Duitsers bezetten Britse eilanden
Gedurende de Tweede Wereldoorlog waren de Kanaaleilanden het enige Britse grondgebied dat in handen was van de Duitsers.
De Kanaaleilanden zijn een groep eilanden slechts 20 kilometer ten westen van het Franse vasteland. Ze hebben daarmee een strategische ligging. Jersey is het grootste eiland met circa 90.000 bewoners. De eilandgroep was in de Middeleeuwen eigendom van de hertog van Normandië die tevens koning van Engeland was. Normandië werd aan het begin van de 13e eeuw door de Franse koning veroverd. In 1259 deed de Engelse koning Hendrik III officieel afstand van het hertogdom, maar niet van de Kanaaleilanden. Deze bleven, tot de dag van vandaag, eigendom van de Britse Kroon.
Tweede Wereldoorlog
Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog besloot de Britse regering dat de Kanaaleilanden niet zouden worden verdedigd. De eilanden hadden geen strategische waarde voor de verdediging van het Britse vasteland. Dit tot ongenoegen van Churchill. Op 30 juni landde een Duitse verkenningspiloot op het één na grootste Kanaaleiland Guernsey. De inwoners gaven zich direct over. De volgende dag deed Jersey dat ook. Zonder dat een schot was gelost, waren de Kanaaleilanden in Duitse handen gevallen. Dit tot hun eigen verbazing. Hier stopte de Duitse bezetting van Brits grondgebied. In de slag om Engeland wist de RAF het Britse luchtruim succesvol te verdedigen en zo een Duitse invasie te voorkomen. De Kanaaleilanden bleven het enige Britse grondgebied dat door de Duitsers bezet was.
Dagelijks leven in bezettingstijd
Gedurende de bezetting was er geen grote verzetbeweging op het eiland. Vanuit Londen was zelfs het bevel uitgevaardigd om geen illegaleacties tegen de Duitse overheerser te ondernemen. De grote bezettingmacht, circa één Duitse soldaat per twee inwoners, gaf verzet ook geen kans. Passieve samenwerking met de Duitsers was over het algemeen het credo. De enkele joodse eilandbewoners werden zonder moeite door de Duitsers gedeporteerd.
Onneembare vesting
Hitler wilde van de Kanaaleilanden een onneembare vesting maken. Hij had zelfs vastgelegd dat tien procent van de bouwmaterialen van de Atlantische Muur (de Duitse verdedigingswerken langs de kust die van Zuid-Frankrijk tot aan Noorwegen werden gebouwd) naar deze eilanden moest gaan. Vanwege de fortificaties werd er geen bevrijdingspoging ondernomen door de geallieerden. Frappant genoeg was het Churchill die hiertoe besloot, terwijl hij in 1940 nog voor de verdediging pleitte. Hij zag de eilanden in feite als een groot Duits gevangenkamp voor de 28.000 Duitse soldaten die daar geen kant op konden. Pas op 9 mei 1945 werden de eilanden bevrijd nadat het hele Duitse leger zich had overgegeven.