Geschiedenis van dodenherdenking

Geschiedenis Nationale Herdenking

De Nationale Herdenking wordt in Nederland sinds 1946 gehouden op de dag vóór de Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei. Hoe heeft deze herdenking zich door de jaren heen ontwikkeld? 

Particulier initiatief

De organisatie van de Nationale Herdenking was tot 1988 een kwestie van particulier initiatief. De enige relatie met de Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei was dat de herdenking er aan vooraf ging. In 1946 nam de Commissie Nationale Herdenking, die voortkwam uit het verzet en in regeringskringen veel gezag had, daarvoor het voortouw. Deze Commissie stelde ook richtlijnen op voor de plaatselijke herdenkingen die meestal werden gehouden op plaatsen waar mensen in de oorlog gefusilleerd waren. Voorafgaand aan de stille tochten en de twee minuten stilte om acht uur ’s avonds werd vanaf 1947 ’s middags een herdenkingsbijeenkomst met een cultureel en internationaal karakter gehouden in de Ridderzaal op het Binnenhof in Den Haag. Daarvoor werd ook het Corps Diplomatique uitgenodigd. Van 1946 tot 1968 werd de Nationale Herdenking regelmatig naar 3 mei verschoven als 5 mei op een zondag viel. Daaraan kwam officieel een einde toen de regering in 1968 besloot de herdenking altijd op 4 mei te houden.

Naar de Dam

Na de onthulling van het Nationaal Monument op de Dam in 1956 werd de Nationale Herdenking daar pas vanaf 1961 gehouden. Dat gebeurde om vier uur ’s middags in aanwezigheid van H.M. de Koningin. In deze herdenking werden op aandringen van de regering verschillende militaire herdenkingen samengevoegd met de herdenking in de Ridderzaal. Daardoor werden vanaf dat moment tijdens de Nationale Herdenking ook militairen werden herdacht die na 1945 waren omgekomen. Aan de Nationale Herdenking op de Dam ging vanaf 1961 een herdenkingsdienst in kerken vooraf. Door de Haagse wortels van de Commissie Nationale Herdenking werd in 1965 en 1970 nog een herdenkingsbijeenkomst met het Corps Diplomatique in de Ridderzaal gehouden, maar vervolgens afgeschaft. Sindsdien houdt het parlement op 4 mei ’s morgens een herdenking bij de Erelijst gevallenen in de hal van de Tweede Kamer.

Naar acht uur 

Toen de belangstelling voor 4 en 5 mei in de jaren tachtig sterk was teruggelopen, besloot de regering in te grijpen. Eind 1987 werd het Nationaal Comité 4 en 5 mei ingesteld om het draagvlak voor 4 en 5 mei onder de bevolking te vergroten en meer samenhang tussen 4 en 5 mei te realiseren. Een belangrijke stap in de vernieuwing van 4 mei was de verschuiving van de Nationale Herdenking op de Dam naar acht uur ’s avonds waardoor de Koningin en regeringsvertegenwoordigers vanaf 1988 – voor het eerst sinds 1945 - tegelijk met de Amsterdamse deelnemers aan de plaatselijke herdenking twee minuten stilte hielden. Sindsdien wordt de Nationale Herdenking op de Dam ook op televisie uitgezonden.

