burger King-parfum eenzelfde iconische status zal bereiken, moet de toekomst uitwijzen.