Een niet gemaakte reis naar Suriname…

‘Eindelijk, na dat wy negen à tien weken op Zee waren geweest, zonder eenige gedenkwaardige ontmoeting gehad te hebben, wierpen wy op den 23 Juny [1680] het anker in den mond van de Rivier Suriname’, vertelt Adriaan van Berkel in het eerste hoofdstuk van zijn reis naar Suriname.

In dit tweede deel van Amerikaansche Voyagien, gepubliceerd in 1695, wordt een uitvoerige beschrijving gegeven van land en volk van Suriname, afgesloten met twee tamelijk actuele gebeurtenissen. De ene is de dood van gouverneur Cornelis van Aerssen van Sommelsdijck op 19 oktober 1688, de andere de mislukte Franse overval op de kolonie, begin mei 1689.
Als je niet beter wist, zou je het allemaal wel geloven. De precieze gegevens van het vertrek op ‘17 April van den jare 1680’ met het ‘Schip, de Juff. Sophia geheeten’ lijken toch geen details te bevatten die men zo maar zou verzinnen? Ook de mededeling dat het reisgezelschap goed was (‘want daar waren, benevens my, noch drie Passagiers t’ scheep, braave lieden, die in Suriname gehuisvest waren’), kan toch nauwelijks argwaan wekken? En toch, de eerste zin van hoofdstuk 2, ‘De Rivier is gelegen op ses, of vijf en een halve Graad, Noorder breedte van de Linie’, blijkt letterlijk voor te komen in een veel oudere publicatie, een klein boekje van…1669. Het is de vertaling van An Impartial Description of Surinam, uitgegeven in Londen in 1667. Op de Nederlandse titelpagina staat, laat de Amsterdamse uitgever Pieter Arentsz weten: ‘by een ghebracht van een Engels Edelman George Warren, ende overgeset uyt het Engels’. Dat het om een Engelse kolonie gaat, wordt duidelijk in de inleiding: ‘Wie heeft niet gehoort, hoe het Koninckrijck Engelant gezegent is, ende hoe de Zee-vaert van dien toegenomen heeft in onse nieuw bevolckte plaetsen, alleenlijck door den Koophandel met Toback en Zuycker?’.

13_van berkel_gevangene_O 62 9698_003

De inleiding over dat ‘goet en kostelijck landt’ heeft de uitgever van Amerikaansche Voyagien doorgestreept en vervangen door het verzonnen verhaal van een nieuwe reis door Adriaan van Berkel, zogenaamd als vervolg op zijn eerste reis naar Berbice. Adriaan, net 23 jaar, heeft die eerste reis wel degelijk gemaakt, ook al was lange tijd niet duidelijk wie deze Van Berkel nu eigenlijk was. Het laatste gedeelte van die Surinaamse reis zat zo vol met geloofwaardige details, dat er eigenlijk niet aan getwijfeld werd of hij de onfortuinlijke gebeurtenissen van de jaren 1688 en 1689 wel echt had meegemaakt. Uit nieuw onderzoek, beschreven in de inleiding van de recent verschenen heruitgave van de Amerikaansche Voyagien, blijkt echter dat ook dat laatste gedeelte eenvoudigweg is overgenomen, en wel van berichten uit de Oprechte Haerlemse Courant en van twee jaarboeken van de Hollandse Mercurius.

Johan ten Hoorn ging misschien wel heel ver om een verkoopbaar product samen te stellen, maar op zich was plagiaat vroeger de gewoonste zaak van de wereld. Ook het reisverslag van de werkelijk gemaakte reis naar Berbice, de kolonie grenzend aan Suriname, is aangevuld met ontleningen aan bestaande buitenlandse beschrijvingen van bezoeken aan de Guiana’s – de inleiding toont dat overtuigend aan. Was hier sprake van plagiaat, of van andere conventies? Tegenwoordig zijn wij geneigd om van plagiaat schande te spreken, wetenschappers verliezen er hun baan mee en studenten riskeren er hun diploma mee te verspelen, maar vroeger hoorde het bij het boekenvak. Van goedlopende boeken werden zelfs complete ‘roofdrukken’ gemaakt, met fictieve namen van uitgevers om de bron van het kwaad te verhullen. Vele uitgaven van het succesverhaal van schipper Bontekoe getuigen hiervan.* Ook illustraties werden nagetekend en opnieuw in prent gebracht – ook deze diefstal was toen heel gewoon.

11_van berkel_tijger_O 62 9698_001

De recent verschenen heruitgave van de Amerikaansche Voyagien – bezorgd door Martijn van den Bel, Lodewijk Hulsman en Lodewijk Wagenaar – is uitgebreid geannoteerd en voorzien van een inleiding die de reizen van Van Berkel in de historische context plaatst. Welke schrijvers werden geciteerd in de oorspronkelijke uitgave? Archiefonderzoek werpt nieuw licht op de toenmalige positie van Berbice en de identiteit van de jongeman die in 1670 vanuit Leiden als secretaris afreisde naar Berbice? Zijn vierjarige verblijf en boeiende ontmoeting met de indianen wordt deskundig toegelicht door Van den Bel en Hulsman, kenners van de lokale inheemse geschiedenis. Het boek is te koop in de boekwinkel maar ook gratis te lezen op de site van uitgever.

Lodewijk Wagenaar

 


Titel:
De reizen van Adriaan van Berkel naar Guiana -
Indianen en planters in de 17de eeuw
Bezorgd door: Martijn van den Bel, Lodewijk Hulsman & Lodewijk Wagenaar
ISBN: 9789088902697
Uitgever: Sidestone Press
Prijs: €29,95

 

 


* Zie: Garrelt Verhoeven en Piet Verkruysse (red.), Journael ofte Gedenckwaerdige beschrijvinghe vande Oost-Indische Reyse van Willem Ysbrantsz. Bontekoe van Hoorn : descriptieve bibliografie 1646-1996. Zutphen: Walburg Pers, 1996.

Landen: 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.