Geen afbeelding beschikbaar

Democratisch-Socialisten '70

De lage kiesdrempel en het evenredig kiesstelsel nodigen ertoe uit: politieke partijen kunnen vrij gemakkelijk één of meer zetels in de Tweede Kamer bemachtigen. Die nieuwkomers zijn niet allemaal blijvertjes, sommige zijn niet meer dan eendagsvliegen, andere houden het langer uit. In de rubriek Debutanten op het Binnenhof verhalen Charlotte Brand en Anne Bos over nieuwe partijen die in het parlement voor beroering zorgden.


Geen gezicht


W. Drees jr. kwam, zag en overwon. Maar liefst acht zetels veroverde DS’70 in 1971. Journalist Dick Houwaart schreef die winst geheel toe aan de lijsttrekker, zoon van de oud-ministerpresident. Een boeiend spreker was hij niet, maar zijn soepele entree in de landspolitiek verbijsterde zijn concurrenten.1 Het succes van de partij liet zien dat er in de PvdA niet alleen ruimte was op links, maar ook op rechts. De jongeren van Nieuw Links hadden het in 1969 voor elkaar gekregen dat de partij een harde polariserende koers tegen de confessionelen ging varen en er meer begrip kwam voor de bezwaren tegen het koude-oorlogsdenken.


Uit protest tegen de toenemende invloed van Nieuw Links verliet een aantal prominente leden, onder wie Drees jr., de PvdA en richtte Democratisch- Socialisten 1970 (DS’70) op. Ze steunden de anti-communistische politiek van de Verenigde Staten en stonden een krachtig defensieapparaat voor. Daarnaast wilde de partij naast flinke bezuinigingen, de loon- en prijsspiraal een resoluut halt toeroepen.


Regeringsverantwoordelijkheid 


Na de verkiezingen van 1971 beschikte de coalitie van KVP, ARP, CHU en VVD niet meer over een meerderheid in de Tweede Kamer. DS’70 werd als vijfde partner omarmd en zo ontstond het kabinet- Biesheuvel I. De partij kreeg twee ministers en twee staatssecretarissen, Drees jr. werd minister van Verkeer en Waterstaat.


Binnen de partij waren al vanaf het begin verschillende stromingen vertegenwoordigd: een linkervleugel die naar de PvdA uit de jaren vijftig terug verlangde en een rechtervleugel die meer afstand wilde nemen van de PvdA en het socialisme in het algemeen.2 Binnen de partij bestonden bedenkingen om zo snel na de oprichting aan de regeringstafel aan te schuiven. Drees merkte echter op: ‘Een kleine fractie die tot de regerende coalitie behoort, heeft meer invloed dan een grote in de oppositie.’


In het kabinet begon het al snel te rommelen. Bij het opmaken van de begroting voor 1972 twistten de ministers over de verdeling van de bezuinigingen. DS’70 drong samen met de VVD aan op overheidsingrijpen. Bovendien wilde DS’70 de inflatie bestrijden en bepleitte zij een andere loonpolitiek. De overheidssalarissen waren aan de ontwikkelingen in de particuliere sector gekoppeld, hetgeen een sluitende begroting bemoeilijkte. Premier Biesheuvel presenteerde het bezuinigingsvoorstel in de ministerraad, maar de DS’70-bewindspersonen gingen niet met de bezuinigingen op hun departementen akkoord. Zij vonden dat er met het ‘domme rode potlood’ was gewerkt.


Voor DS’70 was dat het moment om te breken nadat ze al eerder over het loon- en prijsbeleid hun zin niet hadden gekregen. Voorman Drees jr. constateerde droogjes: ‘Er is naast het komkommernieuws en het wielrennen nog enig politiek nieuws.’ Formateur Biesheuvel stuurde vervolgens aan op het voortzetten van het kabinet zonder DS’70. Plotseling bleek er toch een financiële meevaller te zijn en werden de democratisch-socialisten weer bij de formatieonderhandelingen betrokken. Maar DS’70 hield halsstarig aan overheidsingrijpen vast en enige tijd later werd het kabinet-Biesheuvel II (zonder DS’70) een feit.


Oppositie 


Bij de verkiezingen van 1972 verloor de partij twee zetels en kreeg Drees jr. steeds meer kritiek te verduren. DS’70 zat in een lastig parket. Een duidelijk gezicht ontbrak en ze moest zich van de PvdA en de VVD onderscheiden. Juist toen de partij tegenover het in 1973 gevormde linkse kabinet-Den Uyl een rechts geluid had kunnen laten horen, wist de VVD met haar jeugdige partijleider Hans Wiegel een felle rechtse oppositie tegen het kabinet te organiseren, waardoor DS’70 de wind uit de zeilen werd genomen.


De partij leek niet links, maar ook niet rechts en raakte steeds verder in verval. Zij ondernam nog pogingen samen te gaan met andere groeperingen, maar die liepen uiteindelijk op niets uit. Drees jr. maakte in 1977 als politiek leider plaats voor de jongere Ruud Nijhof. Onder diens leiding werd de koers rechtser en lag de nadruk op bestrijding van criminaliteit, beperking van immigratie en versterking van defensie. Electoraal ging het echter bergopwaarts. In 1977 zat alleen Nijhof nog in de Kamer en in 1981 verdween DS’70 uit het parlement. In 1983 werd dan ook met meerderheid van stemmen tot opheffing van de partij besloten. Een stukje partij leefde echter voort, opvallend veel DS’70-standpunten figureerden in de jaren negentig op de agenda van de PvdA.

Extra informatie


[1] D. Houwaart, Storm rond partij en parlement. De politieke jaren 1970, ’71 en ’72 (Apeldoorn 1973) p.7. [2] H. Vingerling en C.C. Schouten, Democratisch Socialisten ’70: nevenstroom in de sociaal-democratie? (Naaldwijk 2003).


 


Artikel afkomstig van Centrum voor Parlementaire Geschiedenis.

Rubrieken: 

Landen: 

Tijdperken: 

Olympias, moeder van Alexander de Grote

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Het ‘sterrenkamp’ in Bergen-Belsen

Lees het aankomende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Geschiedenis Magazine 4

Het komende nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 30 mei. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement om dit nummer zonder verzendkosten te ontvangen. 

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 16 mei 23:59 u. een abonnement.

Lees het eerste jaar Geschiedenis Magazine extra voordelig én kies een welkomstcadeau!

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!