De Wendische Oorlog: Holland tegen de Hanze
Wist je dat de provincies Holland en Zeeland ooit jarenlang oorlog hebben gevoerd met de steden Hamburg, Lübeck, Lüneburg, Rostock, Wismar en Stralsund? Deze zogenaamde Wendische oorlog (1438-1441) ging over geld, eer en handel.
De Hanze
De Hanze was een los-vast bondgenootschap van handelssteden rond de Noordzee en Oostzee. De Hanzesteden werkten samen om de handel veiliger en voorspelbaarder te maken in de vaak onzekere middeleeuwen. Ook verschillende Nederlandse steden Zutphen sloten zich aan om mee te profiteren van de handel in onder andere graan, vis en wijn. In het westen van het land waren dat Amsterdam en Zierikzee, terwijl het oosten van het land veel meer Hanzesteden had, zoals Zutphen en Hattem.
De Hanze had geen centrale leiding, wat ongebruikelijk was in die tijd. De Hanzesteden hadden ook niet altijd dezelfde belangen, zoals zou blijken tijdens de Wendische oorlog.
Begin van de oorlog
Holland en Zeeland vielen ten tijde van de Wendische oorlog onder de Hertog van Boergondië, Filips de Goede. Het dagelijks bestuur was echter grotendeels in handen van Nederlandse edelen en steden. Verschillende incidenten zorgden ervoor dat er kwaad bloed kwam tussen de steden in Holland en Zeeland, en dan vooral de toen nog kleine handelsstad Amsterdam, en de rest van de Hanze. Filips de Goede zette bij zijn poging om Friesland te veroveren kapers (legale piraten) in. Maar die kapers vielen niet alleen Friese handelsschepen aan. Volgens de Duitse steden Hamburg, Lübeck, Lüneburg, Rostock, Wismar en Stralsund overvielen Filips’ kapers ook hun boten. Deze ‘Wendische’ steden waren ook niet blij dat de Hollandse en Zeeuwse steden hen niet steunden toen ze Filips vroegen om vrijgesteld te worden van tolgelden in zijn gebied en toen de provincies ervoor kozen om neutraal te blijven in de oorlog tussen Denemarken en de Wendische steden in 1426. Deze spanningen zorgden ervoor dat de Hanzesteden van Holland en Zeeland onofficieel uit de Hanze werden gezet. Hierdoor golden er nu handelsbeperkingen voor hen in de Baltische zee. De Wendische steden dreigden onder andere om de Sont te sluiten voor Hollandse en Zeelandse schepen. Hierdoor konden die niet meer door ze smalle zeestraat heen varen die de Noordzee met de Baltische Zee verbindt, waardoor ze daar geen handel meer konden voeren met de belangrijke Hanzesteden in Pruisen. Ook werden Hollandse en Zeelandse schepen slachtoffer van Wendische kapers.
Kapersoorlog
De Hollandse Raad, de raad van edelen die Nederland bestuurde in naam van de Hertog van Boergondië, was natuurlijk niet blij met het sluiten van de Sont en drong er bij Filips de Goede op aan om de Wendische steden de oorlog te verklaren. Na jaren van onderlinge spanningen gaf Filips daar in 1438 toestemming voor. Andere Hanzesteden, zoals die in Pruisen en langs de Zuiderzee, verklaarden zich neutraal in het conflict. Holland en Zeeland waren echter wantrouwend: zou Pruisen zich toch niet stiekem aansluiten bij de andere Hanzesteden?