Vernieuwing

Sinds 1988 heeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei in overleg met organisaties van oorlogsbetrokkenen voortdurend gezocht naar een vormgeving van de herdenking waarin zoveel mogelijk mensen zich kunnen herkennen. Daarbij is veel aandacht besteed aan muzikale en literaire bijdragen die de gevoelens rond de herdenking uitdrukken. Zo wordt sinds 1992 tijdens de bijeenkomst in de Nieuwe Kerk de 4 mei-lezing gehouden en leest sinds 1998 een jongere een eigen gedicht voor op de Dam. In 2000 kreeg de ceremonie op de Dam een nieuwe opzet met een prominentere rol voor de eerste generatie, onder andere in de kranslegging; direct na het staatshoofd en de twee minuten stilte, en voordat de autoriteiten kransen leggen. Het aantal kransen wordt teruggebracht van ruim tachtig naar vijf algemene kransen, gelegd door de eerste generatie. Drie daarvan worden gelegd ter nagedachtenis aan de verzetsdeelnemers, de vervolgingsslachtoffers en de burgerslachtoffers. Voor de ceremonie werd speciale muziek gecomponeerd. Om de betrokkenheid van nieuwe generaties zichtbaar te maken, leggen sinds 2005 kinderen van Amsterdamse basisscholen die meedoen aan het project Adopteer een Monument na de kranslegging bloemen bij het Nationaal Monument. Sinds 2007 zijn in het erecouloir op de Dam ook zogenaamde ‘jonge’ veteranen vertegenwoordigd die de afgelopen decennia voor Nederland als militair actief zijn geweest tijdens vredesoperaties.

Publieke discussie

Naarmate de publieke belangstelling voor de Nationale Herdenking groeide, werd 4 mei ook vaker onderwerp van discussie in de media, onder andere wat betreft de wenselijkheid van de aanwezigheid van Duitsers. Ook werd er op aangedrongen om de verschrikkingen van de vervolging meer in het memorandum voor de herdenking tot uitdrukking te brengen. Dit memorandum bestaat al sinds 1946 en geeft het kader van de herdenking aan. De formulering is in de loop van de tijd regelmatig aangepast, maar altijd bewust algemeen gehouden om geen slachtoffers uit te sluiten. Na een nieuwe overlegronde met organisaties van oorlogsbetrokkenen is in 2011 op verzoek van joodse organisaties aan het memorandum voor de herdenking de term ‘vermoord’ toegevoegd om de doelbewuste vernietiging van joden, Roma en Sinti en andere bevolkingsgroepen expliciet aan te geven. Het memorandum luidt nu: ‘Tijdens de Nationale Herdenking op 4 mei herdenken we allen –burgers en militairen- die in het Koninkrijk der Nederlanden of waar of ter wereld zijn omgekomen of vermoord sinds het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, in oorlogssituaties en bij vredesoperaties.’ Ter verduidelijking van het memorandum geeft het Nationaal Comité 4 en 5 mei de volgende toelichting:

Wie herdenken we op 4 mei?

Sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog leven we in Nederland in vrede en vrijheid. Toch is er nog geen dag verstreken zonder dat ergens in de wereld een oorlog woedde. In al die jaren is Nederland bij meer dan vijftig oorlogssituaties en vredesoperaties betrokken geweest. Verschillende landen herdenken op een vaste dag in het jaar hun landgenoten die als gevolg van oorlog zijn omgekomen. De traditie van herdenken in Nederland is direct na de Tweede Wereldoorlog ontstaan. Landen die bij de Eerste Wereldoorlog betrokken waren, kennen een langere traditie van herdenken. De Nationale Herdenking vindt plaats op de avond voorafgaand aan 5 mei, de dag waarop in Nederland de bevrijding wordt gevierd. Al diegenen die zich hebben ingezet voor onze vrijheid, voor het herstel van de rechtsstaat en de democratie en voor het opbouwen van een internationale rechtsorde, die vrijheid en mensenrechten respecteert, zijn wij dankbaar voor hun inzet.   Dit artikel verscheen eerder op de website van het Comité 4 en 5 mei. Zie voor meer informatie over activiteiten rond de  Nationale Herdenking de website.

Rubrieken: 

Landen: 

Tijdperken: 

Piet Hein

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

De wieg van de Zijderoute

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

Vergeten D-Day: Italië, 1943

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

Ga mee op ontdekkingstocht naar archeologische vindplaatsen in binnen- en buitenland!

Saga vikingen

Lees het komende nummer van Geschiedenis Magazine. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement.

cover GM3

Het extra dikke nummer van Geschiedenis Magazine verschijnt omstreeks 18 april. Neem vóór donderdag 4 april 23:59 u. een abonnement om dit nummer zonder verzendkosten te ontvangen.