Een startup onder koning Willem I

Startups zijn de bedrijven die zorgen voor de belangrijkste vernieuwingen in de Nederlandse economie. Aan het begin van de negentiende eeuw vinden de economische ontwikkelingen vooral in de verschillende takken van industrie plaats. Maar ook daar is sprake van startups.

Verenigd Koninkrijk der Nederlanden: twee economieën

Het nieuwe land, waarover koning Willem I na zijn feestelijke inhuldiging in Brussel in 1815 de scepter gaat zwaaien, kent eigenlijk twee vrijwel op zichzelf staande economieën. Het noorden van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden is gericht op de (internationale) handel. In het zuiden (het huidige België) vormen verschillende industrieën de belangrijkste economische activiteiten. Het is Willems grote ambitie om deze twee economische systemen aan elkaar te koppelen. Het zuiden produceert dan de goederen die de kooplieden uit het noorden op de wereldmarkt verkopen.

Om de ontwikkeling van de nijverheid te ondersteunen, richt Willem in 1821 het Fonds ter Aanmoediging van Nationale Nijverheid op. Daarnaast stimuleert de koning zelf ook allerlei initiatieven –al dan niet op persoonlijke titel. Vooral subsidies aan veelbelovende ondernemers zijn voor hem een beproefd middel.

Startup in porselein: “een onderneming die nu nog ontbreekt”

“Mijnheer. Ik neem de vrijheid om Uwe Excellentie, bij wie de kunsten en de nijverheid altijd een krachtige bescherming vinden, te onderhouden over een project dat als doel heeft het Koninkrijk te voorzien van een onderneming die nu nog ontbreekt; Ik wil spreken over de productie van porselein ter vervanging van die uit Frankrijk.” Met deze woorden richt de geboren Brusselaar Frédéric Faber (1782-1844) zich in 1819 tot mr. Anton Reinhard Falck, de minister van het ‘superministerie’ van Onderwijs, Nationale Nijverheid en Koloniën. In die hoedanigheid is hij belast met het stimuleren van de industrie, met name in de zuidelijke Nederlanden.

Faber presenteert twee opties voor zijn onderneming. De eerste is dat de Nederlandse regering voor een bedrag van 50.000 gulden een porseleinfabriek opzet. Die staatsonderneming zou dan onder leiding komen te staan van Frédéric Faber zelf! Kennelijk voelt Faber aan dat dit voorstel wellicht op wat weerstand kan stuiten. Vandaar zijn tweede optie: koning Willem I verstrekt Faber een lening van 20.000 gulden om een fabriek voor de productie van porselein op te zetten.

De porseleinfabricage staat er in de Nederlanden vrij slecht voor als Willem koning wordt. De laatste manufactuur in het Noorden is in 1809 gestopt met de productie. In de Zuidelijke Nederlanden heeft de porseleinfabricage een kortstondige bloei gehad, die na het eerste decennium van de negentiende eeuw echter al weer tot stilstand komt.

Koning Willem kiest voor Fabers tweede optie en kent hem in 1819 een renteloos voorschot van 8.000 gulden toe. Daarnaast zegt Willem eenzelfde bedrag toe in 1820 “in geval de daaromtrent door tusschenkomst en onder opzigt van het ministerie te neemen eerste proeven eene gunstige uitkomst mogten opleveren”. Faber kan dus nu 16.000 gulden gebruiken om zijn droom te verwezenlijken.

Bloeiende porseleinproductie

Dat geld is goed besteed; het gaat Faber in die eerste jaren voor de wind. Porselein uit zijn fabriek schittert op de eerste  ‘Algemeene Tentoonstelling van voortbrengselen der Nationale Nijverheid’ die in 1820 in Gent gehouden wordt. Hij wordt er zelfs bekroond met een gouden medaille. Ook op de tweede nijverheidstentoonstelling - in 1825 in Haarlem - viert het porselein van Faber triomfen.

De opstand tegen het bewind van koning Willem I in 1830 betekent bijna het einde van Fabers onderneming. Zijn porseleinbedrijf wordt hard getroffen; voor een periode van zeker twee jaar komt de productie feitelijk tot stilstand. Daarna krabbelt hij langzaam weer op. Toch kan voor Frédéric Faber persoonlijk de Belgische nijverheidstentoonstelling van 1835 in Brussel als zijn zwanenzang beschouwd worden. Steeds meer treedt hij terug uit het porseleinbedrijf. Het leiden van de porseleinonderneming laat hij over aan zijn zoon Henri. Op 13 april 1844 sterft Frédéric Faber op 61-jarige leeftijd in Brussel.

24 uur met Willem I

Tentoonstelling 24 uur met Willem I. Koning van Nederland en België
t/m 17 juli 2016
Nationaal Archief, Prins Willem-Alexanderhof 20, Den Haag
Meer informatie www.gahetna.nl/willem

 

<h3>Bron</h3>
Frédéric Faber in de tentoonstelling 24 uur met Willem in het Nationaal Archief in Den Haag. (Foto: Anne Reitsma)

Landen: 

Personen: 

Tijdperken: 

Nu in de winkel

Het nieuwe nummer is verschenen. Koop dit nummer bij een kiosk of boekhandel bij jou in de buurt

Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief. 

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Covers OA

Iedere maand meeslepende en prachtig geïllusteerde verhalen over de geschiedenis van Amsterdam.