De Wendische oorlog werd gevoerd over handelsbelangen op zee, en werd dan ook alleen op zee uitgevochten. Beide kanten van het conflict zetten hierbij kapers in. Die kapers moesten zich vooral richten op de schepen van de andere oorlogvoerende partij, maar in de praktijk werden ook veel schepen van neutrale partijen overvallen. Beide partijen wilden met het gebruik van kapers zichzelf schadeloosstellen voor de schade die de andere partij hen had berokkend. De kapers bleken echter lastig in toom te houden. Al vroeg in de oorlog werd een Pruisische vloot vol zout uit Frankrijk buitgemaakt, wat tot grote verontwaardiging leidde, de Pruisische steden waren immers een neutrale partij. Ook later zouden kapers uit vooral Amsterdam met hun onbesuisde inbeslagnames van schepen het vredesproces aardig in de weg zitten. Dit leidde ertoe dat Hertog Filips de Goede in 1441 alle kaapvaart verbood.
Door het wegvallen van de handel in de Baltische zee was Amsterdam er economisch slecht aan toe, en veel zeelieden waren gaan kaapvaren om te overleven. Ook was er een tekort aan graan ontstaan waardoor de prijs van brood erg hoog was geworden. Het verbod op kaapvaren zorgde ervoor dat nog een bron van inkomsten wegviel.
Het beste van IsGeschiedenis in je inbox? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief! Helemaal niks missen? Volg ons op Facebook!
Vredesverdag
In 1440 waren beide partijen de oorlog zat. De kapers en de misgelopen handel zorgde voor grote economische schade en bracht een oplossing niet dichterbij. De eerder vastgelopen vredesonderhandelingen kregen een nieuwe impuls toen Denemarken een nieuwe koning kreeg, Christofffel van Beieren, die anders dan zijn voorganger Erik van Pommeren een voorkeur voor de Wendische steden leek te hebben. De afgezette koning Erik probeerde vervolgens de Hollanders over te halen om zijn claim op de troon te steunen, aangezien dit in hun eigenbelang leek. Toen een Amsterdamse vloot aankwam in Denemarken bleek de nieuwe koning echter bereid om hen gunstige handelsvoorwaarden te bieden, en zelfs als een neutrale mediator op te treden tijdens de vredesonderhandelingen.
Na uitgebreide vooronderhandelingen tussen de partijen werd de vrede uiteindelijk gesloten in Kopenhagen in 1441 met een reeks verdragen tussen de Hollanders, de Wendische steden en de Pruisen. Het vredesverdrag stelde dat de Hollanders tegen betaling door de Sont mochten om handel te drijven in de Oostzee. Hiervoor moesten ze wel de eis van een schadevergoeding voor de eerdere kaapvaart door de Wendische steden laten vallen. Met Pruisen werd afgesloten dat Holland hen een hoge schadevergoeding voor de in beslag genomen Pruisische vloot zouden betalen
Nasleep
Amsterdam was van alle Nederlandse steden het meest betrokken geweest bij de Wendische oorlog, en moest dan ook het grootste deel van de schadevergoeding aan de Pruissen ophoesten. Dit terwijl de stad ook al veel te lijden had gehad onder de oorlog: graan was schaars geweest omdat de handel stillag, kapers zonder werk hadden de straten onveilig gemaakt en na het vredesverdrag kwam er een zware economische crisis. Dit neemt niet weg dat, hoewel de Hollanders en Zeeuwen geen schadevergoeding hadden gekregen, ze wel veel aan prestige hadden gewonnen. In het licht van de latere geschiedenis kan de krachtmeting tussen de Hollandse en Zeeuwse kooplieden en de Hanzesteden gezien worden als een hint voor de latere groei van de Hollandse steden. Tijdens de 16e en 17e eeuw werd in Nederland de handel met het Baltische gebied, dat de Hollanders toen grotendeels over hadden genomen, de ‘moedernegotie’ genoemd: de moeder van alle handel. Zo belangrijk was deze handel voor de inkomsten van de Republiek.
bronnen
-
Michael Pye, ‘Aan de rand van de wereld: Hoe de Noordzee ons vormde’
-
Ad van der Zee, ‘De Wendische Oorlog: Holland, Amsterdam en de Hanze in de vijftiende eeuw’.
-
If Then Is Now, Hollands-Wendische Oorlog 1448-1441
-
Ad van der Zee, Op zoek naar de Wendische oorlog